Aseksuele mensen hebben geen libido (en nog vier misvattingen)

Ongeveer 1 op de 100 mensen voelt geen seksuele aantrekkingskracht. Dat is geen keuze, maar een geaardheid. Eentje waar nog veel misvattingen over bestaan.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het wordt ook wel de vierde geaardheid genoemd, naast hetero-, homo- en biseksualiteit, en representeert de ‘a’ in ‘lhbtqia+’: aseksualiteit. Toch is er relatief weinig over bekend. Een Brits onderzoek naar het geschatte aantal aseksuele personen uit 2004 was lange tijd het enige bekende. Pas de laatste jaren wordt er meer onderzoek naar gedaan, zoals door kenniscentrum Rutgers in 2017 (monitor Seksuele Gezondheid in Nederland).

Onwetendheid

In artikelen en televisie-items krijgen aseksuele mensen vaak dezelfde, stigmatiserende vragen voor hun kiezen: ‘hoe komt het dat je zo bent?’, ‘hoe weet je dat je geen seks met een ander wil, als je dat nooit hebt geprobeerd?’. Er wordt verbaasd gereageerd op de ontdekking dat sommige aseksuele personen masturberen of relaties aangaan. Het illustreert het opvallende gebrek aan kennis over dit onderwerp. Weinig mensen halen het tegenwoordig nog in hun hoofd om homo’s of lesbiennes naar de oorzaak van hun seksuele oriëntatie te vragen, laat staan de zekerheid ervan in twijfel te trekken.

Mijn lichaam wil soms seks, maar ik niet

Veel van dit soort vragen zijn gestoeld op onwetendheid en vooroordelen, en maken het aseksuele personen mogelijk nog moeilijker om open te zijn over hun seksuele identiteit. Amber (achternaam bekend bij de redactie), die zichzelf een ‘aseksuele activist’ noemt, schrijft op diens blog Ace-tivist: ‘Ik krijg het idee dat niet-aseksuelen te vaak informatie over aseksualiteit krijgen die gekleurd is door compulsory sexuality (verplichte seksualiteit, het idee dat iedereen seksuele aantrekking ervaart) en heteronormativiteit (het idee dat iedereen hetero is).’ Verschillende online media geven soms tegenstrijdige informatie over aseksualiteit.

Dit zijn een paar van de meest voorkomende misvattingen (en waarom ze niet kloppen).

Misvattingen

‘Aseksuele personen kennen geen seksuele gevoelens’
Iemand die aseksueel is, voelt geen seksuele aantrekkingskracht naar andere personen. Dit betekent niet dat het lichaam geen seksuele gevoelens, ofwel fysieke opwinding kan ervaren – en het verklaart waarom sommige aseksuele mensen wél masturberen. Dat is dan een fysiek genotsgevoel, zonder seksuele fantasieën waar een ander persoon een rol in speelt. ‘Mijn lichaam wil soms wel seks, maar ik niet’, zo legt interviewkandidaat Laura in een reportage van Veronica TV uit. Het Aseksueel Voorlichtings- en Educatie Netwerk (AVEN) vergelijkt de lichamelijke opwinding en zelfbevrediging van aseksuele personen met jeuk: je krabt en het gaat weg. Aseksualiteit staat dus niet gelijk aan een gebrek aan libido.

Aseksualiteit staat niet gelijk aan een gebrek aan libido

‘Aseksuele personen kunnen geen seks hebben’
Aseksuele mensen zijn niet geslachtsloos: het is voor hen fysiek mogelijk om seks te hebben met iemand, maar ze willen dat simpelweg niet. Dat is overigens niet hetzelfde als celibatair leven, waarbij gekozen wordt voor een ongehuwd – en omdat dit voornamelijk in religieuze kringen voorkomt ook een seksloos – bestaan. Het verschil zit in de seksuele aantrekkingskracht: die kunnen personen die celibatair leven wel ervaren, maar ze kiezen ervoor om daar niet naar te handelen. Aseksualiteit is geen keuze, maar een geaardheid. Daarnaast bestaan er zeker aseksuele mensen die wel een relatie aangaan of zelfs trouwen.
‘Aseksualiteit is een aandoening’
Wetenschappers weten niet precies waarom er mensen zijn die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen, vertelt seksuoloog Peter Leusink in een aflevering van EenVandaag. Volgens hem zijn er wel onderzoeken naar aseksualiteit gedaan waaruit blijkt dat: aseksualiteit is aangeboren, de hormonen van aseksuele mensen niet afwijkend zijn, en seksueel misbruik en/of depressie niet vaker voorkomt onder aseksuele mensen dan onder niet-aseksuele personen.
‘Aseksualiteit is een genderidentiteit’
Een genderidentiteit zegt iets over hoe mensen hun gender beleven. Gender verwijst naar de eigenschappen, kenmerken, rollen en gedragingen die de maatschappij aan een geslacht heeft toegeschreven. Het al dan niet ervaren van seksuele aantrekkingskracht heeft daar niet direct mee te maken.

Dat er geen lust is, betekent niet dat verliefdheid onmogelijk is

‘Aseksuele personen kunnen niet verliefd worden’
Aseksuele personen die niet verliefd kunnen worden, noemen zichzelf doorgaans a-romantische aseksuele personen. Andere aseksuele mensen kunnen wel degelijk verliefd worden. AVEN maakt op de website onderscheid tussen lust (seksuele aantrekkingskracht) en verliefdheid (romantische aantrekkingskracht). Het ontbreken van lust betekent dus niet dat verliefdheid automatisch uitgesloten is.

Met verliefdheid ontstaat vaak ook het verlangen om een relatie te hebben, net zoals bij seksuele personen. Er kan dan intimiteit gedeeld worden – knuffelen, kussen: de grens tot het seksuele is voor iedereen anders – zoals in iedere andere relatie. Zo kunnen aseksuele personen zichzelf ook identificeren met de termen hetero, homo of bi, alleen wordt het woord ‘seksueel’ dan vervangen voor ‘romantisch’. Een aseksueel persoon die zich romantisch aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht noemen we dan ‘homoromantisch’.

Aseksuele typen

Een bekende manier om iemands seksuele oriëntatie te definiëren is de Kinsey-schaal. Aseksualiteit heeft in deze schaal ook een plek: de ‘X’ voor ‘no socio-sexual contacts or reactions’. Maar net zoals seksualiteit een spectrum is, is er ook binnen aseksualiteit een verscheidenheid aan mensen met verschillende behoeften, gevoelens en seksuele en/of romantische reacties. Er kunnen vier typen aseksuele personen – allen ervaren dus géén seksuele aantrekkingskracht naar anderen – worden onderscheiden.
Type A: heeft een libido maar ervaart geen romantische aantrekkingskracht. Deze persoon kan lichamelijk opgewonden raken, maar wordt niet verliefd.

Type B: heeft geen libido maar ervaart wel romantische aantrekkingskracht. Deze persoon raakt niet lichamelijk opgewonden, maar kan wel verliefd worden.

Type C: heeft een libido en ervaart romantische aantrekkingskracht, maar legt hiertussen geen verband. Deze persoon kan lichamelijk opgewonden raken en verliefd worden, maar die twee staan wel los van elkaar.

Type D: heeft geen libido en ervaart geen romantische aantrekkingskracht. Deze persoon raakt niet lichamelijk opgewonden en wordt niet verliefd.

Grijs gebied

Dan zijn er tot slot mensen die zich wel verwant voelen met aseksualiteit, maar zich in deze term of de onderscheidende typen niet volledig herkennen. Aseksualiteit wordt namelijk altijd gekenmerkt door een volledig gebrek aan seksuele aantrekkingskracht en is daarom een relatief strikt begrip. AVEN onderscheidt nog een tweetal seksuele oriëntaties dat verwant is aan aseksualiteit: ‘halfseksuele mensen’ – op andere media ‘demiseksueel’ genoemd – en de ‘grijze A’s’.

Seksuele aantrekkingskracht is voor demiseksuele mensen wel mógelijk, als er een sterke emotionele connectie is

Demiseksuele mensen ervaren in principe geen seksuele aantrekkingskracht naar andere personen, net zoals aseksuele mensen. Het verschil is dat die seksuele aantrekkingskracht voor demiseksuele mensen wel mógelijk is, als zij een sterke emotionele connectie met iemand hebben. De lustgevoelens zijn dan wel onlosmakelijk verbonden met die ene, specifieke persoon.

Grijze A’s zijn mensen die zich bijvoorbeeld niet identificeren met de huidige geseksualiseerde cultuur, die ervoor kiezen om niets met hun seksuele gevoelens doen, alleen maar soms seksuele aantrekkingskracht ervaren of een laag libido hebben.

Seksualiteit en daarmee ook aseksualiteit is moeilijk meetbaar, en de vraag is of we elk aspect van seksuele diversiteit moeten willen labelen. Anderzijds werken hokjes en termen helend voor mensen die hun identiteit niet goed kunnen plaatsen en daardoor gevoelsmatig buiten de samenleving staan.

Wetenschappers hebben een poging gedaan om een vragenlijst op te stellen waarmee ze claimen te kunnen bevestigen of iemand aseksueel is. De ‘Asexuality Identification Scale’ bestaat uit twaalf stellingen zoals ‘ik walg van de gedachte aan seksuele activiteiten’, ‘ik zou het prima vinden als ik nooit meer seks heb’ en ‘ik snap niet waarom mensen zoveel belangstelling hebben voor seks’. Maar de simpelste en belangrijkste graadmeter blijft het uitblijven van seksuele aantrekkingskracht naar andere mensen. Dát is tenslotte wat aseksualiteit definieert.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op OneWorld.nl in oktober 2018.

Wat als je partner (of jijzelf) geen seks meer wil?

'Ik durf nu vaker mijn mond open te trekken'

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons