Partnerbericht

Landbouw in Mali moet professioneler

Blog. Modernisering en ondernemerschap zijn sleutelwoorden om landbouw aantrekkelijk te maken voor Afrikaanse jongeren.

Op de grote markt in Bamako worden trucks vol met fruit en groente uit Marokko gelost. Zoals in zoveel andere grote steden in West-Afrika stuwt de opkomende middenklasse de vraag naar goede kwaliteit voedsel omhoog. De landbouwsector in Mali kan zelf niet aan die vraag voldoen; de kwaliteit van productie schiet te kort en toeleveringen zijn niet stabiel. Dus importeert het land jaarlijks voor 17 miljoen USD aan groente en fruit.

Zonde, zeker in een land met een groot agrarisch potentieel en waar alle beleidsmakers zich zorgen maken over één ding: hoe krijgen we de jeugd aan het werk? De bevolking in Mali is jong, 60% is jonger dan 25 jaar. De jeugdwerkloosheid is hoog: 1 op de 5 jongeren zit zonder werk. Diegenen die wel werken, hebben baantjes in de informele sector. Ze helpen mee in bedrijven van familie of proberen zelf wat handel te bedrijven. Ze verdienen weinig en hebben geen zekerheid.

Modernisering en ondernemerschap in landbouw

Commercialisatie van de landbouwsector biedt Mali de kans om werkgelegenheid te creëren voor jeugd én om groente en fruit te produceren voor omliggende landen. Voor ICCO zijn modernisering en ondernemerschap sleutelwoorden om de landbouw aantrekkelijk te maken voor jongeren. Ataoulaye Bah, werkzaam bij ICCO in Mali is er van overtuigd dat de landbouw professioneler moet: “De meeste Malinezen boeren om in hun eigen behoeften te voorzien. Maar een succesvolle boerderij is wetenschap en bedrijf: het is geen kwestie van wat aanrommelen, je moet de juiste dingen doen op het juiste moment. Alleen dan kan je voldoende voor jezelf produceren en zelfs een commercieel bedrijf runnen.”

Modernisering is hard nodig om jongeren te interesseren voor een toekomst in de landbouw. De sector heeft een groot imagoprobleem: hard werken, weinig verdienen. En de jeugd weet, net als op andere plekken in de wereld, door nieuwe media dat er andere opties zijn. Hoewel de gemiddelde leeftijd in Mali daalt, wordt die van de boeren steeds ouder. ICCO zet met het programma “Creating Job Opportunities for Youth” in op het beschikbaar maken van nieuwe technieken voor jonge boeren in Mali, zoals waterpompen aangedreven door zonne-energie. Dit soort technologie is cruciaal om de opbrengsten te verhogen, kwaliteit te verbeteren en de arbeidsintensiviteit omlaag te brengen, en zo het boeren aantrekkelijker te maken voor de jeugd.

Volop kansen voor Afrikaanse jongeren

Maar ook buiten het boerenbedrijf liggen kansen voor jongeren. Zo is er grote behoefte aan bedrijfjes die deze nieuwe technologieën ontsluiten voor de landbouw. Boeren hebben behoefte aan hoogwaardige inputs als waterpompen, maar ook aan verbeterd zaad. Ook is er behoefte aan adviesdiensten, bijvoorbeeld over hoe producten zo goed mogelijk te bewaren en te vervoeren. Tot slot spelen bedrijfjes die actief zijn in de verwerkende industrie, denk aan een sappenproducent, een belangrijke rol in het stimuleren van de vraag naar agrarische producten. Deze nieuwe bedrijfstakken sluiten aan bij de interesse van de jeugd en die diversificatie is cruciaal om de landbouw winstgevender te maken.

Het ‘Creating Job Opportunities for Youth’ programma ondersteunt jongeren die in deze sectoren aan de slag willen, door hen van startkapitaal te voorzien en te coachen. Het is belangrijk dat jongeren leren een bedrijf te runnen. APEJ (l’Agence pour la Promotion de l’Emploi des Jeunes), het Malinese agentschap ter bevordering van werkgelegenheid voor jongeren, zet stevig in op het stimuleren van ondernemerschap in sectoren waar een grote behoefte is aan arbeidskrachten. Niet in de laatste plaats omdat er jaarlijks 300.000 jongeren toetreden tot de arbeidsmarkt, in 2030 is dat waarschijnlijk het dubbele. Ondernemende jongeren kunnen aan de slag als eenpitter, of uitgroeien tot MKB-ers die op hun beurt weer anderen in dienst hebben. Ataoulaye haalt graag Akinwumi Adesina, president van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank aan: “Africa must start by treating agriculture as a business”.

Succesvolle jonge agri-ondernemers

“Het potentieel van de agri-sector is immens. Er zijn nog zoveel gebieden die ontwikkeld kunnen worden en dit kan een grote bijdrage leveren aan het creëren van werkgelegenheid voor jongeren”, aldus Amadou Diallo, zelf agrarisch ondernemer en actief in de jeugdbeweging in Mali. Amadou is zijn onderneming drie jaar geleden begonnen na deelname aan de jeugdkaravaan, een initiatief van AgriProFocus en ICCO waarbij jongeren met succesvolle agri-ondernemers in contact worden gebracht om hen te inspireren.

“Ik wilde eigenlijk altijd op kantoor werken en had al eerder geprobeerd om een bedrijf op te zetten. Na het bezoek aan de ondernemers die deelnamen aan de jeugdkaravaan dacht ik: “Ik kan meer bereiken dan zij, met al die kansen!”. Amadou is begonnen op het land van zijn neef, met een startkapitaal van ongeveer 35 euro waarvan hij 10 kippen en 2 hanen heeft gekocht. Nu heeft hij duiven, geiten en schapen. Hij heeft het meeste van zijn kennis over het fokken van dieren van de televisie en van internet. “Nederland is één van de grootste exporteurs van melk, ik zou zo veel van jullie kunnen leren, hoe ik de melk zou kunnen verwerken tot andere producten bijvoorbeeld.”

Agrarisch consultant

Ook Abdoulaye Mohamed Niang wilde eigenlijk liever iets anders doen. Hij studeerde talen, maar toen zijn vader met het plan kwam om samen met zijn zoons een boerderij op te zetten, besloot Abdoulaye zich om te laten scholen in Frankrijk. Het bedrijf van de Niangs werd al snel zo succesvol dat ze kleine boeren gingen trainen om aan de vraag van hun afnemers te kunnen voldoen. Uiteindelijk besloten ze om een volwaardig consultancy bedrijf op te richten, waarmee ze nu onder andere boeren trainen in projecten van ICCO.

“Het potentieel van de landbouw is groot, maar de omstandigheden zijn moeilijk. We hebben zoveel fouten gemaakt, in feite verkopen we nu onze eigen leercurve aan anderen. We willen met dit consultancy bedrijf graag de technieken die er zijn beschikbaar maken voor anderen”, aldus Abdoulaye.“De kans op een goede oogst is zo’n 90%, maar dan moet je wel weten wat je doet. Je moet hoge kwaliteit inputs gebruiken, zoals goede zaden. De juiste technologie is belangrijk: je moet bijvoorbeeld weten hoe je bedden kan prepareren tegen onkruid en ziektes. En dripirrigatie is belangrijk om de toevoer van water te controleren. Dit soort technieken vergroot de kans op succes en maakt het werk minder arbeidsintensief.”  

Volgens Abdoulaye is de grootste uitdaging voor de agrarische sector dat een groot deel van het land nog niet geïrrigeerd is en geen toegang heeft tot het energienetwerk. Waterputten en zonne-energie bieden uitkomst, maar het is vaak lastig daar financiering voor te krijgen. “Banken zijn niet ingericht op de landbouw; de rentes zijn te hoog, de looptijden van de leningen te kort.”

Maak een plan

Toch zijn Amadou en Abdoulaye optimistisch. Beiden geven aan dat het belangrijk is dat boeren een plan hebben. Abdoulaye: “Je moet weten wat je geplant hebt, hoeveel je geproduceerd hebt, zodat je weet wat werkt en wat niet. En je moet weten hoe je de verkooppunten bereikt. Kleine boeren hebben geen idee wat de vraag is en wat hun concurrentiepositie is. Ze verkopen gewoon aan tussenpersonen, terwijl prijzen soms wel vijf keer hoger zijn bij de groothandel.”

Wendy Schutte – Business developer ICCO

Foto: Amadou Diallo