Beeld: Studio Colorado
Opinie

‘Stop met de wildgroei aan therapietaal’

Gaslighting, triggers, toxic relationships: een heleboel gesprekken lijken tegenwoordig op een therapiesessie, stelt schrijver en psycholoog Marthe van Bronkhorst. Dat is om meerdere reden problematisch, vindt zij. ‘Tegenslag wordt als ziekteverschijnsel bestempeld.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een gesprek dat ik laatst opving over irritatie met een huisgenoot: “Ik vroeg hem: waarom ruim je die lege flessen niet op? Het gaat echt over mijn grens. Maar hij zegt dat het door zijn ADHD komt en dat ik daar rekening mee moet houden.”
Gaslighting.”
“Een narcist.”
De geïrriteerde huisgenoot: “I know. En ik ben conflictvermijdend, dus dit triggert zó mijn anxiety.”

 

Je zou denken dat dit een groepssessie betrof op mijn werk (ik ben psycholoog), maar het was een gesprek tussen mijn sportvriendinnen in de kleedkamer. Ik zou onze manier van praten toxic kunnen noemen, maar zo’n predicaat is juist precíes het probleem: therapy speak 

 

Deel dit

We praten over emoties als psychische symptomen

Er is een wildgroei aan deze therapietaal, het fenomeen waarbij we over emoties praten als psychische symptomen, we elkaar psychologiseren, diagnosticeren en kapotcoachen. Gaslighting (psychologische manipulatie) was in 2022 Merriam-Webster’s woordenboekwoord van het jaar, na een toename van 1740 procent in zoekopdrachten in hun database. De hashtag #ADHD had in 2023 twee miljoen video’s met gezamenlijk 42 miljard views op TikTok. Online wemelt het van de mental health-influencers die alledaagse herkenbaarheid tot bloedserieuze psychologische explainers omtoveren. Slaap je veel? ‘Constant napping and sleeping is the coping mechanism of a person who doesn’t feel safe in their body!’ (@the.holistic.psychologist, 9 miljoen insta-volgers). Wanneer iemand iets doet wat we vervelend vinden, ‘triggert het ons trauma’. Als we willen dat iets op onze manier verloopt, zeggen we ‘een beetje OCD’ te zijn. Val je iemand in de rede? ‘Sorry, it’s the ADHD talking.’ Een van mijn vriendinnen noemt haar ex ‘meneer Onderontwikkelde Prefrontaalcortex’.  

 

Weggepoetst ongemak 

Het gevolg van al die therapiepraat: alle ongemak moet worden weggepoetst en tegenslag wordt als ziekteverschijnsel (‘trauma’) bestempeld. Maar als iedereen scheidsrechter van de eigen mentale gezondheid is, waar is dan nog de ruimte om mensen aan te spreken op hun gedrag en verantwoordelijkheid? Voor je het weet krijg je als repliek: “Dat mag je niet zeggen, daarmee ga je over mijn grens.” En waar is de ruimte om verder te kijken dan de individuele focus en de norm te bevragen?  

 

Deel dit

De tijd dat niet over gevoelens gepraat werd is voorbij

De tijd dat niet over gevoelens gepraat werd is voorbij. In stilte je verdriet verbijten is vervangen door bespreekbaarheid. In de jaren-0-serie The Sopranos maakt maffiabaas Tony Soprano zich al zorgen om die toegenomen zelfonthulling en brult tegen zijn therapeut: ‘Whatever happened to the strong, silent type?’ Ook daarin was de serie visionair: ondanks alle therapie had hoofdpersoon Tony de zelfkennis van een aardbei. Maar therapiewoorden bereikten door de serie wel een miljoenenpubliek.  

 

Zeker, therapietaal kan helpen bij het begrijpen, verklaren en verwerken van de wereld om ons heen, als we in gevoelens of gedragspatronen vastlopen. Zo is ‘altijd maar afgeleid zijn en geïnteresseerd in de omgeving behalve in dat ene taakje dat je moet doen’ makkelijker te begrijpen onder de parapluterm ‘ADHD’. Dankzij die erkenning en herkenning kun je milder zijn voor jezelf. En wie hartkloppingen correct labelt als ‘paniekaanval’ (en geen hartaanval), klopt niet onnodig aan bij de spoedeisende hulp.  

 

Maar we schieten door, en dat is gevaarlijk. Want taalgebruik kleurt onze wereld. Eerder schreef ik op platform Red Pers over pereza, een ‘typisch Spaanse’ aandoening volgens een vriend van mij, die zeer plaatselijk voorkwam in het dorpje van zijn moeder. Pereza – wat letterlijk iets als ‘luiheid of sloomheid’ betekent – was een woord dat mensen gebruikten wanneer ze weerstand en moeheid voelden (‘Qué pereza!’ – ‘Hè bah!’). Het begon als een zegswijze, maar werd steeds meer therapy speak, en daarmee gemedicaliseerd. Als het te lang aanhield gingen dorpelingen naar de dokter, die een placebo voorschreef (suikerwater), waardoor de pereza verdween. Als het werkt, werkt het, zou je kunnen zeggen. Maar er gaat ook iets verloren. Tijd, bijvoorbeeld, en aandacht voor ándere patiënten.  

 

Toxische positiviteit  

Bovendien, therapy speak problematiseert alles. In ‘Yes, and?’ zingt Ariana Grande ‘everybody’s tired and healing from somebody’, alsof verbroken relaties wonden zijn die moeten genezen, in plaats van ervaringen die ons gevormd hebben. Als je menselijke ervaringen zoals verdriet, boosheid, angst, spanning en miscommunicatie steeds labelt en als medisch bestempelt, creëer je een norm die voorschrijft dat zulke ervaringen er niet horen te zijn. Dat is – excusez le mot – toxische positiviteit.  

 

Deel dit

Systematisch onrecht wordt wegverklaard als individuele struggle

Daar zit de kern van het probleem. Therapy speak creëert een neoliberaal maakbaarheidsideaal voor onze psyches. In het essay ‘Vroeger waren de feministen nog anti-psy’ in het tijdschrift Jacobin schrijft Annelies van der Meij over de constante focus op de problematiek van het individu. Daardoor blijven grotere problemen – zoals prestatiedruk, de hectische maatschappij, geldstress, woningnood, vereenzaming – volgens haar buiten schot voor kritiek. Systematisch onrecht wordt in een wip wegverklaard als een individuele struggle 

 

Wie worden het slachtoffer van die egocentrische focus? Gemarginaliseerde groepen. Vrouwen, bijvoorbeeld. Een vriendin van mij, de meest gestructureerde persoon die ik ken, heeft een partner die niet meehelpt in het huishouden. Ze ergert zich aan de chaos in huis en voelt zich steeds tekortschieten, maar kaart dat niet bij hem aan; ze wil de lieve vrede bewaren. In plaats daarvan liet ze onderzoeken of ze ADHD heeft, ‘want dan voel ik dat zelfverwijt niet zo’. Ze heeft nu de diagnose ADHD, maar aan de onderlinge taakverdeling in huis is niets veranderd.  

 

Klassenongelijkheid  

Therapy speak kan ook klassenongelijkheid vergroten. Je zou denken dat de mensen die de meeste stress ervaren door schulden, woningnood of psychische klachten het meeste therapyspeaken. Maar in de huisartsenpraktijk waar ik werk, zie ik deze groep het minst. Hun mentale stress uit zich vaak lichamelijk. Pas als de huisarts niets kan vinden, komen ze bij mij. Het zijn vaak patiënten van 40-plus met een migratieachtergrond die ofwel door een taalbarrière, of door taboes op mentale problemen (die als ‘zwakte’ worden gezien) nog geen woorden hebben voor hun gevoelens. Zíj zouden wel wat vocabulaire en erkenning voor hun psychische klachten kunnen gebruiken. Mensen met een lagere sociaaleconomische status doen vaker een beroep op de ggz met ‘zwaardere’ klachten, ontdekte het Trimbos Instituut: een teken dat zij hun klachten langer laten doorwoekeren. Therapy speakers zijn in mijn ervaring juist meestal jong, digitaal vaardig en relatief rijk. Zij zoeken proactief hulp, kunnen het zich veroorloven om 385 euro aan eigen risico te betalen voor de eerstelijnspsycholoog en vaak nog aanvullende selfcare als massages of een yogaweek.  

 

Deel dit

Je therapy speak bevestigt je eigen gelijk

Therapy speakers zijn slagers die hun eigen vlees keuren. We willen het liefst dat onze problemen begrijpelijk zijn en een quick fix hebben; ‘Ik ben overprikkeld dus ik adviseer mezelf ontspanning’ is veel fijner dan ‘Ik heb angst en ik moet de confrontatie met die angst aangaan.’ Ook wordt ‘in therapie zijn geweest’ een manier om de ander monddood te maken. Je therapy speak bevestigt je eigen gelijk en voelt binnen discussies met anderen als een bewijs van jouw eigen emotionele volwassenheid en het gebrek daaraan bij de ander. Therapeut Esther Perel noemde dit weaponized therapy speak. Alleen, een objectief bewijs dat je een bepaald etiket hebt bestaat niet. Aan verklarende diagnoses wordt een zekerheid toegeschreven die helemaal niet haalbaar is. Wetenschappers die zeggen dat gedrag A door diagnose B komt, proberen verklaring C tot en met Z zo goed mogelijk uit te sluiten. Maar zeker weten doen we het natuurlijk niet.  

 

Bedenk voor je in therapy speak vervalt eens welke norm je daarmee bevestigt, en wie er belang bij heeft dat je zo over jezelf of anderen praat. Ook ik ga mijn goede voornemen toepassen. Geen ‘toxic conflictvermijdende narcist’, ‘traumatisch imposter syndrome’ of ‘high functioning ambivert’ wandelt er nog mijn vocabulaire binnen. Nu maar hopen op genoeg ‘hyperfocus’ en weinig ‘overprikkeling’ om het vol te houden.  

Dit artikel verscheen in maart 2025 in OneWorld Magazine. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons