Skere tijden
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog was er in Europa grote schaarste aan zowel geld als materiaal en brandstof. Grote, dure, benzineslurpende wagens konden mensen zich niet veroorloven. Microcars boden een betaalbaar alternatief in de skere tijden van wederopbouw. Het leverde iconische ‘bubble cars’ op als de Italiaanse Isetta (met één deur aan de voorkant) en de Nederlandse Bambino, beide op drie wielen.
Tussen de jaren 70 en 90 zorgde de groeiende welvaart ervoor dat mensen geen interesse meer hadden in zulke ‘armoedige’ karretjes. Met de komst van de Smart, eind jaren 90, hadden mensen opeens weer oog voor kleine wagentjes, die je veel makkelijker kwijt kunt in volgeparkeerde steden. De autootjes zijn vaak elektrisch en nu vervuilende benzine- en dieselauto’s steeds minder vaak welkom zijn in binnensteden, zijn de mini’s opeens fashion.
De meest Nederlandse mini-auto is zonder twijfel de Canta. Halverwege de jaren 90 werd het vierkante, rode 45-kilometer-wagentje ontwikkeld door de TU Delft, met hulp van het Enschedese revalidatiecentrum Roessingh. De Canta, waarvoor je tussen de 12 en 26 duizend euro neertelt, is dan ook bedoeld voor mensen met een lichamelijke beperking of ouderen die geen rijbewijs meer kunnen of willen halen. Zij kunnen voor hun tweezittertje kiezen uit een elektrische of een benzinemotor, en hun ride laten customizen met onder andere een rolstoellift en handgaspedaal.
Deel dit
Het gros van de huidige microcars is voor de moderne city dweller die makkelijk en droog van A naar B wil gaan
Irritatie
Omdat de Canta voor de wet een overdekte scootmobiel is, mogen Cantachauffeurs in de bebouwde kom zo ongeveer overal rijden: op de weg, het fietspad, de stoep, zelfs door winkelcentra. Parkeren mag ook op de stoep, gratis. In de praktijk profiteerden ook andere stadbewoners met kleine karretjes van deze perks, tot grote ergernis van veel burgers en politici. Sinds 2019 mogen zij niet meer gratis de trottoirs blokkeren, al vallen parkeerkosten makkelijk te omzeilen: geregeld denken bestuurders nog dat dwars parkeren op een parkeerplek gratis is, dat de gemeente gedoogt, of parkeren ze het wagentje zó – met het kenteken naar de gevels van de huizen gericht – dat de scanauto van de gemeente het niet kan uitlezen. Eind februari 2025 was een Biró, die ongeoorloofd op het fietspad reed, betrokken bij een ongeval in Amstelveen waarbij een 12-jarig meisje overleed.
Hipste model
Het gros van de huidige microcars is niet voor mensen met een mobiliteitsbeperking, maar voor de moderne city dweller die makkelijk en droog van A naar B wil gaan. Elk jaar schieten nieuwe varianten als paddenstoelen uit de grond: de Aixam e-Coupé GTI, Microcar Dué, Ligier JS50, de Microlino, Opel Rocks E, en nog veel meer. De Birò (15 duizend euro, eenpersoons) is misschien wel de hipste telg in de microcarfamilie. Sinds de introductie van het Italiaanse karretje in 2018 is het uitgegroeid tot het statussymbool van de stedeling die te veel betaalt voor zijn koffie.
Groen imago?
Microcars worden voornamelijk in Europa en Azië geproduceerd. Fabrikanten benadrukken graag het zuinige brandstofverbruik of de elektrische aandrijving en het compacte formaat als oplossingen voor klimaatverandering en stedelijke mobiliteit. De karretjes hebben zeker een kleinere ecologische voetafdruk dan traditionele auto’s – de uitbuiting van mens en aarde bij de productie van elektrische apparaten niet meegerekend. Maar wat pas echt groen is? Lopen.
Dit artikel verscheen in maart 2025 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand