Partnerbericht

ProVeg steunt plantaardige pioniers

De negen nieuwe pioniers die aan ProVeg’s steunprogramma mogen deelnemen zijn bekend. Dit keer zit er geen Nederlandse startup tussen de gelukkigen, maar wat wil je: over de grenzen kunnen ze er ook wat van.

Unieke kans

Elk jaar krijgt een selectie van beloftevolle starters in de plantaardige sector de unieke kans om deel te nemen aan het zogeheten ProVeg Incubator-programma. Dit kun je zien als een soort internationale omhelzing van de betreffende start-up, met concreet: financiering, workshops, hulp bij investeringspitches én de kans om te leren van collega-ondernemers die al internationaal succes hebben in de sector.

The Fast Good Company

In de vorige lichting zat wél een Nederlandse kandidaat, namelijk The Fast Good Company. En daar weten ze nog wel hoe blij ze er toen mee waren. ‘Als startup heb je een lange adem nodig,’ legt oprichter Dylan Duynmaijer uit in een eerder interview. Het nieuws dat ze in het Incubator-programma zaten, kwam dan ook net op het nippertje. ‘We hadden er bijna een baan bij moeten nemen om het uit te zingen tot de zaken gingen lopen. Toen was dat niet meer nodig en konden we ons focussen op het finetunen van ons concept.’ En inmiddels voert de startup gesprekken met Nederlandse en Duitse supermarkten. Het kan dus verkeren.

De nieuwe negen

Laat je inspireren door deze plantaardige pioniers, de nieuwe negen ‘lucky ones’ op een rijtje:

  • Asanté (Mexico). We weten het allemaal: de Mexicaanse keuken leent zich uitstekend voor een volwaardig plantaardig maal en dat is precies waarom het merk Asanté deze interessante keuken in het zonnetje zet in hun producten. Taco, anyone?
  • Bifidice (Chili). IJs als healthy pleasure. Kan gewoon, volgens de Chileense startup Bifidice, die op basis van tien jaar aan onderzoek pro-biotisch plantaardig ijs heeft ontwikkeld dat allergieën en chronische ziekten helpt tegen te gaan. Lekker bezig.
  • EggField (Zwitserland). Een revolutie voor de bakwereld: de startup EggField maakt maar wat graag een eind aan de ellende in legindustrie. Met hun producten maken ze de overgang van dierlijke naar plantaardige baksels extra makkelijk.
  • Kern Tec (Oostenrijk). Deze startup uit Wenen zit in de pitten. Van pruim, tot abrikoos of kers: meestal gooien we die pitten eigenlijk gewoon…weg, toch? No longer! Want de knappe koppen van Kern Tec hebben een technologie bedacht waardoor de pit ineens nut krijgt. Ze maken er hoogwaardige grondstoffen van voor plantaardige producten.
  • Kinoko Labs (Duitsland). In een Berlijns laboratorium wordt driftig gewerkt aan plantaardige alternatieven voor vlees en vis gemaakt van schimmeldraden. Dat klinkt nog niet echt yum, maar ondanks dat duurzaamheid bij Kinoko voorop staat, wordt er geen compromis gemaakt op het gebied van smaak of voedingsstoffen.
  • NØKO (Frankrijk). Zet een vegan foodie en een professionele bokser bij elkaar en ze komen vanzelf op het onderwerp van sportsupplementen. Zo ontstond de startup Noko, dat niet alleen plantaardige, maar ook duurzame én gezonde supplementen ontwikkelt voor sporters die graag tot het uiterste gaan.
  • Omni (Verenigd Koninkrijk). In Londen lusten de honden ook wel een koekje. Liefst vol plantaardige eiwitten, in plaats van dat fabrieksvlees. Tenminste, als het aan Omni ligt. Daar maken ze namelijk producten die een duurzame eiwitbron zijn voor onze trouwste vrienden.
  • ProMeat (India). Als er ergens op de wereld veel mensen vegetarisch eten, dan wel in India, met een uitgebreide traditie van vegetarische gerechten. Hoog tijd voor een startup met plantaardige kipalternatieven dus. ProMeat maakt burgers, gehakt en kebabs van planten.
  • Root Kitchen (Verenigd Koninkrijk). Van vegan Sheperd’s pie, tot Moussaka, of Thaise rode curry: bij Root Kitchen zorgen ze ervoor dat er plantaardige varianten van al die lekkere take-away-gerechten in het diepvriesvak van de super liggen. Net zo makkelijk en lekker als bij een afhaalrestaurant, maar wel gezonder. O en de verpakking? Die is natuurlijk recyclebaar.