Partnerbericht

De waterhyacint:

Een groot deel van het 84 kilometer lange Tanameer in Ethiopië is bedekt met de agressieve waterhyacint (Eichhornia crasspies) die een ondoordringbare groene laag vormt.
De gevolgen zijn desastreus.

Het 84 kilometer lange Tanameer is het grootste meer van Ethiopië. Een groot deel van het meer is bedekt met de agressieve waterhyacint (Eichhornia crasspies) die een ondoordringbare groene laag vormt. De gevolgen zijn desastreus. Het Tanameer bevat namelijk 50% van de zoetwater­voorraad van Ethiopië en is daarmee voor 120 miljoen mensen de belang­rijkste bron van vers water en voedsel in de vorm van vis.

De waterhyacint heeft bloemen die op hyacinten lijken en komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. De plant vormt een dik tapijt dat zonlicht tegenhoudt en zuurstof uit het water haalt. Dat leidt tot massale vissterfte, wat enorme sociaaleconomische gevolgen heeft voor de visserij. Ook de scheepvaart op het meer ondervindt veel last van de dikke laag waterhyacint.

Dr. Seleshi Yalew is onderzoeker aan de TU Delft gespecialiseerd in water­management gericht op de Duurzame Ontwikkelings­doelen van de Verenigde Naties. Hij komt oorspronkelijk uit Ethiopië en wijst ons op dit belangrijke milieuprobleem in zijn land van herkomst.

“Dit raakt niet alleen de bevolking in Ethiopië maar ook in Egypte en Soedan. De waterhyacint wordt namelijk verder verspreid door de Blauwe Nijl. De waterhyacint breidt zich razendsnel uit in een warm klimaat en kan zijn omvang verdubbelen en zich uitbreiden in slechts twee tot drie weken tijd. Vanwege verschillende sociaal­economische- en klimaat­factoren zal de waterhyacint zich snel verder blijven verspreiden en vormt daarmee een bedreiging op grote schaal.”

Seleshi doet onderzoek in Ethiopië en is op zoek naar een oplossing. “Ik heb meegedaan aan het project Connecting Diaspora for Development (CD4D) van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), een project gefinancierd door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit project zendt deskundigen met een diaspora-achter­grond uit om hun kennis en expertise in te zetten voor hun land van herkomst. In Ethiopië heb ik trainingen gegeven om de bevolking bewust te maken van het gevaar van de water­hyacint. Ook heb ik onderzoek gedaan naar mogelijke oplossingen. Kun je inderdaad van een agressieve plant een grondstof maken als stabiele inkomstenbron voor de plaatselijke bevolking? Via de Neder­landse ambassade wil ik graag Nederlandse bedrijven hierbij betrekken.”

De oplossingen voor dit milieu­pro­bleem moeten volgens Seleshi duur­zaam zijn, economische perspectieven bieden aan de lokale bevolking en zo weinig mogelijk impact hebben op het milieu. Zo zou de water­hyacint gebruikt kunnen worden als biobrandstof, als grondstof voor papier en in gedroogde vorm als veevoeder of om bijvoorbeeld meubels van te maken. Met hun specialistische kennis op het gebied van waterkwaliteit zouden juist Nederlandse bedrijven kunnen bijdragen aan een effectieve aanpak van dit grootschalige probleem.