Opinie

Twee soorten mensen: een westerse leugen?

Dat biologie mensen netjes in twee groepen verdeelt – die met penis, en die met borsten – is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. En als het op gender aankomt, is dat het al helemaal niet, betoogt Emmeke Bos.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Afgelopen week was het weer raak. De samenleving is in verwarring! Genderideologen dringen ons hun waarden op! De overheid moet stoppen met genderpropaganda, schrijven filosoof en advocaat Bas Hengstmengel en psychiater en opiniemaker Esther van Fenema in de Volkskrant (‘Genderideologen, dring ons uw waarden niet op’). Ze maken zich zorgen: ‘Als geslacht ook nog eens een keuze of statement blijkt te zijn dan komt je wereld wel erg op losse schroeven te staan.’

De jeugd zou volgens het opiniestuk maar in de war raken van alle genderbender-onduidelijkheid. Dat zou zelfs te maken hebben met de stijgende zelfdodingcijfers onder jongeren, beweren ze.

En ze zijn niet alleen. Morrel je aan man-vrouwhokjes, dan stijgt er een massaal gezucht en gekreun uit de coulissen op. Móet dat nou, genderneutrale toiletten? Móet de NS ons nou echt aanspreken met beste reiziger? Wat een ónzin.

Twee soorten mensen?

Je kijkt in je broekje wat je bent, en daar doe je het mee

‘Er zijn nu eenmaal twee soorten mensen, mánnen en vróuwen’, riep mijn vader laatst nog. Klaar, hoor je hem denken. Je kijkt in je broekje wat je bent, en daar doe je het mee. Die minieme minderheid die daar iets onduidelijks heeft zitten, heeft pech en past zich maar aan.

Maar zo simpel is het niet. Zelfs de biologie niet. Wat maakt iemand eigenlijk man of vrouw? Je borsten? Of je een piemel hebt? Hormonen? Baardgroei? Genexpressie? Chromosomen dan toch? Van de biologische grensrechters in de zaal mag je er maar één kiezen, want anders gaat het al snel mis.

Sommige mensen hebben namelijk XX-chromosomen, maar ook een piemel. Anderen hebben XXY chromosomen, of alleen X. Soms hebben mensen iets wat niet duidelijk een piemel óf een vagina is. Anderen hebben wel XX-chromosomen en een baarmoeder, maar ook veel mannelijke hormonen. Er zijn zelfs mensen die een mozaïek zijn en deels XY, deels XX-chromosomen hebben.

Er zijn zoveel variaties dat het onmogelijk is ze hier allemaal te noemen, maar gelukkig heeft Scientific American een mooie infographic gemaakt, die deze wereld van sekseverschillen verbeeldt – van hormonen en genen en chromosomen en geslachtsdelen.

Hokjesdenken

Je kunt mensen trouwens wel in twee biologisch afgeschermde hokjes stoppen. Als je dat per se wil doen, zijn geslachtscellen waarschijnlijk je best bet om de verdeling mee te maken. Zijn ze groot (eitjes) dan is iemand biologisch een vrouw, zijn ze klein (zaadcellen) dan is iemand biologisch een man – en dan laten we nog even in het midden dat niet iedereen überhaupt geslachtscellen máákt.

Dit artikel legt aardig uit waarom geslachtsdelen op zich prima categorieën zijn, althans, voor de biologen onder ons. Ze zijn namelijk ook toepasbaar op andere dieren en planten. Piemels zouden een onhandig maatstaf zijn, want planten hebben die bijvoorbeeld niet, en ook chromosomen volgen niet altijd de XX-of-XY-route.

Waar het op neerkomt: de mythe dat de wereldbevolking perfect in tweeën te verdelen is volgens biologische scheidslijnen, valt behoorlijk tegen. Het kán wel, maar je moet accepteren dat niet iedereen in het hokje aan ál je man-vrouw-verwachtingen voldoet.

En voor alle duidelijkheid: die biologische hokjes? Die noemen we geslacht. Of sekse. Maar het geslacht – je ‘biologische hokje’ – is nou net waar het níet om gaat in de genderdiscussie. Geloof me, het ging ook niet om de grootte van potentiële geslachtscellen van kleuters, toen er ophef ontstond over de genderneutrale kinderkleertjes van de HEMA.

Heb je een spleetje, trek een roze truitje aan en doe een beetje aardig

De mensen die diep moeten zuchten om ‘genderneutraal’ bedoelen waarschijnlijk: doe normaal. Heb je een spleetje, trek een roze truitje aan en doe een beetje aardig. Heb je ballen, trek een broek aan en bedenk welke carrière jij gaat maken. De biologisch hokjes worden kortom misbruikt om van A tot Z goed te lullen dat moeder thuis met de thee zit, en vader carrière maakt.

Gender is niet hetzelfde als geslacht

Het knelpunt is dus niet het geslacht, niet het ‘biologische hokje’. Het gaat hier om dat andere woord: gender. Het is immers geen toeval dat we het hebben over genderneutraal en transgender.

Gender is, heel kort door de bocht, alles wat niet in de onderbroek zit. Dat gaat over genderidentiteit: hoe iemand zich voelt – man, vrouw of anders. En het gaat over de genderrol, wat mensen van iemand verwachten die man of vrouw is.

Er is helemaal geen sprake van het eigen geslacht mogen kiezen, beste Van Fenema en Hengstmengel. Het gaat erom wat je met je gender kan of mag. Of dat anders mag zijn dan je geslacht. Of het misschien zelfs anders mag zijn dan óf man óf vrouw.

Sociaal construct

Van Fenema en Hengstmengel stellen in hun opiniestuk dat gender in de eerste plaats biologisch is. Ze trekken mensen met een ‘ambigu geslacht’ op één lijn met de discussie over gender – terwijl dat dus niet hetzelfde is.

Dat er een link bestaat tussen mensen-met-borsten en vrouwen is lastig te ontkennen. Maar als het biologische verband echt zo sterk is als wij geloven, dan zou dat in alle culturen terugkomen, toch? En dat is nu juist niet het geval. Er zit dus wel degelijk een sociaal construct aan.

Allereerst aan de genderidentiteit, of iemand zich man of vrouw of iets anders voelt. In een interview vertelt socioloog Oyèrónké Oyèwùmí hoe in de West-Nigeriaanse cultuur gender niet bestond. Anatomisch-man en anatomisch-vrouw wel, maar verder bestaan in het Yoruba geen woorden voor ‘broertje’ of ‘zusje’, ‘hij’ of ‘zij’, noch voornamen specifiek voor één gender.

Er bestaan in het Yoruba geen woorden voor broertje of zusje, hij of zij, noch voornamen specifiek voor één gender

En Nigeria is geen uitzondering. India kent al duizenden jaren de hijra – met westerse ogen zou je hen waarschijnlijk trans vrouwen noemen. In Tahiti bestaan de māhū, in Samoa de fa’afafine, in Thailand lopen kathoey rond; de oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten kennen de two spirit people en in de Filipijnen vind je de bakla. Allemaal voorbeelden van genders die buiten de man-vrouwverdeling vallen.

Om gender altijd maar binair in te delen en aan geslachtsorganen op te hangen is dus niet iets universeels, al lijkt het in de westerse wereld misschien vanzelfsprekend.

Ik heb een vulva dus ik ben

Als genderidentiteit al (deels) een cultureel construct is, dan is de genderrol die daarmee samenhangt het zeker. Nog een reden om de dwangmatige man-vrouwverdeling wat soepeler op te vatten. Want door te doen of sekse en gender één en hetzelfde zijn, stoppen we mensen in opgelegde hokjes. Je hebt borsten dus je bent een vrouw dus je wilt, kan of doet bepaalde dingen (niet). Ook mensen die niet trans en niet interseksueel zijn, voelen hier de effecten van.

We maken het ook nog eens superbelangrijk, in tal van dagelijkse dingen en gesprekken. Of ik nu mijn biseksuele vriendin vraag naar haar date, vertel over mijn siblings, of mensen mij aanspreken (‘mevrouw?’), het gaat altijd over man óf vrouw. Waar je ook komt, je geslachtsorganen bepalen wie je bent en wat er van je verwacht wordt. Ik heb een vulva dus ik ben. Een vrouw.

Losse schroeven

Van Fenema en Hengstmengel beweren dat de wereld op losse schroeven komt te staan als mensen hun eigen geslacht mogen kiezen. Sowieso is je geslacht kiezen onzin: dat staat immers vast. Er bestaat geen keuzemenu voor geslachtscellen (‘wil je grote of kleine?’). En tenzij de wetenschap met iets volstrekt nieuws op de proppen komt, gaat dat ook niet gebeuren.

Het is óók onzin om geslacht + genderidentiteit + genderrol te zien als een onvoorwaardelijk huwelijk. Met grote consequenties bovendien – niet alleen voor trans mensen, maar voor iedereen (m/v/x).

In een wereld die open is over diversiteit, is heus niet plotseling de heteroseksueel in de war

Dat opdringen van man-vrouwhokjes is natuurlijk lekker overzichtelijk, maar daarom nog niet goed. Biologisch is de opdeling al niet eenduidig, laat staan wanneer we naar het sociale en culturele gender kijken. En louter ‘duidelijkheid’ nastreven, is geen oplossing – als dat zo was, dan konden we ons allemaal wel bij een streng orthodoxe kerk aansluiten.

Vergelijk het met seksualiteit. Wie alleen maar man-vrouwkoppels ziet, snapt er geen zak van als er ineens kriebels komen van mede-meisjes of mede-jongens. Daar tegenover: in een wereld die open is over diversiteit, is heus niet plotseling de heteroseksueel in de war. Misschien heel even (‘kon dit óók?’), maar dat went wel.

Je geslacht kies je niet. Maar wel hoe je je leven indeelt, en waar je in wil passen. Mensen in hokjes duwen maakt hooguit de eigen wereld overzichtelijker – zoals alle vormen van zwart-witdenken de wereld overzichtelijk maken. Voor degenen die in een hokje passen dan.

Gender is een westerse uitvinding

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons