“Voor diegenen die al weinig vertrouwen hadden of dat verloren waren, moet dit wel een begin van herstel van vertrouwen zijn.” Mensenrechtenjurist en ex-D66-gemeenteraadslid Mpanzu Bamenga voelt zich gesterkt na de uitspraak in hoger beroep van het Haagse Gerechtshof. Het Hof verbiedt de Koninklijke Marechaussee zich nog langer schuldig te maken aan rassendiscriminatie door op huidskleur te selecteren.
“In 2021 oordeelde de rechtbank nog dat er geen sprake was van discriminatie
Mpanzu Bamenga spande de rechtszaak aan samen met een anonieme zwarte piloot en een coalitie van mensenrechtenorganisaties, nadat hij op het vliegveld uit de rij gehaald werd omdat hij ‘goed gekleed en snellopend’ was, én een ‘niet-Nederlands uiterlijk’ had. De anonieme piloot werd in 2015 drie van de vier keer dat hij binnen het Schengengebied reisde door de marechaussee op de luchthaven van Rotterdam gecontroleerd. In 2021 oordeelde de rechtbank nog dat er geen sprake was van discriminatie. Nu vindt het Hof dat er sprake is van een ‘bijzonder ernstige vorm van discriminatie’ die een negatieve invloed heeft op de maatschappij als geheel.
Maar ondanks dat harde, onverwachte vonnis vorig jaar verloor Bamenga nooit het vertrouwen in de rechtsstaat. “Ik geloof heel erg in de rechtsstaat. Natuurlijk heb ik gedurende het proces ook weleens getwijfeld. Maar omdat ik geloof in de schoonheid van het recht, behield ik wel alle vertrouwen.”
Dertien jaar wachten
Vanaf het moment dat Mpanzu Bamenga (37) als elfjarige te horen kreeg dat hij terug moest naar Congo – zijn geboorteland dat hij drie jaar eerder met zijn moeder en broer was ontvlucht – besefte hij dat niet iedereen het privilege van een toekomstperspectief heeft. Laat staan dat mensen dezelfde rechten hebben. “Als ik jurist of politicus zou worden, kon ik daar misschien iets aan veranderen. Ik had geen controle over het wel of niet krijgen van een verblijfsvergunning, maar wel over de beslissingen die mij dichter bij mijn doel zouden brengen.”
En dus greep hij alles aan om dat doel te bereiken, waarbij hij vele hindernissen moest nemen. Zoals die basisschoolleraar die vond dat hij beter iets met zijn handen kon gaan doen ‘want daar heb je meer aan in Afrika, mocht je worden teruggestuurd’. Of het niet-passende studieadvies, waardoor hij dan maar via de mavo, het mbo en hbo naar de universiteit ging. Of dertien jaar moeten wachten om uiteindelijk alsnog een verblijfsvergunning te krijgen en dán nog vijf jaar wachten op een paspoort. Dertien jaar waarin hij niet mocht werken, niet naar het buitenland kon reizen en geen aanvullende zorgverzekeringen mocht afsluiten.
“Met de uitspraak is een einde gekomen aan beleid dat racisme in stand houdt
De recente overwinning op de Nederlandse staat voelt voor Bamenga, die inmiddels mensenrechtenjurist is, niet als een finish; de weg naar gelijke behandeling is nog lang niet afgelegd. Maar het is wel een mijlpaal die gevierd mag worden. Bamenga: “Met de uitspraak van het Hof is een einde gekomen aan beleid dat racisme in stand houdt. Daar waar het onduidelijk was, is het nu glashelder. En dat hadden we als samenleving hard nodig.”
Bijzonder is dat Bamenga en de piloot ook zelf hebben gepleit, zowel in de rechtbank als bij het hoger beroep. Normaal is er spreektijd voor burgers, maar een burger die pleit als aanvulling op de advocaten komt weinig voor. In zijn pleidooi stelde hij dat de uitspraak van de rechtbank vorig jaar bij hem en miljoenen Nederlanders zorgde voor verdriet, pijn en verontwaardiging. “De illusie dat de Nederlander wit is wordt met deze uitspraak in stand gehouden en verdachtmakingen op basis van huidskleur worden geaccepteerd.” Het bevestigt het stigma dat mensen met een niet-witte huidskleur niet in Nederland thuishoren, waardoor zij zich volgens Bamenga niet welkom en geaccepteerd voelen. “De niet-witte Nederlander staat bij aankomst in Nederland al met één-nul achter en moet zich bij binnenkomst eerst bewijzen.”

Unieke, kraakheldere uitspraak
Volgens Bamenga heeft het pleidooi geholpen. “De rechter begreep goed dat we ons tweederangsburger voelen en dat er sprake is van stigmatisering. Dat is de kracht geweest van deze zaak: dat burgers zichtbaar aan de voorkant stonden, als een soort spreekbuis van veel andere Nederlanders die dit ook meemaken.”
Mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas was vanaf het begin betrokken bij de zaak. “De uitspraak van het Hof is op meerdere vlakken historisch. Niet eerder lag er zó’n kraakheldere uitspraak, niet alleen over etnisch profileren, maar ook over de impact daarvan op mensen die niet wit zijn en op de samenleving als geheel.” De eerdere uitspraak van de rechtbank noemt Klaas ‘heftig’. “Dat hadden we niet verwacht. Er werd gewoon gezegd dat het wél mocht (etnisch profileren door de marechaussee, red.) en dat hoe je eruitziet niet per se iets hoeft, maar wel iets kán zeggen over waar je vandaan komt en wat je verblijfsvergunning is. Terwijl je dat echt alleen kan zien als het mode is om met je paspoort op je voorhoofd te lopen.”
“Deze uitspraak gaat ook over andere overheidsdiensten, zoals de politie, de IND en de Belastingdienst
Het oordeel is uitgesproken door de hoogste rechter en het verbod zou ook direct na de uitspraak in moeten gaan. Maar of dat betekent dat er nu niet meer etnisch geprofileerd wordt, durft Klaas niet te stellen. “Bij de politie hebben ze ook al eerder gezegd dat ze ermee zouden stoppen en daar horen we toch nog vaak vervelende dingen over. Dus de praktijk zal nog wel even weerbarstig zijn.” Staatssecretaris Van der Burg van Veiligheid en Justitie gaf in de Tweede Kamer wel al aan dat hij de marechaussee de opdracht heeft gegeven te stoppen met ‘al die profielen waarin etniciteit of ras een rol speelt’.
Amnesty Nederland-directeur Dagmar Oudshoorn zegt in het AD dat deze uitspraak veel verder gaat dan de Marechaussee. Het gaat volgens haar ook over etnisch profileren bij andere overheidsdiensten, zoals de politie, de IND en de Belastingdienst. ‘We gaan nu kijken hoe de overheid na deze uitspraak maatregelen gaat nemen om dat volledig uit te bannen.’ Maar de Nationale Politie liet al in NRC weten het beleid niet te herzien. ‘Selectiecriteria zoals die door de marechaussee gehanteerd werden, hebben wij niet meer in onze systemen staan. Ras of etniciteit is nooit een selectiecriterium bij controles.’

Systemen doorlichten
Alle aandacht en de uitspraak van het Hof hebben volgens Bamenga wel voor bewustwording gezorgd. Hij heeft goede hoop dat etnisch profileren minder vaak zal voorkomen. “Maar dat gaat niet vanzelf. De marechaussee moet mensen bewuster maken van hun onbewuste vooroordelen en hun systemen doorlichten om te zien waar discriminerende patronen zitten. Vervolgens moeten ze iedere keer dat ze iemand staande houden monitoren: waarom juist deze persoon? Dus ze moeten echt aan de bak. Maar er zijn in elk geval geen discussies meer over of het beleidsmatig wel of niet kan.”
Het is een kwestie van doorzetten en volhouden, denkt hij. “De strijd voor gelijke behandeling is geen sprint, maar een marathon. Wil je die marathon uitlopen, dan zul je ergens moeten beginnen.”
De rechtszaak tegen de Koninklijke Marechaussee werd in 2020 aangespannen door Mpanzu Bamenga, een anonieme burger en mensenrechtenorganisaties Amnesty International, Controle Alt Delete en RADAR. De zaak werd gevoerd door advocaten van PILP-NJCM en Houthoff.