Opinie

Aseksualiteit is geen ziekte, dus maak ‘genezen’ strafbaar

Hoewel de Grondwet het sinds kort verbiedt, komt discriminatie van aseksuele mensen nog volop voor, zelfs door psychologen en seksuologen. Amber Witsenburg pleit ervoor aseksualiteit expliciet te noemen in wetten en beleid. ‘In de Emancipatienota staat alleen een voetnoot over aseksualiteit.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Onlangs werden twee ‘non-discriminatiegronden’ toegevoegd aan artikel 1 van de Grondwet: handicap en seksuele gerichtheid. Op zichzelf al een mijlpaal, maar voor de aseksuele gemeenschap was het helemaal bijzonder. In het debat in de Eerste Kamer over de grondwetswijziging werd bevestigd dat aseksualiteit1 onder de noemer ‘seksuele gerichtheid’ valt in deze wettelijke context.

Voor de aseksuele gemeenschap is dit al vanzelfsprekend: aseksualiteit is een op zichzelf staande seksuele oriëntatie. Maar met die bevestiging is aseksualiteit voor het eerst ook officieel erkend als een seksuele oriëntatie in nationale wetgeving. Voor zover bekend is Nederland het eerste land met deze erkenning. Aangezien alle wetten in lijn moeten zijn met de Grondwet, wordt het nu ook tijd dat andere wetgeving in Nederland inclusief wordt naar aseksuele personen.

Voetnoot

Als voorzitter van de Nederlandse Organisatie Aseksualiteit (NOA) maak ik sinds vorig jaar regelmatig tripjes naar Den Haag om te praten met politici en beleidsmakers. Ik zie dat aseksualiteit in Nederland langzaamaan bekender wordt, en dat het besef begint te komen dat de aseksuele gemeenschap specifieke belangen heeft die moeten worden vastgelegd in beleid en wetgeving.

In de Emancipatienota staat alleen een voetnoot over aseksualiteit

Wat die belangen zijn heb ik namens de NOA al eens samengevat in tien verschillende onderwerpen. Zo proberen we via nationaal beleid voor elkaar te krijgen dat er meer onderzoek komt naar de aseksuele gemeenschap en ervaringen van aseksuele mensen, bijvoorbeeld om in kaart te brengen hoe groot die gemeenschap is of wat de ervaringen zijn van aseksuele mensen met seksueel geweld en discriminatie. Ook willen we dat er wetgeving komt die pogingen om aseksualiteit te ‘genezen’ tegengaat.

Momenteel valt de aseksuele gemeenschap helaas nog buiten de boot als het aankomt op beleid. Zo noemt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in de Emancipatienota, die eind 2022 verscheen, dat in onderzoek naar de lhbti+-gemeenschap moet worden gestreefd naar inclusie van intersekse en non-binaire personen. Aseksuele personen hadden mooi in dat rijtje gepast, maar worden helaas slechts één keer, in een voetnoot, benoemd in het hele document. Daar valt dus nog wat aan erkenning te winnen.

Conversiehandelingen

Waarom is het nu zo belangrijk dat aseksualiteit wordt benoemd in beleid en wetgeving? Dat aseksualiteit nu expliciet in de Grondwet benoemd wordt als seksuele gerichtheid, maakt nog niet dat er ineens minder discriminatie is naar aseksuele mensen. Toch is dit expliciet benoemen van belang. Allereerst is zichtbaarheid belangrijk: iedereen die met beleid in aanraking komt dat aseksualiteit benoemt, zal zich erin moeten verdiepen en zo wordt aseksualiteit steeds zichtbaarder. Ook wordt aseksualiteit daarmee als gelijkwaardig beschouwd ten opzichte van andere seksuele oriëntaties die al in beleid en wetgeving worden benoemd. Maar uiteraard heeft specifieke wetgeving uiteindelijk ook een concreet effect op de levens van aseksuele mensen.

Een wetsvoorstel dat dit illustreert is het voorstel over de strafbaarstelling van conversiehandelingen, dat zich momenteel in de voorbereidende fase bevindt. Daarin wordt het strafbaar om behandelingen aan te bieden die iemands seksuele oriëntatie of genderidentiteit zouden moeten veranderen of onderdrukken, bijvoorbeeld door medische behandeling of cognitieve therapieën. Hoewel uit Brits onderzoek blijkt dat 2,3 procent van de (cisgender) aseksuele respondenten dit soort conversiehandelingen heeft ondergaan en 7,9 procent behandeling voor hun geaardheid aangeboden heeft gekregen2, lijkt aseksualiteit niet te zijn meegenomen bij het opstellen van het Nederlandse wetsvoorstel.

Een seksuoloog adviseerde een aseksuele persoon om ‘meer te tongzoenen’

Zo focust de begeleidende documentatie bij het voorstel zich op conversiehandelingen binnen een religieuze context. Uit Australisch onderzoek naar ervaringen van aseksuele personen wereldwijd blijkt echter dat aseksuele personen eerder binnen de reguliere gezondheidszorg en de ggz behandelingen voor hun geaardheid (aangeboden) krijgen.

Deze onderzoeken laten zien dat aseksuele personen vaak te maken krijgen met negatieve reacties wanneer ze hun seksuele geaardheid delen met artsen. Ze worden niet geloofd, krijgen een behandeling of medicatie ter ‘genezing’ van hun aseksualiteit, krijgen andere medicatie of bestaande medicatie wordt gestopt. Allemaal omdat artsen vaak niet geïnformeerd zijn over aseksualiteit en denken dat het een (symptoom van) een aandoening is in plaats van een seksuele oriëntatie.

Tekst gaat verder na het kader.

Discriminatie

Buitenlands onderzoek laat zien dat aseksuele mensen met diverse vormen van discriminatie en achterstelling te maken krijgen. Zo blijkt uit Brits onderzoek dat er meer werkloosheid is onder aseksuele mensen dan onder andere lhbti+’ers: slechts 62,6 procent van de aseksuele respondenten had in het jaar voorafgaand aan het onderzoek een betaalde baan.3 Het onderzoek maakt niet duidelijk wat de oorzaak daarvan is.

Verder heeft 21 procent van de aseksuele respondenten in dit onderzoek negatieve ervaringen gehad in de zorg vanwege hun seksuele oriëntatie. Zo kregen ze bijvoorbeeld ongepaste vragen van zorgprofessionals of hun specifieke behoeften werden genegeerd. Australisch onderzoek toont bovendien aan dat 30,1 procent van de aseksuele respondenten te maken heeft gehad met partnergeweld.

Hoewel er geen onderzoek bestaat met cijfers voor de Nederlandse context, gaan binnen de aseksuele gemeenschap genoeg verhalen rond die doen vermoeden dat de Nederlandse psychologen het niet veel beter doen. Een vrijwilliger bij de NOA kreeg na diens coming out bij de GGZ bijvoorbeeld te horen dat diens aseksualiteit wel onderdeel uit zou moeten maken van een ‘mentale stoornis’. Een paar jaar geleden vertelden twee aseksuele mensen aan Psychologie Magazine hoe ze van een seksuoloog en een psycholoog het advies kregen om hun seksuele opwinding te bevorderen, door ‘meer te tongzoenen’ of ‘ontspanningsoefeningen’ te doen.

Geen aandoening

Dat de ervaringen van aseksuele mensen over het hoofd worden gezien als het aankomt op wetgeving is jammer, want wetgeving zou ertoe kunnen bijdragen dat aseksualiteit door meer mensen wordt gezien als seksuele oriëntatie in plaats van een medisch probleem. De commissaris voor de Mensenrechten in de Raad van Europa, Dunja Mijatović, stelt in een pleidooi voor wetgeving tegen conversiehandelingen dat deze ‘demedicalisering’ van lhbti+’ers bijdraagt aan het idee dat hun identiteiten geen aandoening zijn en daarom ook niet te genezen zijn door conversiehandelingen. Als wetgeving erkent dat aseksualiteit niet te genezen is omdat het een seksuele oriëntatie is, dan volgt daar ook uit dat deze geaardheid geen aandoening is.

Discriminatie en uitsluiting van aseksuele personen komt volop voor

Wat zou het effect in de praktijk zijn van wetgeving tegen conversiehandelingen als aseksualiteit daar expliciet in zou worden opgenomen? Misschien zie ik het te optimistisch, maar ik denk dat er ineens heel veel meer bewustwording komt over aseksualiteit in het medisch veld. Zorgprofessionals zijn dan immers strafbaar als ze aseksuele mensen een behandeling aanbieden met als doel hun seksuele geaardheid te veranderen. Ze zullen zich moeten inlezen en dat zal hun dienstverlening aan aseksuele patiënten verbeteren. We moeten ernaartoe dat aseksuele patiënten serieus worden genomen, geen misdiagnoses krijgen vanwege hun geaardheid, en geen behandelingen of medicijnen krijgen om hun geaardheid te ‘genezen’.

Voor een groot deel moet het medisch veld hier zelf voor zorgen, maar wat mij betreft moeten de politiek en de overheid hiervoor ook hun rol innemen. En niet alleen op dit gebied. Zoals artikel 1 van de Grondwet aangeeft, is discriminatie wegens seksuele gerichtheid verboden. Maar discriminatie en uitsluiting van aseksuele personen komt volop voor, in allerlei gebieden. Erkenning is dus nog maar stap één.

'Ik hoef geen seks, ook dat is vrijheid'

Aseksuele mensen hebben geen libido (en nog vier misvattingen)

  1. Aseksueel zijn wil zeggen dat je geen seksuele aantrekkingskracht voelt. Het is niet hetzelfde als niet verliefd kunnen worden, of helemaal niet romantisch tot anderen aangetrokken zijn. ↩︎
  2. Ter vergelijking, voor (cisgender) homoseksuele en lesbische respondenten in ditzelfde onderzoek was dit respectievelijk 2,3 en 5,3 procent. ↩︎
  3. Ter vergelijking, voor homoseksuele en lesbische respondenten in ditzelfde onderzoek was dit 87,6 procent. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons