Christiaan Kuipers van De Bonenparade Beeld: Chavez van den Born

Deze straatboer brengt industrieterreinen tot leven

Geen plek zo versteend en sfeerloos als het bedrijventerrein, maar Christiaan Kuipers weet daar wel raad mee. Met De Bonenparade plant hij groenten en bloemen om zo’n blokkendozendoolhof tot leven te brengen voor mens en insect. En er is haast bij.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Vanochtend werd hier heel wat afgezoemd.” Christiaan Kuipers (30), alias de Straatboer, staat gebogen over een recent gezaaide strook met bijenvriendelijke bloemen. Ernaast zigzaggen wat fruitbomen en tien stappen verder staan klimplanten rondom de regenpijpen van bedrijvencomplex Business Center De Bedrijvige Bij in Zaandam. Kuipers werkt in het pand bij milieuorganisatie Urgenda. Daarnaast richtte hij stichting Straatboer op om stukken openbare ruimte te ‘vergroenten’ en ‘verbloemen’, onder meer om bijen en andere insecten te helpen overleven in versteend gebied.
OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.
De planten rondom de regenpijp vormen een perfect team, vertelt Kuipers. Elk heeft zijn eigen taak. “De snijbonen slaan stikstof op in hun wortelknolletjes; daar houden de klimcourgette en de tomaat van. En door de bloemen, Afrikaantjes, laten aaltjes en witte vliegjes de tomaat met rust.”

Bloemen als mensenlokkers

Het is onmiskenbaar: Kuipers is een tuinierofiel. Als hij niet bij Urgenda op kantoor zit, waar hij als projectleider circulaire economie werkt, dan staat hij ergens in de aarde te wroeten. Met De Bonenparade, een van zijn Straatboer-projecten, wil hij leven terugbrengen op bedrijventerreinen. “Die staan vol met lelijke blokkendozen, met vaak een stuk groen eromheen waarvan het gras wordt kort gehouden. That’s it. Ik plant op die stroken bijvoorbeeld snijbonen, tomatenplanten, zonnebloemen en stokrozen. Dat is goed voor insecten en mooi en lekker voor de mensen die er werken. Ik zeg altijd gekscherend dat ze in plaats van een peukie te roken tijdens de lunch, nu boontjes kunnen plukken voor het avondeten.”

De paar regenpijpen die Kuipers in Zaandam heeft opgeleukt, zijn maar een schaalmodelletje. ”Op een bedrijventerrein in Zwolle kweek ik eetbare gewassen langs een kilometer aan hekwerk”, vertelt hij trots. “Daarvoor heb ik van zes organisaties toestemming en een kleine bijdrage gekregen.”

Op een bedrijventerrein in Zwolle kweek ik eetbare gewassen langs een kilometer aan hekwerk

De bloemen die hij tussen de planten zet lokken zowel insecten als mensen, zegt Kuipers: “Mensen zien ze vanuit hun kantoorraam en als ze die van dichtbij komen bekijken, zien ze ook de andere planten.” Hij haalt de koffieprut van de bedrijven op en gebruikt die als voedingsstof. “Hopelijk denken ze tijdens het koffiedrinken: dit gaat straks naar de boontjes.”

Als je wilt dat mensen meer bij hun voedsel stilstaan, dan moet je ze laten zien hoe het groeit, is Kuipers’ overtuiging. “Ik wil tonen hoe makkelijk de planten omhoogschieten, en dat er aan bonen ook heel mooie bloemen zitten. Hopelijk raken mensen geïnspireerd en gaan ze zelf tuinieren, maken ze bewustere keuzes in de supermarkt of kopen ze meer groente in plaats van vlees – de slogan van De Bonenparade is niet voor niets: ‘Van spek naar bonen’.”

Boeren voelen zich vaak niet begrepen, en stadse mensen weten maar weinig over hun voedsel

“Er is nu zoveel afstand tussen de landbouw en de stad: boeren voelen zich vaak niet begrepen, en stadse mensen weten soms maar weinig over hun voedsel.” Kuipers staat geregeld met zijn oren te klapperen als hij thuis vrienden op bezoek heeft en bij een rondje door zijn tuin merkt dat ze sommige groenten voor het eerst zien groeien. “Dan zeggen ze: ‘Wat een mooie plant zeg!’ en dat is dan gewoon een rode biet. Of: ‘Wow, groeien er zoveel tomaten aan één plant?’ Bij mij is dat er juist met de paplepel ingegoten, en ik vind het leuk om anderen ook enthousiast te maken.”

Geen boer, dan maar bioloog

Kuipers groeide op in Blauwhuis, een dorp met vijfhonderd inwoners midden in Friesland. “Mijn ouders brachten me de liefde voor tuinieren bij en ik vond het altijd heel leuk om naar de boerderij van mijn oom te gaan. Op mijn achtste ontfermde ik me thuis al over een groentetuin en een bloemenkas. Eerst hielp ik mijn vader, daarna nam ik het steeds meer over.”

Het tuinieren hield Kuipers junior zo bezig dat hij op zijn tiende een artikeltje – getiteld ‘De groentetuin’ – schreef voor het dorpsblad, waarin hij zijn dorpsgenoten op de hoogte stelde van de laatste stand van zaken. ‘De prei is niet goed gelukt, er hebben muizen aan gezeten want ik zag dat er allemaal hapjes uit de wortels waren genomen.’

Christiaan Kuipers van De BonenparadeBeeld: Chavez van den Born
De wat-wil-je-later-worden-vraag was dan ook een inkoppertje: boer! “Maar dat is lastig als je ouders geen boer zijn. Je hebt zóveel geld nodig in het begin… Vaak erven mensen de boerderij en de grond van hun ouders.” Biologie studeren dan maar. En daarna onderzoek doen voor Rabobank, naar de rol van algen en zeewieren in een nieuw voedselsysteem. “Ik werd me toen steeds meer bewust van duurzaamheid, en de uitdaging om de wereld met toenemende klimaatverandering, op een zo natuurlijk mogelijke manier, van gezond voedsel te voorzien.” Hij volgde een extra master energie & milieukunde en ging bij Urgenda werken.

Studentenhuizen vergroenten

Het werk voor Urgenda geeft Kuipers veel voldoening. Hij organiseert bijvoorbeeld jaarlijks een vriendschappelijke wedstrijd tussen zorginstellingen, die proberen met behoud van comfort zo energiezuinig mogelijk te worden. Toch doet hij nog altijd niets liever dan een schop in de grond zetten. Als hij na werk in Zwolle aankomt, waar hij woont samen met zijn hoogzwangere vrouw, dan trekt hij direct zijn overhemd uit om een uurtje te tuinieren. Zijn tuinliefde is algemeen bekend in zijn vriendenkring – bij zijn bruiloft hadden alle gasten zaadjes als cadeau meegenomen.

“Tijdens mijn studietijd in Groningen heb ik weleens met het idee gespeeld om tuinen van studentenhuizen te ‘vergroenten’ – dat is nu vaak toch meer een berging voor winkelwagentjes en andere troep. Ik heb het bij één huis gedaan, dat was erg leuk: met zijn allen de tuin op de kop en mooi maken. Meer is er toen niet van gekomen.”

Ruim 80 procent van de groenten, fruit en noten die wij eten is afhankelijk van bestuiving: wij kunnen léven omdat er insecten zijn

Maar een zaadje was geplant, en dat is nu onder meer als De Bonenparade uit de grond gekomen. Er komen veel mooie dingen in zijn project samen, vindt Kuipers. Voor het kweken, planten, water geven en het maken van informatiebordjes voor voorbijgangers werkt hij samen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die een leerwerktraject volgen bij de Zwolse organisatie Tiem.
Christiaan Kuipers van De BonenparadeBeeld: Chavez van den Born
En als er zware regen valt, kan het bedrijventerrein dat dankzij de planten beter absorberen. De bonen halen bovendien wat CO2 uit de lucht en de biodiversiteit neemt toe omdat insecten nu kunnen overleven tussen al dat asfalt. Via nieuwsbrieven leren de mensen die op het bedrijventerrein werken over hoe dat allemaal in elkaar steekt – “Wij kunnen léven omdat er insecten zijn. Ruim 80 procent van de groenten, fruit en noten die wij eten is afhankelijk van bestuiving door insecten. Volgens mij kunnen mensen daar nog bewuster van worden gemaakt.”
Beeld: Christiaan Kuipers
Kuipers toont op zijn telefoon foto’s van het bedrijventerrein in Zwolle, waar hij een kilometer aan planten neerzet. Er is zoveel asfalt dat je de pronkbonen, snijbonen, stamslabonen, stokslabonen, stokdroogbonen en het Zwolse heilig boontje nauwelijks ziet. Denkt hij niet af en toe: dit is een druppel op een gloeiende plaat? “Soms voel ik me heel klein, als ik met mijn bakfiets met tuinspullen over zo’n groot stenen terrein rijd. Maar dan krijg ik een positieve reactie van iemand, of ik zie een plant opkomen, en daar zit enthousiasme. Druppels tellen ook, iedere extra bij telt, en CO2 hoopt zich op dus ieder klein beetje minder is mooi meegenomen. Bovendien zijn er in Nederland ruim 3600 bedrijventerreinen, dus je kunt behoorlijk wat impact maken.”

We zeggen vaak dat we de wereld niet slechter achter willen laten dan hoe we hem aantroffen, maar dat doen we wel degelijk

Kuipers hoopt anderen te inspireren om ook met een bedrijventerrein aan de slag te gaan. “Alle terreinen vergroenten zal ons niet lukken. Wij hopen een voorbeeld neer te zetten en dat op te schalen via samenwerking met andere bedrijventerreinen of door andere initiatieven te inspireren. En snelheid is geboden, dus ik zie liever meer initiatieven tegelijkertijd dan dat wij alles in onze hand houden.”

Kuipers is duidelijk niet iemand die zich makkelijk uit het veld laat slaan. “Als ik het zoveelste wetenschappelijke artikel lees over de neergang van de biodiversiteit, is het enige wat ik kan doen nog harder bijdragen”, zegt hij. “Dat is wat mij drijft, om naast Urgenda nog een stapje extra te doen en mensen te inspireren. Zeker nu ik over een paar weken vader word, zit ik hier veel over na te denken. We zeggen vaak dat we de wereld niet slechter achter willen laten dan hoe we hem aantroffen, maar als je erover leest, doen we dat wel degelijk. Dat zorgt er bij mij voor dat ik hier dag in dag uit mee bezig wil zijn.”

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Stichting DOEN. Stichting DOEN ondersteunt groene, sociale en creatieve initiatieven van voorlopers, zoals Christiaan Kuipers.

Red de natuur met je eigen minibos

'Ik wil (veel) meer betalen voor mijn vlees'

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons