Raki Ap spreekt op een demonstratie in Den Haag voor aandacht voor Inheemse perspectieven in de strijd voor klimaatrechtvaardigheid. (25 mei 2021.) Beeld: Priscilla Jufuway
Essay

‘Onze energietransitie is koloniaal!’

Voor windmolens, zonnepanelen en andere ‘groene’ producten zijn mineralen en metalen nodig uit gebieden die ooit gekoloniseerd waren, zoals West-Papua. Zo zet de kolonisatie zich voort in de energietransitie, schrijven Raki Ap, Shivant Jhagroe en Anne-Linn Machielsen. Zij pleiten voor een écht eerlijke transitie.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het is misschien wel dé uitdaging voor overheden die inzetten op groene energie: hoe afhankelijker zij worden van ‘duurzame’ technologie, des te afhankelijker worden ze van grondstoffen uit het mondiale Zuiden. Het verhaal van de ‘schone en groene’ energietransitie verhult bovendien geweld en onrecht op wereldwijde schaal, terwijl de daadwerkelijke oorzaak van klimaatontwrichting niet wordt aangepakt: kolonialisme.

Meer dan de helft van de mijnbouw voor energietransitietechnologieën bevindt zich op of nabij land van Inheemse gemeenschappen

Nooit eerder in de geschiedenis was de vraag naar mineralen en metalen zo groot (zie kader). Meer dan de helft van de mijnbouw die nodig is voor energietransitietechnologieën bevindt zich op of nabij landen van Inheemse1 gemeenschappen, en dan vaak in landen die ooit door Europa gekoloniseerd waren. Voor deze gemeenschappen is de energietransitie een regelrechte bedreiging voor hun bestaan. Als we een écht rechtvaardige groene revolutie willen ontketenen, moeten we dekoloniaal denken.
Vraag neemt snel toe

Op basis van de beloftes in het Klimaatakkoord van Parijs (2015) berekende het Internationaal Energie Agentschap (IEA) het aandeel van technologieën die nodig zijn voor de energietransitie in de stijgende vraag naar mineralen. In 2040 zal de wereldwijde vraag naar koper en zeldzame aardmetalen gestegen zijn met meer dan 40 procent ten opzichte van 2010, concludeerde het IEA. Naar nikkel en kobalt zal de vraag met wel 60 tot 70 procent toenemen. Vooral lithium wordt gewild: de vraag daarnaar stijgt met 90 procent.

Ook metalen worden gewilder: een elektrische auto heeft wel zes keer meer metalen nodig dan een conventionele auto, een windmolenpark op land negen keer meer dan een gasgestookte centrale.

Demonstratie in Den Haag door de Free West Papua Campaign tegen de bezetting van West-Papua. (15 augustus 2021)Beeld: Priscilla Jufuway

West-Papua en ‘groen kolonialisme'

Mijnroof voor de energietransitie vindt vooral buiten Europa plaats, ook in voormalige ‘overzeese gebiedsdelen’ van Nederland, zoals het gebied West-Papua, dat nu door Indonesië bezet is. Daar leven koloniale structuren voort ten behoeve van de mensen die profiteren van de mijnbouw, zoals Elon Musk met het bedrijf Tesla die profiteert van de nikkelwinning. Onder meer in het Raja Ampat, het meest biodiverse koraalrifgebied ter wereld, waar ook veel nikkel- en kobaltreserves liggen. Ook herbergt West-Papua de tweede grootste kopermijn ter wereld: de Grasbergmijn.

Op het eiland Nieuw-Guinea (dat West-Papua deelt met Papua-Nieuw-Guinea) vind je het derde grootste regenwoud ter wereld. Het is het meest biodiverse tropische eiland ter wereld. Die enorme biodiversiteit is onder meer te danken aan de meer dan 250 Inheemse gemeenschappen in West-Papua, die met hun levenswijze de biodiversiteit beschermen. Maar op die Inheemse bevolking vindt al meer dan zestig jaar een ‘trage genocide’ plaats.

De natuur beschermen? Luister dan eindelijk eens naar oorspronkelijke bewoners

De historische context en de gedeelde geschiedenis tussen Nederland en West-Papua is bij veel mensen onbekend, maar laat zien hoe kolonialisme tot op de dag van vandaag voortduurt en hoe de mijnbouw hier onderdeel van is. Tijdens de Nederlandse koloniale periode deden onder meer de Nederlandse overheid en mijnbouwmaatschappijen investeringen in geologisch onderzoek en mijnbouwprojecten, waardoor onder andere de nikkel- en kobaltreserves en de koperreserves werden ontdekt.

Na de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië onderhield Nederland nauwe banden met de Papua’s: in 1960 beloofde koningin Juliana nog dat West-Papua een onafhankelijke staat zou worden. Maar onder druk van de Verenigde Staten werd West-Papua in 1962 door Nederland overgedragen aan Indonesië. Ngo’s en journalisten schatten dat sinds de Indonesische bezetting in de jaren 60 tussen de 100.000 en 500.000 doden zijn gevallen, op een totale bevolking van minder dan 2,3 miljoen Papua’s. Doordat de Indonesische autoriteiten journalisten, mensenrechtenactivisten en internationale waarnemers niet toelaten is het onmogelijk om deze cijfers exact te achterhalen.

Anne-Linn Machielsen spreekt tijdens de demonstratie van FWPC & XR. (15 augustus 2021)Beeld: Priscilla Jufuway

Inheemse stem wordt niet gehoord

Het (neo)koloniale geweld tegen Inheemse gemeenschappen is een structureel probleem dat ook elders speelt. Denk aan de twee andere grootste tropische gebieden ter wereld: het Braziliaanse Amazonegebied, waar onder andere ijzererts te vinden is, en de Congolese regenwouden, die rijk zijn aan kobalt. Daar en elders ter wereld staan Inheemse volkeren aan de frontlinie om hun land te verdedigen en de biodiversiteit te beschermen. Ze krijgen te maken met criminalisering, intimidatie, landonteigening en fysiek geweld: elke twee dagen wordt een landverdediger gedood, de meeste van hen zijn Inheems.

Zonder Inheemse en dekoloniale perspectieven op de klimaatoplossingen zal de klimaat- en biodiversiteitscrisis blijven voortduren

Zulke cijfers zijn waarschijnlijk onderschattingen, maar laten wel haarscherp zien dat zonder Inheemse en dekoloniale perspectieven op de klimaatoplossingen zal de klimaat- en biodiversiteitscrisis dus blijven voortduren.

Het zesde rapport (2022) van VN-klimaatpanel IPCC benoemde kolonialisme voor het eerst in 30 jaar als aanjager van de klimaatcrisis, die bovendien de kwetsbaarheid van gemeenschappen vergroot door de voortdurende ongelijkheid en marginalisering. Dat de koloniale dimensie van de klimaatcrisis door de IPCC wordt erkend, is een bescheiden stap in de goede richting, maar de laatste klimaatconferentie in Egypte (2022) maakte ook weer duidelijk dat Inheemse gemeenschappen geen prominente rol spelen bij de totstandkoming van rechtvaardig klimaatbeleid, aangezien ze geen officiële plek bij de onderhandelingen hebben gekregen.

Beeld: Priscilla Jufuway

Dekoloniale klimaatrechtvaardigheid

Het wordt tijd dat we een rechtvaardige energietransitie nastreven die ook de belangen van Inheemse gemeenschappen behartigt. Zij moeten als prominente spelers aan tafel zitten bij klimaatbeleid, en niet symbolisch onder het mom van inclusie. We moeten voorbijgaan aan de eurocentrische ‘techno-fix’ van duurzaamheid. Het uitgangspunt moet dekoloniale klimaatrechtvaardigheid zijn.

Kap met duurzaamheid, wees rechtvaardig

Er worden al stappen gezet op dit vlak. In verschillende landen zijn Inheemse mensen minister. In Brazilië werd de Inheemse activist Sonia Guajajara begin dit jaar de eerste ‘minister van Inheemse volkeren’. Eerder vormde Jacinda Ardern in Nieuw-Zeeland al een kabinet waarvan een kwart van alle 20 ministers van de Maori afstamt (inclusief de benoeming van Nanaia Mahuta tot minister van Buitenlandse Zaken). Mahuta is in deze functie de eerste Maori vrouw met deze functie in Nieuw-Zeeland. Maar diversiteit alleen is niet voldoende zolang Inheemse kennis geen centrale plek en meer macht heeft in internationale overleggen.

Inheemse volkeren laten zien hoe het ook kan. Zo is er de ‘Congress of Nations and States’ opgericht, met als doel om gelijkwaardige relaties tussen naties en staten tot stand te brengen. Of denk aan de ‘Red Nation’, een coalitie van Inheemse en niet-Inheemse activisten die een Red Deal publiceerden, als tegenhanger van de westerse ‘Green New Deal’. Ook in West-Papua bouwen Inheemse groepen actief aan nieuwe systemen. In West-Papua ontwikkelden leiders van de onafhankelijkheidsbeweging ULMWP de ‘Green State Vision’, op basis van de waarden van de Inheemse Melanesische stammen van West-Papua.

Zonder verandering blijft kolonialisme voortbestaan, verhuld in een groen jasje.

Inheemse gemeenschappen staan aan de frontlinie als het gaat om de bescherming van natuurgebieden en biodiversiteit. Het wordt tijd dat machthebbers écht naar hen en hun belangen luisteren. Multinationale mijnbouwbedrijven die genocidaal en ecocidaal handelen mogen geen rol meer spelen. En aangezien de rijkste 1 procent het meest vervuilt, moet de elite ook leren consuminderen. Alleen zo kunnen we nieuwe oplossingen vinden voor een daadwerkelijk rechtvaardige energietransitie. Anders blijft kolonialisme voortbestaan, verhuld in een groen jasje.

Groene schijn: we kappen de Amazone voor ‘schone’ windmolens

Een illustratie van een zeer diverse mensenmassa, met mensen met verschillende huidskleuren en haardrachten.

Geen 'ontwikkelingsland', maar wat dan wel?

  1. Vanwege de negatieve connotatie en de koloniale herkomst vermijdt OneWorld de term ‘inheems’ normaliter; we kiezen meestal voor ‘oorspronkelijk’. Als een auteur bewust ‘Inheems’ schrijft, handhaven we dat mits geschreven met een hoofdletter. De hoofdletter toont respect, omdat het gaat om een collectieve identiteit, net zoals ‘Canadees’ een hoofdletter heeft. Lees hier meer over het woord Inheems. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons