Professor Ton Dietz, voormalig directeur van het Afrika Studiecentrum, is een fel criticus van het huidige Europese – en Nederlandse – beleid dat ervan uitgaat dat je migratie kunt tegengaan door middel van ontwikkelingshulp. Dat verwoordde hij op een conferentie ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan van PUM (Programma Uitzending Managers), gisteren in Den Haag.
Vlak voor Dietz zou spreken, had Christiaan Rebergen – hoogste ambtenaar Buitenlandse Hulp en Handel – nog verklapt dat in het nieuwe beleid (vanaf mei) van minister Kaag ‘werk voor Afrikaanse jongeren’ centraal zou staan. “Gebrek aan perspectief voor jongeren is een grondoorzaak van instabiliteit, extremisme en migratie. Het regeerakkoord kondigde het al aan: wij moeten wat doen aan de problemen om Europa heen.”
Daarmee loopt Nederland in de pas met het Europese beleid om de ‘grondoorzaken’ van migratie aan te pakken, en waarmee miljarden zijn gemoeid. Angela Merkel pleit zelfs voor een ‘Marshallplan voor Afrika’, naar het grootscheepse plan waarmee de VS de Europese wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog vooruit hielp. “Ik heb meteen tegen Rutte gezegd: je moet op die bandwagon van het Marshallplan voor Afrika springen”, verklaarde ook werkgeversvoorzitter Hans de Boer. “Als we niet in de ontwikkeling van Afrika investeren, komen Afrikaanse jongeren naar Europa om hun lot te verbeteren. Dat veroorzaakt maatschappelijke problemen en mensen gaan dan ineens op rare partijen stemmen.”
En toen kwam Ton Dietz dus vertellen dat het allemaal niet zo simpel is. Allereerst: waar hebben we het over? Het is niet zo dat Afrikanen massaal koers zetten naar Europa. “Bijna de helft van de Afrikaanse internationale migratie vindt plaats binnen het continent. Dat gaat om arbeidsmigratie, maar ook om migratie bij rampen of conflicten. Van de intercontinentale migratie gaat nu nog ruim de helft naar Europa. Een steeds groter deel gaat naar Azië. En uiteindelijk gaat het om 1 à 2 procent van de totale Afrikaanse bevolking.” Je moet dus niet denken dat die jongeren in Afrika blijven als je hun daar maar werk verschaft, waarschuwt Dietz.

Mooie dromen
Hij volgt de lijn van migratie-onderzoekers van de Universiteit van Oxford, van wie de Nederlander Hein de Haas nu migratiehoogleraar is geworden aan de Universiteit van Amsterdam: migratie is een resultaat van aspiratie (streven) en capaciteiten. In arme landen kunnen jongeren wel mooie dromen hebben van een beter leven in Europa, maar ze hebben niet de mogelijkheid die te realiseren. Dat is pas aan de orde bij een hoger niveau van welvaart, onderwijs, gezondheid etc. En alleen wanneer landen een heel hoog niveau van menselijke ontwikkeling bereiken, worden ze immigratielanden.
Volgens Dietz zijn het ook niet de economische motieven die de doorslag geven bij migratie. “Alcinda Honwana heeft het over jongeren die ‘in waithood’ zijn. Vanwege de betere medische zorg worden Afrikaanse ouders steeds ouder. En pas aan het eind van hun leven dragen ze hun kapitaal over. Jongeren hebben niet altijd zin om daar op te wachten, en willen het avontuur tegemoet, weg van de klem van hun (groot)ouders. Hun levensstijl, ook gevoed door enorm toegenomen toegang tot informatie op hun smartphone, sluit niet aan bij wat van oudsher geaccepteerd is.”
Hij is overigens helemaal geen tegenstander van het creëren van werkgelegenheid. “Natuurlijk is het een goede zaak om jeugdwerkgelegenheid te bevorderen in Afrika. Maar breng dat niet als een manier om migratie tegen te gaan, want dan verkoop je onzin.”
Dietz ziet het volgende scenario zich ontvouwen: jongeren trekken weg, maar dan vooral van het platteland naar de stad. Op het continent ontstaan steeds meer mega-steden a la Lagos, die ook weer centra van economische activiteit zijn. Niet per se in de formele sector, want die biedt te weinig emplooi, maar eerder als hosselaar.
En de steden moeten ook de bevolkingsgroei opvangen, van 1 miljard nu naar 2,5 miljard in 2050. “Er is wel een demografische transitie gaande, waarbij vrouwen minder kinderen krijgen. Maar die gaat in Afrika langzamer, ook omdat er veel religieus verzet tegen geboortebeperking is en omdat in een aantal landen het onderwijs aan meisjes achterblijft. Aan het eind van de eeuw zal van elke twee kinderen die ter wereld worden geboren, eentje een Afrikaan zijn.”
“Aan het eind van de eeuw zal van elke twee kinderen die er waar ook ter wereld worden geboren, één Afrikaan zijn
Ondertussen blijft de EU schade aanrichten op het continent. Er is een veelbelovende ontwikkeling gaande, in West- maar vooral in Oost-Afrika, naar meer regionale integratie die ‘binnenstaten’ (zonder haven) verbindt met kuststaten. Daarmee worden de nadelige gevolgen van de koloniale grenzen verzacht. De EU doorkruist die ontwikkeling door veel geld beschikbaar te stellen voor strengere grensbewaking. “Gelukkig zijn mensen ingenieus genoeg om eeuwenoude migratiepatronen gewoon voort te zetten.”
Nog erger is het inhuren door EU-landen van voormalige mensensmokkelaars als betrokkenen bij detentiecentra in Libië, waar migranten worden vastgezet. “Ze sturen dreigberichten naar de ouders van die migranten in Burkina Faso, Senegal of Mali. Alleen voor goud geld krijgen ze hun kinderen terug. Dat is een desastreuze uitwas van de strategie van de EU om migratie tegen te houden.”
Goedgevuld potje voor Afrika
Meer dan 4,3 miljard euro zit er in het EU Emergency Trust Fund for Africa, waarmee de EU migratie wil indammen en voorkomen (aanpakken van de ‘grondoorzaken’). De bulk van dat geld gaat naar projecten voor werkgelegenheid en economische ontwikkeling, maar ook ‘migratiemanagement’ (onder meer versterkte grensbewaking) wordt daarvan betaald. Op dit moment zijn er 147 programma’s goedgekeurd ,voor in totaal 2,5 miljard euro. Het is verdeeld over drie regio’s: Hoorn van Afrika (833 miljoen), Noord-Afrika (285 miljoen) en Sahel/Tsjaadmeer (1293 miljoen).