Op Bantar Gebang wordt niet alleen dagelijks 7.000 ton troep gedumpt, er is ook een complete samenleving ontstaan. Zo is Muji niet alleen plasticverzamelaar, maar ook vroedvrouw in het bij de stortplaats ontstane dorp Ciketing Udik. Vroeger groeiden nederzettingen langsrivieren, omdat het water nodig was voor levensonderhoud. Nu ontstaan er dorpen aan de rand-van afvalstortplaatsen.
De Italiaanse fotograaf Elisabetta Zavoli, die sinds 2012 in Jakarta woont, legde het leven rond Bantar Gebang vast. Zij noemt plekken als deze ‘de nieuwe mijngebieden’, omdat de materialen in de vuilnishopen als nieuwe, ruwe grondstoffen beschouwd kunnen worden. De inwoners zijn volgens Zavoli hedendaagse mijnwerkers. “Er zijn bergen gemaakt van afval, er is herrie vanaf- en aanrijdende vuilniswagens en er zijn geuren van composterend groenafval”, vertelt ze.
“De 25 meter hoge afvalberg is op veel plekken instabiel en kan instorten als er mensen op lopen
De afvalberg trekt al jaren volk aan. “Veel bewoners zijn binnenlandse migranten die van het platteland komen op zoek naar werk. De meesten zijn niet formeel geschoold”, legt Zavoli uit. Vooral met plastic zoeken, verzamelen en doorverkopen aan handelaren en recyclingcentra verdienen de meesten hun geld voor scholing van de kinderen of gezondheidszorg.
Het verzamelen van afval is niet alleen zwaar werk, het is ook gevaarlijk. De 25 meter hoge afvalberg is op veel plekken instabiel en kan instorten als er mensen op lopen. Ook scherpe voorwerpen en schadelijke chemicaliën vormen een gevaar. Het is dan ook officieel illegaal om op Bantar Gebang te wonen en op de afvalberg te klimmen, maar de overheid grijpt niet in. Het is typerend voor de afvalcrisis waarin Indonesië zich bevindt, waarin er meer afval wordt geproduceerd dan het land kan verwerken. Zavoli:-“Wat ooit een tijdelijke oplossing leek voor veel mensen, wordt nu langzaam een vaste leefomgeving, ingeklemd tussen de maatschappij en wat de maatschappij wegdoet.”





