Eveling Aleman is tortillera, net als haar moeder, en maakt de maispannenkoek al sinds haar tiende. Ze woont en werkt in Leon, een middelgrote stad in Nicaragua, waar het sinds april al onrustig is. Met demonstraties en rellen protesteren Nicaraguanen tegen het dictatoriale regime van president Ortega.

Wat brood voor ons is, is de tortilla voor de Nicaraguaan. Iedereen eet ze elke dag bij elke maaltijd – als taco, gefrituurd, met kaas of vlees erop – de combi-naties zijn eindeloos. Zelfs na dertig jaar tortilla’s maken, is Eveling Aleman er nog altijd gek op: “Die eetcultuur verlies je niet.”

Hoewel zij op haar dertiende met school stopte om te werken, helpen haar dochter Alison (23) en zoon Juan Carlos (19) mee, naast hun studie. “We zijn een team. Mijn man, die bouwvakker is, helpt me met het wassen van de maïs en gaat naar de molen, mijn zoon brengt de tortilla’s bij eethuisjes en mensen thuis, mijn dochter helpt me met het bakken en ons eten klaarmaken.”

Zes dagen per week staat Aleman om drie uur op, wast de maïs, laat het malen bij de molen, maakt het deeg en bakt de tortilla’s. Ze verkoopt ze op straat. Zo’n achthonderd stuks per dag. Dat aantal is verminderd sinds de rellen en de barricades die op elke straathoek zijn opgeworpen. “Rond vier uur zijn de straten nu verlaten. Door de onrust is het ’s avonds gevaarlijker op straat en haast iedereen zich naar huis. Ook veel eethuizen zijn gesloten.”

Overdag maken de activisten een opening in de barricades, zodat de mensen erlangs kunnen, tegen de avond worden ze weer dicht gemaakt. Toch zeurt niemand en wordt er vriendelijk gegroet bij de barricades en maken burgers zich kwaad over hun president. Ook Aleman klaagt niet. Hoewel de politiek haar niet interesseert, is ze het eens met de protesten, zeker toen de eerste doden vielen. “Als ik wat meer tijd had, zou ik meedoen.”
