“Eigenlijk mag ik je dit nog niet laten zien”, zei beeldend kunstenaar Narges Mohammadi (32) tijdens het interview in januari. “De gemeente moet het ontwerp nog presenteren.” Maar omdat het magazine waar dit artikel in verscheen pas daarna op de mat viel, in maart 2025, durfde de maker van het monument Stop geweld tegen vrouwen wel een uitzondering te maken.
Met ‘dit’ doelt Mohammadi op een houten maquette van amper 30 bij 30 centimeter, die ze voorzichtig tevoorschijn haalt uit een kast in haar atelier in Den Haag. Het is een maquette van de muur van een toiletruimte. De stenen buigen plots naar binnen – of naar buiten, afhankelijk van waar je staat – op de plekken waar je het toilet, de wasbak en de plafondlamp verwacht, waardoor de contouren van de meubels verschijnen. “Het echte kunstwerk wordt 2,5 meter hoog”, vertelt Mohammadi, “en van baksteen.”
Deel dit
In de maanden voor haar dood smeekte Hümeyra tientallen keren om hulp bij de politie
De ‘badkamermuur’ moet verschijnen op een centrale plek in Rotterdam en is bedoeld als monument voor vrouwen die slachtoffer zijn of waren van gendergerelateerd geweld, iets waar 41 procent van de Nederlandse vrouwen mee te maken krijgt (zie kader). “De gemeente wilde een monument om eer aan hen te betuigen en zichtbaarheid te geven”, vertelt Mohammadi, “al sinds de moord op Hümeyra.” Eind 2018 werd de 16-jarige Rotterdamse Hümeyra op school doodgeschoten door een 31-jarige man met wie ze een korte relatie zou hebben gehad, nadat die haar en haar familie zeker een jaar lang had gestalkt en bedreigd. In de maanden voor haar dood smeekte Hümeyra tientallen keren om hulp bij de politie.
De gemeente Rotterdam vroeg twee vrouwelijke kunstenaars een ontwerp te maken voor Hümeyra’s monument. De keuze viel op het ontwerp van Mohammadi, dat even weldoordacht als indrukwekkend is. “Het toilet is voor veel vrouwen in gewelddadige relaties een toevluchtsoord”, legt de kunstenaar uit, “omdat het een van de weinige ruimtes is in een huis die op slot kan. In restaurants is het ook de plek waar hulporganisaties hun posters ophangen, om slachtoffers aan te sporen hulp te zoeken.”
Geweld tegen vrouwen en femicide
7 procent van de Nederlandse vrouwen maakt structureel fysiek en/of seksueel geweld mee. 41 procent van de Nederlandse vrouwen maakte ooit fysiek en/ of seksueel geweld mee. Vooral (ex-)partners zijn dader: bijna een op de zes Nederlandse vrouwen heeft seksueel en/of fysiek geweld meegemaakt door een (ex-)partner. Van geweld achter de voordeur (‘huiselijk geweld’) werd een op de vijf vrouwen ooit slachtoffer, net als van stalking.
Dodelijk geweld tegen vrouwen wordt ook wel ‘femicide’ (vrouwenmoord) genoemd. Van femicide bestaat geen nauwkeurige definitie, maar het motief van de dader is in elk geval gendergerelateerd. Volgens het CBS wordt in Nederland gemiddeld elke 9 dagen een vrouw vermoord, meestal door een (ex-)partner. Mannen worden juist vaker vermoord door een onbekende, een kennis of door iemand uit het criminele circuit.
Kinderlijke blik
Je zou Mohammadi gerust een rijzende ster in de beeldende kunstwereld kunnen noemen. Voorlopig hoogtepunt is de prestigieuze Volkskrant Beeldende Kunst Prijs voor opkomend talent, die ze in het voorjaar van 2024 won. ‘Deze kunstenaar gaat het nationaal en internationaal nog ver schoppen’, aldus de jury. Ziet Mohammadi zichzelf als rijzende ster? “Nee. Zo zou ik mezelf niet noemen. Tenzij je reizende bedoelt, met een korte ei?”
Het typeert de bescheidenheid waarmee de Afghaans-Nederlandse kunstenaar spreekt over haar bliksemcarrière: “Ik heb het geluk gehad dat ik bij een aantal plekken flinke stappen kon nemen, die me hebben gebracht waar ik nu ben.” Zo exposeerde Mohammadi onder meer in het Stedelijk Museum Schiedam en het Haagse Museum Beelden aan Zee. In het voorjaar van 2024 was haar werk in Het Noordbrabants Museum onderdeel van een expositie over ‘thuis’, met werk van dertien kunstenaars met een migratieachtergrond.
Deel dit
Ik maak kunst voor het kind in mij, dat veel moest missen
Bezoekers zagen er Mohammadi’s bekroonde afstudeerwerk Passing Traces uit 2020: een slaapkamer waarvan de muren zijn bedekt met 700 kilo zelf geknede halva, een Perzische lekkernij die vaak bij begrafenissen wordt gegeten. Net als in het toekomstige monument tegen geweld tegen vrouwen buigen de muren naar binnen op de plekken waar je meubels verwacht –een bed, een tafeltje. De holle contouren herinneren Mohammadi aan haar eigen kinderkamer, de halva symboliseert traditionele rouwverwerking en een zoete herinnering aan haar jeugd.
Tradities, rouw en herinneringen zijn belangrijke thema’s in het werk van Mohammadi, die vaak sculpturen maakt van opvallende materialen zoals stro of gom. In 2023 verbleef ze ruim een maand in de Hoornse Mariakapel, waar ze een kunstwerk maakte ter ere van haar overleden vader, die in Hoorn op de islamitische begraafplaats is begraven. Het werd een 6 meter hoge ui van doorschijnend suikerglas, dat met verloop van tijd smolt en verviel, als verwijzing naar ontworteling en naar de lagen van verdriet die je afpelt als je om iemand rouwt.
Narges Mohammadi (ca. 1993) is een Afghaans-Nederlandse beeldend kunstenaar, curator en dj. Ze studeerde Kunstgeschiedenis in Utrecht en won met haar afstudeerwerk aan Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag in 2020 de Young Blood Award. Daarna sleepte ze onder meer de Haagse Piket Kunstprijs en de Charlotte van Pallandt aanmoedigingsprijs 2022 in de wacht. Veel van haar werk gaat over herinneringen, rouw, ruimtelijkheid en het onzichtbare.
Verloren jeugd
Maar misschien wel het belangrijkste thema in haar werk is jeugd. Beter gezegd: een verloren jeugd. Of nog beter: een jeugd die er nooit mocht zijn. Mohammadi: “Kunst maken is voor mij een manier om naar de wereld te kijken met een nieuwsgierige, haast kinderlijke blik. Ik doe dat voor het kind in mij, dat veel dingen nooit heeft meegemaakt die andere kinderen wel hebben ervaren.” Mohammadi was pas 7 toen ze met haar ouders en jongere broers uit Afghanistan vluchtte. “In de tijd dat de Russen nog in Afghanistan zaten [de jaren 80, red.], had mijn vader gestudeerd in Moskou. Ons gezin werd dus niet bepaald gezien als vriend van de Taliban en uiteindelijk werd het gewoon te gevaarlijk om er te blijven.”
Mohammadi wil wel vertellen over de vlucht, maar ze kan zich veel dingen niet herinneren. “Maar dan ook echt helemáál niet. Wat ik me wel herinner is dat we op veel rare plekken moesten overnachten, zoals in een boerderijschuur of in een hal. Verstopte plekken, zeg maar. We reisden op alle manieren die je op het nieuws ook ziet: met de boot, verstopt in vrachtwagens, lange wandeltochten. Elke denkbare manier, behalve het vliegtuig. Ik had geen idee waar we heen gingen. Mijn vader wilde naar Engeland, waar hij als ingenieur hoopte te kunnen werken, maar we zijn, gelukkig, gestrand in Nederland.”
Deel dit
Vluchten is een heel basale, menselijke reactie
In 2023 maakte Mohammadi voor het Museum Beelden Aan Zee een werk waarin ze die ervaring vertaalde: The kite that never flew. Daarvoor bedekte ze tientallen strandvoorwerpen met papier-maché, zoals schepjes maar ook een opblaasboot, waardoor ze weliswaar herkenbaar bleven als speelgoed maar ook heel kwetsbaar oogden. Onderdeel van de expositie: een geprint nieuwsartikel over gevluchte mensen die met boten op toeristenstranden aankomen. “Als de wereld die je kent niet veilig is, dan is het een heel basale, menselijke reactie om die veiligheid ergens anders op te zoeken. Dat is overleven.”
Dat overleven is niet voorbij op het moment dat je in een veilig land aankomt, vertelt Mohammadi, zelfs niet als je hoort dat je mag blijven. Tussen haar zevende en tiende woont ze met haar ouders en broers in verschillende asielzoekerscentra (azc’s) in Eindhoven en Friesland. In één van die azc’s overlijdt haar vader, plots, als Mohammadi 10 jaar is. “Het was een heel moeilijke periode, voor mij maar vooral voor mijn moeder: ze sprak de taal nog niet en was opeens alleen met vier kinderen.” Want inmiddels had Mohammadi een derde broertje gekregen. “Hij was pas één toen mijn vader overleed.”
Constant in overlevingsstand
Als je overlijdt in een azc, dan kijkt het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) waar plek voor je is op een begraafplaats. “Dat werd Hoorn. En als je een verblijfsstatus krijgt, bepaalt het COA waar je kunt gaan wonen. Dat werd Sevenum, in Noord-Limburg.” In Sevenum, op zo’n 150 kilometer van het graf van haar vader, kan Mohammadi geen aansluiting vinden bij leeftijdgenoten. “Je moet je voorstellen dat je als 10-jarige ergens in een klas komt waar je niemand kunt verstaan. Ik zat constant in een soort overlevingsstand in de schoolbank. Ik had geen idee wat er gebeurde en waarom, alles was spannend en nieuw en ik deelde nauwelijks ervaringen met mijn klasgenoten.” Grappend: “Ik ben nog steeds heel slecht in het spel 30 Seconds.” Bij dat spel moeten teamgenoten termen en namen uit populaire cultuur voor elkaar omschrijven. “Ik ben bijvoorbeeld niet eens opgegroeid met de Teletubbies!”
Het is eenvoudig om in het werk van Mohammadi de gedeelde ervaringen te zien van gevluchte mensen. Maar daarmee zou je haar tekortdoen, vindt de kunstenaar. “Mijn werk gaat over thema’s die in ons allemaal zitten – soms heel diep – maar niet altijd aan het licht komen. Gevoelens van worteling of juist ontheemding, van eenzaamheid of gemis. Die horen niet alléén bij migratie.”
Deel dit
Het monument gaat over ons, over vrouwen
Spreek een tijdje met Mohammadi en je merkt dat ze haar woorden zorgvuldig kiest. Meermaals nuanceert ze haar uitspraken nog voor het einde van een zin, of buigt ze die op het laatste moment om tot vraag. Maar als ze over het toekomstige monument spreekt, klinkt Mohammadi trefzeker en bewust. Put ze uit eigen ervaringen? Mohammadi denkt een paar tellen na: “Laten we het hierop houden: mijn vader was niet altíjd een lieve man.”
Aan haar moeder vroeg ze toestemming voor het maken van het ontwerp. “Als ze had gezegd: ‘Nee, dat wil ik niet, dit gaat ook over mij’, dan had ik het niet gedaan. Maar ze wilde júist dat ik dit zou maken. Ze had zelfs ideeën. Een paar stenen konden van glas zijn, zodat je door de muur heen kon kijken.” Wat haar vader van het werk zou vinden, heeft Mohammadi zich niet afgevraagd. “We hebben zo lang rekening met hem gehouden. Nu wil ik dat niet meer. Het gaat over ons, over vrouwen, en over de ruimte innemen die je zo lang is ontnomen.”
Een langere versie van dit artikel verscheen in maart 2025 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand