Beeld: Nanna de Jong
Essay

De klimaatstrijd kan niet zonder feministische mannen

Vlees eten, in grote auto’s rijden… Ideeën over wat het betekent om een ‘echte’ man te zijn staan een duurzamere wereld in de weg, zegt Lieke Knijnenburg. En inderdaad: mannen blijken minder bereid om hun gedrag aan te passen dan vrouwen.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Met een trillende onderlip zet klimaatactiviste Greta Thunberg haar koptelefoon af tijdens een bezoek aan de Europese Commissie. Na een bevlogen appel aan de politieke leiders om te luisteren naar de klimaatwetenschappers die de noodklok luiden, brabbelt toenmalig voorzitter van de Europese Commissie Jean Claude Juncker iets over ‘water-saving toilet flushes’. Niet echt de radicale agenda waar Thunberg op hoopte. Ze kan de vertaling niet meer aanhoren.

Het moment, vastgelegd in de documentaire I Am Greta, illustreert niet alleen op pijnlijke wijze de kloof tussen activistisch jong en het oude establishment, maar ook een betekenisvolle aanvaring tussen een jonge vrouw en een man; die tweede kloof wordt ook wel de eco gender gap genoemd. Want wat blijkt: de klimaatstrijd moet het voorlopig nog niet van mannen hebben.

Mannen lopen achter

In 2015 publiceerde het Amerikaanse Pew Research Center een onderzoek naar wereldwijde klimaatzorgen. In rijkere landen, waar de meeste CO2 wordt uitgestoten, bleken mensen zich minder zorgen te maken over klimaatverandering dan in landen die minder bijdragen aan de ecologische ontwrichting. Opvallend was ook het verschil in denken tussen mannen en vrouwen. Niet alleen zijn mannen minder dan vrouwen geneigd klimaatverandering te zien als een serieus probleem, ze zijn er ook minder van overtuigd dat grote verandering in hun persoonlijke leven nodig zijn om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Nederlandse mannen eten anderhalf keer meer vlees dan vrouwen, ze recyclen minder, rijden en vliegen meer kilometers

Een problematische overtuiging, aangezien juist overconsumptie de drijvende kracht is achter klimaatverandering. Het is ook meer dan eens aangetoond dat mannen minder duurzaam consumeren dan vrouwen. Nederlandse mannen eten bijvoorbeeld anderhalf keer meer vlees dan vrouwen, ze recyclen minder, rijden en vliegen meer kilometers en voelen zich daar bovendien minder schuldig over, bleek ook uit onderzoek van I&O research.

Vrouwen lopen voorop in de beweging richting een duurzamere wereld, mannen blijken minder gewillig. Dat is ook terug te zien op het hoogste niveau: terwijl mannelijke machthebbers als Donald Trump en Jair Bolsonaro klimaatverandering afdoen als nepnieuws, presenteren vrouwelijke leiders als de Finse premier Sanna Marin en de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern moedige klimaatplannen. Wat weerhoudt mannen ervan om hun steentje bij te dragen?

Een echte man eet vlees

Het is verraderlijk om terug te vallen op stereotiepe genderverschillen om de kloof te verklaren. Zo benadrukt onderzoek van rond de eeuwwisseling dat vrouwen meer geven om dieren en om de planeet omdat zij empathischer en altruïstischer zouden zijn. Recentere studies branden zich niet aan deze achterhaalde stereotypes; ze laten liever genuanceerder zien hoe duurzaamheid en gender verweven zijn.

Kappen met die ‘duurzame’ katoenen tasjes

Wel zíen we milieubewust gedrag als vrouwelijk, blijkt uit internationaal onderzoek naar ons consumentengedrag, dat in 2016 gepubliceerd werd in de Journal of Consumer Research. Duurzame boodschappentassen, verpakkingsvrije winkels en recyclen waarderen we niet genderneutraal; we waarderen het meer als vrouwen het doen, en mannen worden er zelfs een beetje op afgerekend. De onderzoekers wijten dit aan het stereotype van de ‘groene vrouwelijke consument’. Zien we iemand zonder gêne een plastic boodschappentas afrekenen, dan zijn we geneigd die persoon te beschrijven in mannelijke termen: macho en dominant. Iemand met een herbruikbare canvas tas – overigens ook vrij slecht voor het milieu – zijn we geneigd als vrouwelijk te bestempelen: zachter en gevoeliger.

Ook vlees eten is omgeven met genderverwachtingen. Gegrild vlees, waar de diersoort het liefst nog in te herkennen valt, associëren we met kracht en masculiniteit, zeggen de wetenschappers. Een echte man eet rood vlees. De studie verklaart mede waarom mannen minder duurzaam consumeren: uit angst om voor ‘verwijfd’ of ‘soy boy’ te worden aangezien.

Selderij eten in een hummer

In hun dagelijkse handelen ervaren mannen voortdurend dat hun mannelijkheid op het spel staat. Terwijl feminien zijn meer is gekoppeld aan lichamelijke eigenschappen, blijkt masculiniteit namelijk vooral een kwestie van gedrag. Dat je een ‘echte man’ bent, zul je telkens moeten bewijzen: met een bepaalde manier van lopen, kleden, praten en consumeren. Wie aan de mannelijkheidsnormen voldoet, zit in het winnende genderteam – met de bijbehorende privileges.

'Ik wil niet meer mannelijkheid, maar menselijkheid'

Maar de straf bij afwijking is hoog. Mannen die zich niet stoer, rationeel, dominant en heteroseksueel gedragen riskeren uitsluiting, belediging of zelfs geweld, laat Jens van Tricht zien in Waarom feminisme goed is voor mannen. De cover van het boek illustreert dit treffend: ook mannen zijn gevangen in een dwingend keurslijf.

Mannelijkheid is kortom een fragiel construct. Wanneer iemand de indruk krijgt dat zijn man-zijn op het spel staat, ontstaat dan ook de neiging om deze genderidentiteit op andere manieren te bevestigen, blijkt uit sociologisch onderzoek.

Een Hummer-reclame uit 2007 illustreert dit treffend. Twee witte mannen loeren in de supermarkt naar elkaars boodschappen op de band. Een man in een groene polo rekent een pak tofu af – hét symbool voor een vegetarisch dieet – terwijl hij onzeker kijkt naar de hompen vlees en barbecuesaus van een man in een blauw T-shirt. Dan valt zijn oog op een reclamefolder van Hummer: een automerk dat door de spierbundel Arnold Schwarzenegger op de kaart is gezet. De tofu-man snelt de winkel uit.

De hele samenleving feminiseert, mannelijke idealen staan onder druk

Bron: www.youtube.com

‘De man mag geen man meer zijn’

Als we populaire vaderfiguren als Jordan Peterson en Elliott Hulse moeten geloven, wordt masculiniteit anno 2020 niet alleen bedreigd door katoenen tasjes en tofu. De hele samenleving feminiseert, mannelijke idealen staan onder druk door theorieën over giftige mannelijkheid en radicaal gelijkheidsdenken. De man kan geen man meer zijn en dreigt de strijd der seksen te verliezen, luidt ook het inmiddels bekende narratief dat rondwaart in de online manosphere, waar vooral witte jonge mannen hun persoonlijke frustraties en angsten delen.

De angst voor bedreigde masculiniteit gaat hand in hand met klimaatscepticisme

De onzekerheden rond mannelijkheid vormen een extra drempel voor mannen om mee te bewegen met duurzame ontwikkelingen. Op grotere schaal zien we dan ook hoe de angst voor een bedreigde masculiniteit hand in hand gaat met klimaatscepticisme. In 2014 analyseerden onderzoekers de argumenten van een groep klimaatsceptici in Zweden die het klimaatdebat actief beïnvloeden via conservatieve denktanks. Volgens deze groep, op één uitzondering na witte mannen uit het bedrijfsleven en de academie, wordt niet het klimaat bedreigd, maar staat de moderne industriële samenleving onder druk.

Zij bedoelen daarmee: een samenleving die is vormgegeven door hun perceptie van mannelijkheid. ‘Eco-fundamentalisten’ ageren volgens hen niet alleen tegen de roekeloze exploitatie van de planeet, maar tornen ook aan de norm van mannelijke dominantie. Dat verklaart ook waarom klimaatscepticisme niet zelden hand in hand gaat met antifeminisme. De agressie die Thunberg in I Am Greta over zich heen krijgt, lijkt voornamelijk te komen van oudere mannen die haar emotioneel, hysterisch en labiel noemen. Stereotiepe labels die niet voor het eerst worden gebruikt om een vrouwelijke stem het zwijgen op te leggen.

Feminisme voor mannen

‘Climate change is a man-made problem and must have a feminist solution’, stelde Mary Robinson, oud-president van Ierland, gevat tijdens een bijeenkomst voor klimaatexperts in Londen in 2018. Klimaatverandering raakt vrouwen harder dan mannen, licht ze toe, terwijl vrouwen minder te zeggen hebben over het gevoerde beleid.

We hebben de zogenaamd vrouwelijke kanten van mannen nodig in ons streven naar een duurzame wereld

Maar de dynamiek werkt twee kanten op: om de uitputting van de aarde een halt toe te roepen, moeten we niet alleen beter luisteren naar vrouwen, maar ook oog hebben voor de barrières die mánnen ervan weerhouden zich in de strijd tegen klimaatverandering te mengen.

Want benauwende ideeën over wat het betekent om een ‘echte’ man te zijn staan een duurzamere wereld in de weg, zo zien we. We leerden mannen de zogenaamd vrouwelijke kanten van zichzelf te onderdrukken die we hard nodig hebben in ons streven naar een duurzame wereld: zorgzaamheid, kwetsbaarheid en inlevingsvermogen.

Als we de verdere ontwrichting van het klimaat willen tegengaan, zullen we dus moeten breken met die geïnternaliseerde opvattingen over gender. Oftewel: de klimaatbeweging schreeuwt om feminisme voor mannen.

‘Klimaatonrecht vraagt om niet-westerse verhalen’

Een vroedvrouw kan ook een man zijn

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons