Beeld: Tammy van Nerum
Interview

‘Ik durf nu vaker mijn mond open te trekken’

Toen videomaker Lize Korpershoek door een condoommerk werd gevraagd om samen te werken voor een ‘vagina wash’, was haar reactie: ‘Waar blijft jullie ‘piemel wash’?’ Gaandeweg werd haar werk idealistischer. “Vroeger zou ik zo’n opdracht overwegen, nu word ik daar kwaad van.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Niet meer vliegen, geen vlees meer of nooit meer nieuwe kleren?

“Eigenlijk vind ik dat allemaal prima. Iets opgeven leidt tot een creativiteit die me aanspreekt. Vlees eet ik al sinds 2005 niet meer. Nooit meer vliegen levert interessante nieuwe situaties op. Stel dat je per schip naar de VS reist: hoe bijzonder is dat! Wat me stoort is dat de verantwoordelijkheid voor vliegen nu bij de consument wordt gelegd, terwijl de overheid dit kan en moet reguleren. Hopelijk wordt vliegen door corona minder normaal. We moeten niet bang zijn voor dit soort veranderingen, we wennen echt wel aan een nieuwe situatie.”
Lize Korpershoek (Den Helder, 1985) maakt video’s, podcasts en documentaires. Ze is presentator, illustrator en voormalig model, en had een column in Viva. Ze werd bekend door de YouTube-serie Adviezen van Lize en haar korte documentaire Mijn seks is stuk (2019), waarin ze onderzocht hoe het kan dat in een langdurige relatie haar zin in seks verdwijnt.

Optimist of pessimist?

“Ik ben gewend altijd beren op de weg te zien; mijn moeder ziet ook altijd eerst het probleem. Het is dan ook steeds schipperen tussen de pessimist in mij, en de optimist, die vecht tegen die stem van mijn moeder. Toen ik een huis wilde kopen, dacht ik: ‘Nederland loopt binnenkort toch onder water, dus wat heeft het voor zin?’ In dat soort gevallen voelt de optimist – ‘Zo’n vaart zal het toch niet lopen’ – meer als realist. Maar die optimist kan ook naïef zijn; we worden geregeld met de neus op de feiten gedrukt, zoals nu met de coronacrisis. Wie zo’n pandemie voorspelde, werd afgedaan als overdreven pessimistisch.”

Idealist of ondernemer?

“Ik zou het allebei niet op mijn visitekaartje zetten. Ondernemer voelt meer als iemand met een eigen horecazaak en als idealist zag ik mezelf ook nooit. Mensen laten lachen was lang mijn ideaal, dat komt voort uit een heftige jeugd waarin ik vooral de harmonie wilde bewaren. Gaandeweg is er meer idealisme in mijn werk geslopen. Het helpt dat ik nu meer mijn mond durf open te trekken.

Ik vroeg ze waar hun ‘piemel wash’ blijft

Zo wilde een condoommerk met mij samenwerken. Hun uitgangspunt: vrouwen zijn onzeker over hun ‘vrouwelijke hygiëne’ en missen daardoor seksueel plezier. Een ‘vagina wash’ zou dat wel oplossen. Vijf jaar geleden had ik zo’n opdracht nog overwogen, maar nu werd ik er zo kwaad van. Ik heb ze terug gemaild en gevraagd waar hun ‘piemel wash’ blijft.”

Gevoelige thema's zoals racisme bespreken aan de eettafel of anderen daar niet mee lastig vallen?

“Mijn moeder, zus en ik hebben heel andere ideeën, dus dat kan wel eens ongemakkelijk worden, maar we praten overal over. Door mijn jeugd – in een wit dorp, thuis vooral RTL en GTST, nooit naar een museum – had ik het gevoel dat ik veel kennis moest inhalen. En ik blijf nog steeds leren. Twee jaar geleden vroeg een reisorganisatie mij en zeven anderen voor een fotoproject in Gambia. Eenmaal daar voelde het helemaal niet goed om als Europeanen ‘exotisch’ Afrika te fotograferen. Eenmaal terug in Nederland kreeg ik veel afkeurende reacties, over het white savior complex, hoe ik mijn privilege niet erkend had. Natuurlijk is die kritiek niet fijn om te horen, maar dit was een les die ik moest leren.”

Intersectioneel feminisme en validisme: termen die iedereen moet kennen of geen idee waar ik het over heb?

“Ik ken ze, maar ook pas een jaar of twee. De pessimist in mij zegt: ‘Je kunt niet verwachten dat iedereen dit weet’. Aan de andere kant: fantastisch als dat bewustzijn groeit. Met mijn documentaire Mijn seks is stuk wilde ik zelf iets bijdragen aan betere representatie, in dit geval van het thema verminderde zin in seks. Want alles draait om representatie; hoe vaker je iets ziet, hoe normaler het wordt.

Bevolkingsgroepen naar beneden halen houdt ideeën en structuren in stand

Op mijn school werd je nog gepest als je homo was, in mijn moeders tijd zéi je dat niet eens. En nu is het onder tieners normaal. Vroeger zeiden wij nog ‘mongool’ tegen elkaar, nu kan dat echt niet meer. Laatst zei een vriendin gekscherend: ‘Ik ben zo schizofreen’. Ik merkte dat ik dat niet tof vond. Mijn moeder is schizofreen, met alle gevolgen van dien voor ons gezin. Het idee dat je ‘niks meer mag zeggen’? Van sommige dingen moet je gewoon afscheid nemen. Zoals bevolkingsgroepen naar beneden halen; dat houdt ideeën en structuren in stand. Als we tien jaar lang geen ‘zwarte mensen zijn lui’-grappen meer horen, verdwijnt die hele associatie.”

Dit artikel verscheen eerder in OneWorld Magazine.

'Als je mijn werk 'te zwart’ vindt, waarom huur je mij dan in?'

Wat als ik mijn vulva niet wíl vieren?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons