Partnerbericht

Pleidooi voor nabijheid van hulp

BLOG| Noordelijke, grote ngo’s moeten meer oog hebben voor de essentiële rol van lokale hulporganisaties. Lokale hulporganisaties zijn na een ramp nu eenmaal sneller en effectiever in staat hulp te leveren. Bovendien maken zij minder kosten. Het wordt tijd voor werkelijke partnerschappen en een eerlijker financieringssysteem.

“Change or die” zegt het lijvige onlangs verschenen rapport The future of aid – INGOs in 2030 tegen internationale ngo’s. Willen ze in de toekomst een bijdrage blijven leveren aan hulpverlening, dan zullen ze onder andere meer oog moeten hebben voor de essentiële rol van lokale hulporganisaties in de landen zelf.

Lokale ngo’s hebben nu eenmaal betere toegang tot de mensen die hulp nodig hebben. Fysieke toegang tot gebieden, waar zij hun wortels hebben. En culturele toegang, doordat zij de taal van de slachtoffers spreken, hun noden begrijpen en hulp daarop nauw kunnen laten aansluiten. Het vertrouwen van getroffenen en hun lokale leiders, zeker in kwetsbare gebieden, in voor hen bekende organisaties is groter dan in hulp ‘van buiten’. Lokale ngo’s gaan niet weg als de eerste nood is gelenigd. Zij zijn, opgezet door de mensen zelf, geworteld in de samenleving en here to stay.

Kan hulp neutraal zijn?

Daarbij is het wel belangrijk dat lokale organisaties neutraal, onpartijdig en onafhankelijk zijn. Dat kan een uitdaging zijn. Hoe stel je je neutraal op in een conflict waar je als individu en in je eigen omgeving direct mee te maken hebt en onderdeel van bent? Hoe blijf je weerbaar tegen belangen van gekleurde fondsen en partijen, van wie je voor het uitvoeren van je werk financieel afhankelijk bent?

In dat soort conflictsituaties is partnerschap tussen lokale en internationale organisaties noodzakelijk. Partnerschap dat is gebaseerd op een evenwichtige meerjarige samenwerking. Overigens: dat ook internationale ngo’s van partijdigheid kunnen worden beticht, zagen we bijvoorbeeld in naoorlogs Afghanistan. Daar werd door lokale organisaties de hele Westerse aanwezigheid vereenzelvigd met belangen van het Westen en Karzai, inclusief internationale hulporganisaties.

Ook het humanitaire financieringssysteem zou eerlijker moeten worden ingericht. Overheden zijn de grootste geldschieter voor humanitaire hulp. Zij kanaliseren hun geld grotendeels (64%) via VN-organisaties, zoals WFP en UNHCR. Ngo’s ontvangen 19% van alle beschikbare fondsen. Daarvan komt driekwart ten goede van internationale – noordelijke – ngo’s als MSF, Save the Children en Oxfam. Nationale en lokale ngo’s ontvingen samen een schamele 2,1% aan directe fondsen. (Cijfers 2015)

Een grotere stem

Organisaties in het Zuiden willen terecht een grotere stem in hoe hulp in hun eigen gemeenschappen wordt ingezet. Meer evenwichtige relaties en partnerschappen en erkenning van de rol van lokale ngo’s in geld en in besluitvorming, zijn nodig om de noden van de groeiende groep mensen die slachtoffer is van rampen en conflicten het hoofd te bieden.

Daarom is het belangrijk dat we ons als sector inzetten om kennis, macht en middelen te delen en zo een eerlijker, effectiever en inclusiever humanitair systeem te creëren. Gelukkig is hiervoor steeds meer aandacht, mede dankzij de afspraken die zijn gemaakt tijdens de World Humanitarian Summit 2016 en vastgelegd in de Grand Bargain. En zijn er internationale lobby-initiatieven als Charter4Change, waarvan deze week de jaarlijkse bijeenkomst werd gehouden in Den Haag. Met 29 ondertekenaars, een aanzienlijk deel ACT Alliance leden, zet Charter4Change zich nadrukkelijk in voor lokalisering van hulp. Zo is deze week afgesproken dat lokale ngo’s een actieve rol krijgen om de ondertekenaars verantwoordelijk te houden voor de verplichtingen die ze zijn aangegaan.

Reflectie op onze eigen rol

Evenwichtig partnerschap betekent meer dan alleen een percentage van de financiering aan lokale actoren geven. Het betekent een nieuwe manier van denken. Het betekent dat wij als hulporganisaties op onze eigen rol moeten durven reflecteren en onderzoeken wat wij kunnen doen om betere partners te zijn van lokale organisaties. Dat we hen niet alleen instrumenteel inzetten, als onderaannemer. Maar hen ondersteunen om een volwaardige onafhankelijke rol in de samenleving te krijgen. En wat we kunnen doen om uiteindelijk onszelf overbodig te maken. ICCO en Kerk in Actie zetten zich hier nadrukkelijk op in via ACT Alliance. Deze week kwamen de noodhulpmedewerkers van de leden van ACT Alliance daarom bijeen om te kijken wat de volgende stappen zijn richting meer lokalisering. Zo is besloten om het Rapid Response Fund te vergroten en om nog meer in consortia te werken.

Lokale hulpverleners zijn dag en nacht in touw om noodhulp te geven aan de slachtoffers van de overstromingen in Nepal en Bangladesh, óók als er geen media-aandacht meer voor is. Deze hulpverleners verdienen onze steun. Doorbreken van patronen is lastig. Na een ramp zijn we geneigd om direct weer op de bekende rijdende trein te stappen. Het is de kunst een ander spoor te kiezen. Die van betere lokale voorbereiding, capaciteitsopbouw en echt partnerschap waarbij de lokale actoren een steeds grotere rol krijgen.

Bron: Global Humanitarian Assistance Report 2017

Auteur: Marinus Verweij, CEO, ICCO Cooperation