Interview

‘Ik schaam me als Chinese mensen erachter komen dat ik geen Chinees spreek’

Met een gemengde afkomst kan het lastig zijn om aansluiting te vinden binnen de Nederlandse cultuur. Andersom kan ook: Nederlander Melissa Yu-Wen* baalt juist van haar afstand tot de Chinese cultuur.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Als kind heb ik vanaf mijn derde twee jaar in Hong Kong gewoond. Mijn vader kwam daar vandaan en mijn moeder is half Nederlands en half Engels. Uiteindelijk verhuisden we naar Nederland, maar op mijn achtste gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging weer naar China en ik werd daarna vooral opgevoed door mijn moeder. Die was zelf voornamelijk Nederlands, en daarom kreeg ik vooral Nederlandse invloeden mee. Ik zag mijn vader daarna ongeveer een keer per jaar.”

“Op mijn dertiende begon ik mij meer Chinees te voelen, maar niet omdat ik mij niet thuis voelde in Nederland of weleens gepest werd om mijn afkomst. Het ging om het gemis van mijn vader. We hadden gewoon veel te weinig contact. Ik dacht, als ik me meer Chinees voel, krijg ik misschien ook meer contact met hem. Ik realiseerde pas jaren later waar ik mee bezig was. Ik ging namelijk Chinese Cultuur en Taal studeren met de verkeerde motieven, Ik kwam erachter dat ik al die vakken over China helemaal niet zo interessant vond – ik wilde vooral de taal leren om beter contact met mijn vader te krijgen.”

Ik leerde voor het eerst echt discriminatie kennen als moslim, dan word je echt in een hokje geduwd

“Taal werd daarna de grootste barrière. Zonder taal kun je jezelf niet redden en loop je veel cultuur mis. Dat merkte ik als kind al. In Nederland schaam ik mij als ik andere Chinezen leer kennen die erachter komen dat ik de taal niet spreek. En mijn man is Chinees. Bij mijn schoonfamilie kan ik wel in grote lijnen raden waar het over gaat, maar ik kan bijvoorbeeld niet meelachen om de grapjes. Bovenal speelt het een rol in de connectie met mijn eigen familie. Ik wilde een diepere band opbouwen met mijn vader en zijn familie. Als je elkaar niet begrijpt en niet voorbij basale gesprekjes komt, voelt dat als een afwijzing. Natuurlijk heb ik geprobeerd de taal te leren, maar met cursussen stop ik vaak al na twee weken. Dat heeft te maken met angst. Wat als ik straks wel vloeiend Chinees spreek en alsnog een vreemde eend in de bijt ben?”

“Overigens zijn mijn man en ik bekeerde moslims. Ik werd dat na een spirituele zoektocht. Daarna speelde mijn religie een rol in mijn identiteit. Enerzijds maakte het het lastig. Ik droeg een tijd een hoofddoek, waardoor veel mensen dachten dat ik Turks of Marokkaans was. Samen met mijn Chinese man werd ik dan veelal nagestaard door Marokkaanse mensen. In hun ogen was de combinatie van een ‘Marokkaanse’ en een Chinees raar. Maar ook in Chinese kringen kreeg ik daar heel veel mee te maken. Ik leerde toen voor het eerst echt discriminatie kennen, want als moslim word je echt in een hokje geduwd.”

Ik stimuleer mijn oudste om Chinees te verstaan en te spreken, ook al ben ik niet de persoon die het hem leren kan

“Maar het dragen van een hoofddoek voelde anderzijds ook prettig. Ik voelde mij bijvoorbeeld onder Marokkaanse vriendinnen sterk onderdeel van een identiteit, namelijk die van moslima. Dat maakt het dus juist weer makkelijker voor mij, want ik zocht naar mijn identiteit. Ik voelde me minder sterk verbonden met de Nederlandse en Chinese cultuur.”

Hoewel Melissa en haar man nog steeds islamitisch zijn, draagt ze geen hoofddoek meer. Dat komt omdat religie volgens haar een ‘heel persoonlijke beleving’ is. Ze vindt het lastig om constant geconfronteerd te worden met de stereotypen die over de islam bestaan. Het geloof is nu meer een privé-aangelegenheid, ‘en dat geeft rust’. Dat geldt net zo goed voor haar etnische achtergrond. “Ik zit nu precies tussen de Chinese en Nederlandse identiteit in, en dat is prima zo. Het enige wat ik wil is de taal leren.”

Als moeder, bekeerde moslima en gemengde Nederlander vormt ze op geheel eigen wijze een brugfunctie, al is dat meer voor haar kinderen. “Nu mijn oudste twee is, begint het opvoeden pas echt. Ik heb veel nagedacht over hoe ik dat wil aanpakken. We hebben uiteindelijk besloten dat we de kinderen wel facetten willen meegeven. Waaronder het geloof, al moeten ze daarin zelf hun weg kiezen als ze volwassen zijn. Maar bovenal is de taal belangrijk. Ik gun niemand het gevoel dat ik heb gehad. Aan mijn oudste merk ik soms dat hij het Chinees ook niet helemaal begrijpt bij zijn familie. Ik stimuleer hem daarom om zich in het Chinees te verdiepen, ook al ben ik niet de persoon die het hem leren kan. Natuurlijk laat ik hem ook weten dat het niet erg is. Ik zeg hem dan eerlijk: ‘Mama spreekt ook niet goed Chinees’.”

Dit was deel 3 uit een serie; lees ook deel 1 en deel 2.

*Omwille van haar privacy is de naam van Melissa gefingeerd. Haar echte naam is bij de redactie bekend.

In gesprek met 'bloed-genoten': deel 1

In gesprek met 'bloed-genoten': deel 2

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons