Waarom raakt de opvolger van de VN-milleniumdoelen maar niet bekend bij het volk? En hoe nuttig is deze mondiale agenda? OneWorld portretteert de uitvoerders. Zijn dit de ambtenaren en consultants of burgers?
Eervol schoonmaken
Onderbetaald, onverzekerd en honds behandeld. Het lot van schoonmakers. Daarom richtte Anoesjka Imambaks Maid at Home op. Werelddoel 5 en 8

“Vooral in Rotterdam worden mensen uit de bijstand gekieperd
In Nederland is schoonmaakwerk veelal het domein van ongedocumenteerde migranten. Zeven jaar geleden startte Anoesjka Imambaks (34) Maid at Home om schoonmakers zichtbaar te maken voor klanten en ze status te geven. “Het is een vak waarop je trots mag zijn. Voordat ik het bedrijf begon, volgde ik een schoonmaakopleiding. Daar leerde ik dat het gaat om de details: dat je een belletje krijgt van de klant als je de tandenborstels links hebt gezet waar ze altijd rechts staan.”
Ze ging in de leer bij Laamia Elyounoussi die het succesvolle bedrijf Schone Zaak runt en haar medewerkers onder meer Nederlandse les aanbiedt. “Als vrouwen in de bijstand perspectief krijgen, straalt dat af op hun kinderen. Zo los je maatschappelijke problemen op.”
De praktijk blijkt weerbarstig. “Werkloosheid is maar een van de problemen waarmee ze worstelen, dus dat vraagt om andere coaching dan alleen schoonmaken en vriendelijk zijn tegen de klant. Ik dacht eerst dat iedereen dankbaar zou zijn als ik ze op de loonlijst zette.” Maar bij een aantal vrouwen verdween daardoor de prikkel om op te komen dagen.
Ze heeft er wel begrip voor. “Vooral in Rotterdam is een hard regime om mensen uit de bijstand te kieperen.”
Noodgedwongen verlegde Imambaks haar aandachtspunt naar oudere, vaak minimaal opgeleide werklozen die bij vermogende families aan de slag gaan als housekeeper. Ze wil een opleiding opzetten voor maids zoals die ook voor butlers bestaat. En ze lobbyt voor de legalisering van schoonmaakwerk via een voucher systeem zoals in België. Een particulier koopt een voucher en betaalt daarmee de schoonmaker. Die krijgt daarvoor loon bij een gemeentelijk loket. “De overheid bespaart zo op uitkeringen, creëert werkgelegenheid en maakt huishoudelijke hulp voor iedereen beschikbaar.”
Kindhuwelijk als ziekte
India heeft het hoogste percentage kindhuwelijken ter wereld. Psycholoog Kriti Bharti vond in het Indiaas recht verschillende wetten die dit fenomeen verbieden. Werelddoel 1, 4, 5 en 16.

“Ik zie nog net zoveel slachtoffers als voorheen
Van ongeveer de helft van de huwelijken in de Indiase regio’s Rajasthan en Bihar zijn de bruid en bruidegom nog geen achttien. Uit het jongste VN-rapport blijkt dat het percentage kindhuwelijken wereldwijd de afgelopen tien jaar spectaculair is gedaald: van 50 naar 27 procent. De VN streeft ernaar het kindhuwelijk binnen vijftien jaar compleet uit te bannen.
Psycholoog Kriti Bharti (30, ongetrouwd) zet zich daar met haar stichting Saarthi Trust voor in sinds 2011: “Ik geloof deze cijfers niet. Ik zie nog net zoveel slachtoffers als voorheen. Onlangs belde een meisje dat zou worden uitgehuwelijkt. Ik gaf het door aan het districtshoofd om het te stoppen, maar later bleek het huwelijk op een andere plek alsnog gesloten. Toch ging deze zaak de boeken in als een geannuleerd kindhuwelijk.”
Bharti heeft een telefonische hulplijn en een opvangcentrum. Geregeld gaat ze in gesprek met gemeenschapsleiders om hen ervan te overtuigen kinderen niet te huwen. Haar belangrijkste wapen is de wet. “Tijdens mijn studie ontmoette ik Laxmi. Ze was als eenjarige uitgehuwelijkt en nu ze achttien was, was het tijd voor haar gauna, de echtverbintenis. Ze riep mijn hulp in. Toen ontdekte ik dat er een wet uit 2006 is die kindhuwelijken verbiedt. De minimumleeftijd waarop je mag trouwen is voor meisjes achttien en voor jongens 21. En de ontbinding van een huwelijk is géén scheiding: de meisjes hoeven niet te leven met dit stigma.” In 2012 is het huwelijk van Laxmi ontbonden. Een unicum.
Omdat de wet amper wordt toegepast, is Bharti sceptisch over de werelddoelen: “Het kindhuwelijk is een ziekte. Gebrek aan educatie en de bruidsschat spelen daarin een grote rol. Sinds 1929 is er al een koloniale wet tegen het kindhuwelijk, maar er verandert nog te weinig.”
Fietsen voor gelijkheid
Jaarlijks sterven zo’n 40.000 Egyptenaren door vervuiling. De oplossing in Caïro? Pak de fiets. Werelddoel 3, 5, 11, 12 en 13

“Sommige mensen kijken hun ogen uit als ik langsfiets
Boven Caïro hangt een dikke laag smog, de straat is vaak een vuilnisbelt en toeterende auto’s beïnvloeden de gezondheid. Maar sinds elf jaar is in het straatbeeld een verandering gaande. Je ziet er mensen fietsen, zoals Rola Mostafa Nazmi (23), die zich aansloot bij Green Arm. Samen met UN Habitat en het stadsbestuur promoot deze organisatie met dertig vrijwilligers de fiets voor een gezondere levensstijl en duurzaamheid. Zo’n duizend fietsers zijn bij hen aangesloten.
“Een paar jaar geleden was het niet gangbaar om op straat te fietsen”, zegt Ahmed ElDorghamy (36), medeoprichter van Green Arm. De infrastructuur was de eerste stap, want fietspaden zijn hard nodig in de stad met 19,5 miljoen inwoners en 4,3 miljoen geregistreerde motorvoertuigen. Fietsers moeten veilig langs de auto’s kunnen manoeuvreren. “Dat vraagt om een omwenteling in de gedachtengang van de massa, anders blijven mensen fietspaden zien als handige parkeerplekken”, zegt hij.
Green Arm begon als burgerinitiatief van milieuactivisten en oprichters van de fietsersgemeenschap in Egypte. De werelddoelen waren hun leidraad. “Voor ons staat de fiets symbool voor sociale gelijkheid in de openbare ruimte, verantwoordelijkheid voor het milieu, gendergelijkheid en normalisering”, zegt ElDorghamy. Met het volgende project Sekketak Khadra plus willen ze niet alleen jongeren, maar ook vrouwen, kinderen, ouderen en mensen met een beperking betrekken. Rola Mostafa Nazmi zet zich daarvoor in: “Een meisje op de fiets wordt niet helemaal geaccepteerd. Sommige mensen kijken hun ogen uit als ik langsfiets. Maar ik zet gewoon mijn koptelefoon op en negeer ze.”
Het is enorm belangrijk dat de fietscultuur voet aan de grond krijgt in Egypte, zegt ze, als alternatief voor auto’s en bussen. “Het perspectief van mensen zal alleen veranderen als je zelf initiatief neemt.”
Duurzame designer
Ontwerper Omar Munie werkt in zijn atelier met mensen van allerlei achtergronden. Hij deelt kennis, verbindt en wil iets teruggeven aan de samenleving. Werelddoel 8, 9 en 10

“Probeer je voor te stellen dat er oorlog uitbreekt en je alles moet achterlaten
“Om nare herinneringen te verdringen, moet je aan de bak.” De succesvolle ontwerper Omar Munie (30) vluchtte als negen jarige – zonder moeder – uit het door conflict verscheurde Somalië. In zijn Haagse atelier biedt hij langdurig werklozen van allerlei achtergronden, onder wie ook Syrische statushouders, een opleiding van een half jaar. “Met de juiste motivatie en voldoende vaardigheden kunnen ze daarna aan de slag in mijn bedrijf Dreamfactory”, legt Munie uit. Nu produceren werknemers een mix van zeven nationaliteiten achter in de winkel zijn tassen en armbanden.
Hij groeide in de jaren ’90 op in Bergen (NH), destijds een witte enclave. “Ik bewaar er warme herinneringen aan. De buurvrouw liet me kennismaken met de Nederlandse cultuur: ‘Goedemorgen zeggen en een boterham met hagelslag eten’.” Inmiddels is Nederland minder gastvrij, maar voor Munie staat waardering voorop. “Ik ben een trotse Nederlander en geef graag iets terug. Er is nu meer angst dan twintig jaar geleden, terwijl het aantal vluchtelingen kleiner is. Dat is voor mij moeilijk te begrijpen.
90 procent van de migranten zijn serieuze vluchtelingen. Probeer je voor te stellen dat er oorlog uitbreekt in Nederland en je alles moet achterlaten.”
De noodzaak van verbinding bracht hij tot uitdrukking in een armband die hij maakte van reddingsvesten van vluchtelingen. Een deel van de opbrengst gaat naar zijn stichting The Dutch Tulip die vluchtelingen aan werk helpt. Hergebruik van materialen resulteerde in de Blue Sea Bag, die is gemaakt van afgedankte visnetten. “Ik heb een haat-liefdeverhouding met de zee. Op weg naar Europa heb ik verschrikkingen op zee meegemaakt, maar als je over het strand loopt, kan de zee je op goede ideeën brengen.”