Eva González Pérez Beeld: Fieke van Berkom
Interview

Zonder deze advocaat was de toeslagenaffaire nooit onthuld

Al zes jaar gaat advocaat Eva González Pérez de strijd aan met de Belastingdienst. Lang voordat de toeslagenaffaire landelijk nieuws werd, liep ze rechtbanken af om haar cliënten bij te staan. Zo wist ze een wereld van vriendjespolitiek en geheimhouding te doorbreken. ‘Dit was pure onwil.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Eén zaak zal advocaat Eva González Pérez (47) nooit vergeten. In het voorjaar van 2018 stapte ze het gebouw van de Raad van State binnen om een van de gedupeerden van de toeslagenaffaire bij te staan. Haar cliënt was een van de vele ouders, veelal met een migratieachtergrond, die door de Belastingdienst onterecht als fraudeur waren bestempeld, geen kinderopvangtoeslag meer kregen en duizenden euro’s moesten terugbetalen. Een jaar later zou de toeslagenaffaire alle voorpagina’s halen, maar zonder de onvermoeibare inzet van González Pérez was de zaak nooit aan het licht gekomen.

De rechter leek partijdig in het voordeel van de Belastingdienst

Haar cliënt die dag was een alleenstaande moeder uit Den Haag, die altijd kinderopvang had geregeld via gastouderbureau Dadim – het bedrijf van de echtgenoot van González Pérez. Zo’n gastouder was nodig, want deze moeder werkte elke dag van zes uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds – als schoonmaker bij de Raad van State. “We liepen dat gebouw binnen voor de rechtszaak, en zij kende iedereen. Tien jaar lang had ze daar gepoetst, zo schrijnend”, zegt González Pérez.

De Belastingdienst werd, behalve door de eigen jurist, verdedigd door de enige en peperdure Landsadvocaat (die de regering bijstaat in juridische procedures). De rechter leek González Pérez zo partijdig in het voordeel va de Belastingdienst, dat ze besloot hem te ‘wraken’; aangeven dat hij niet onpartijdig was, en een nieuwe rechter eisen. Ze lacht nerveus: “Dat had ik nog nooit gedaan, ik vond het zo eng. Hoewel dat verzoek niet werd ingewilligd en de rechter aanbleef, hebben we de zaak toch gewonnen.”

Ontvangen toeslagen moesten in één keer worden terugbetaald, zonder betalingsregeling

Als dochter van Spaanse migranten kwam González Pérez op tweejarige leeftijd naar Eindhoven, en werkte zichzelf op van de mavo tot de universiteit. Ze doet haar verhaal in haar achtertuin, tussen de appelboom en een trampoline voor de kinderen. Met een Brabants accent en vriendelijke glimlach vertelt ze over haar nu al zes jaar durende gevecht tegen machtsmisbruik bij de Belastingdienst. Het is niet makkelijk om ertussen te komen; de enige adempauze is wanneer ze haar twee kinderen voorstelt. “Hoe heet de afgetreden staatssecretaris?” vraagt ze aan haar elfjarige zoon. “Menno Snel”, fluistert hij. González Pérez: “Hij kent alle namen. Soms zijn we aan het schaken en dan zeg ik: die toren, dat is de Belastingdienst.”

Onrecht en geheimhouding

Het begon allemaal in juli 2014. González Pérez zat aan de keukentafel toen haar man Ahmet Gökçe beduusd thuiskwam. Alle 157 klanten van zijn gastouderbureau Dadim hadden een brief ontvangen van de Belastingdienst: hun kinderopvangtoeslag was stopgezet. Sterker nog, ze hadden er volgens de brief nooit recht op gehad en moesten alles van de voorgaande jaren terugbetalen. Een reden werd niet gegeven – niet in de brief; niet in latere correspondentie. Later bleek dat nog eens duizenden gezinnen – in totaal ongeveer 1800 – een vergelijkbare brief hadden ontvangen. Sommigen hadden inderdaad fouten gemaakt bij het invullen van formulieren, andere gezinnen, zoals deze 157, hadden helemaal niets verkeerd gedaan. Volgens beleid van de dienst moest het gehele bedrag in één keer worden terugbetaald, zonder dat een betalingsregeling werd aangeboden.

'U krijgt geen toeslag meer, toont u maar aan dat u er wél recht op heeft'

González Pérez is jurist in hart en nieren: er zijn bepaalde wetten en regels, en die horen te worden nageleefd. “Gebeurt dat niet, dan kan ik het niet laten liggen. Ik ken het bestuursrecht: in dit soort situaties krijg je een beslissing, een motivering en zes weken om in bezwaar te gaan als je het er niet mee eens bent. Dat stond allemaal niet in de brief, die neerkwam op: ‘U krijgt geen toeslag meer, toont u maar aan dat u er wél recht op heeft.’ Dat kán toch niet?”

Druk genoeg met haar eigen advocatenpraktijk hield ze het aanvankelijk bij advies aan de ouders: lever al je gegevens in, dan ziet de Belastingdienst vast dat je recht op toeslag hebt en laten ze je met rust.

Maar nee, de ouders moesten in bezwaar gaan tegen de beslissing. “Een van hen liep naar het kantoor van de Belastingdienst om te vragen wat hij moest opschrijven. ‘Ik doe dat wel voor u’, zei de medewerker. Ze typte: ‘Ik wil in bezwaar maar ik weet niet waarom mijn toeslag is gestopt’.” González Pérez schudt vol ongeloof haar hoofd; dat is niet hoe een bezwaar eruitziet.

Later bleek dat medewerkers van de Belastingdienst een opdracht kregen als zij belde: niets vertellen, niets zeggen

Het was het eerste van vele momenten waarop de Belastingdienst González Pérez en haar cliënten niet serieus wilde nemen. En dat terwijl de ouders duizenden euro’s kwijtraakten, in de schulden kwamen, banen verloren en psychische problemen kregen.

In de weken erna belde González Pérez talloze keren naar de Belastingdienst voor opheldering over de stopzettingen. Zonder succes. Jaren later bleek uit vertrouwelijke documenten dat medewerkers van de Belastingdienst een opdracht kregen als zij belde: niets vertellen, niets zeggen. Achteraf stak dat haar misschien nog wel het meest, denkt González Pérez: het laat zien dat dit geen slordigheid was, maar bewust beleid.

Van zitting naar zitting

Ruim een jaar later waren de bezwaren van de ouders allemaal afgewezen. González Pérez maakte dossiers voor ze aan en diende formele bezwaren in; in de zomer van 2016 werden ook die afgewezen. De redenering: de ouders moesten kunnen aantonen dat ze héél 2014, dus ook de maanden na de stopzetting, aan de eisen voldeden voor kinderopvangtoeslag. “Maar dat klopt niet, het ging om dat moment van stopzetting in 2014”, legt González Pérez uit, zoals ze al zes jaar doet.

“Tóén hadden de ouders recht op kindertoeslag, toen had de dienst al hun gegevens, zoals ze op mijn advies ook bewezen. Wat de maanden daarna gebeurde verandert daar niets aan.” Als ouders na juni 2014 niet aan de eisen voor toeslag voldeden, kwam dat wellicht doordat ze al maanden hun opvang niet hadden betaald, schulden hadden, hun baan kwijtraakten. “Dat laat de dienst voor het gemak allemaal buiten beschouwing.”

Belastingdienstmedewerkers hielpen González Pérez in het geheim om het machtsmisbruik te ontrafelen

Een reden voor de stopzetting van de toeslag is er nooit gekomen. González Pérez spande rechtszaken aan voor 38 dossiers – 157 rechtszaken was onhaalbaar, maar ze hoopte dat ze hiermee uiteindelijk ook de rest zou helpen – en reisde de zes jaar die volgden van rechtbank naar rechtbank. “En dat naast mijn reguliere werk. Soms wist ik niet eens meer welke dag het was.” Gaandeweg kwam ze in contact met Belastingdienstmedewerkers die de machteloosheid van González Pérez zagen en haar – vaak in het geheim – wilden helpen het machtsmisbruik te ontrafelen.
González Pérez wil niet met de eer strijken, haar motto is juist: alleen doe je niets. “Elke dag stond ik op en dacht: Wie zal ik er nu eens bij halen?” In 2015 begon ze met haar zoektocht naar bondgenoten bij de Ombudsman, die een onafhankelijk onderzoek instelde. “In de jaren erna blééf ik achter de Ombudsman aanzitten om informatie over de Belastingdienst aan te leveren, zodat die niet anders kon dan een vernietigend rapport uitbrengen.” Het zou nog tot augustus 2017 duren voordat dat onderzoek naar buiten kwam. Conclusie: de Belastingdienst zat fout.

Turks, Marokkaans, Nederlands

In juni 2016, vier jaar voordat landelijke kranten zouden koppen: ‘Belastingdienst doet aan etnisch profileren’, was het González Pérez al opgevallen dat al haar cliënten een migratieachtergrond hadden. Die maand bezocht een medewerker van de Belastingdienst het kantoor van haar man Ahmet Gökçe, om te kijken welke geselecteerde ‘fraudeurs’ klant waren bij Dadim. De medewerker had een lijst van gezinnen wier toeslag was stopgezet, Gökçe een lijst van zijn klanten.

González Pérez: “Ze zitten daar, en mijn man leunt achterover om het scherm van de medewerker te bekijken. Achter elke naam stond: Turks, Marokkaans, Nederlands. ‘Goh, houden jullie ook de nationaliteit bij?’ vroeg mijn man. Ik viel bijna van mijn stoel toen ik het antwoord hoorde: ‘Ja hoor, dat komt zo uit het GBA (Gemeentelijk Basisadministratie Persoonsgegevens, red.).”

De werkwijze van de Belastingdienst is in strijd met de wet en discriminerend

Volgens de wet mag etniciteit niet geregistreerd worden, tenzij daar een bevoegdheid en een doel voor is. González Pérez belde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die adviseerde om eerst de Belastingdienst te confronteren. Omdat niemand reageerde, vroeg ze de AP wederom om een onderzoek. Pas in juli 2017 werd ze teruggebeld: ‘We gaan uw signaal niet in behandeling nemen, want we hebben de hoogste baas van de Belastingdienst gesproken en hij zegt dat het niet gebeurt.’ Deze uitspraak van toenmalig directeur Jaap Uijlenbroek is inmiddels openbaar gemaakt.
Heel even is González Pérez stil van haar eigen verhaal. “Dat is toch bizar?” Na een woordenwisseling waarin ze betuttelend werd toegesproken, diende ze bezwaar in tegen de beslissing van de AP: wéér een zitting. In januari 2018 werd haar bezwaar gegrond verklaard en stelde de AP alsnog een onderzoek in. Dat kwam nog geen maand geleden dan eindelijk uit, met een conclusie die in feite al bekend was door onthullingen van Trouw en RTL Nieuws: de werkwijze van de Belastingdienst is in strijd met de wet en discriminerend.

'Ik heb een hekel aan macht'

Heel even leek de zaak gewonnen toen González Pérez eind 2016 gelijk kreeg in één zaak, en daarmee kon zwaaien bij de overige 37. Maar de Belastingdienst ging in hoger beroep. González Pérez belde de dienst resoluut op: ‘Hou toch op, waarom gaan jullie in hoger beroep?’ Een antwoord kreeg ze niet, maar in later opgevraagde Wob-documenten (Wet openbaarheid van bestuur) las ze in een mail van een behandelfunctionaris: ‘We hebben dit hoger beroep ingediend, en als we verliezen dan weten we dat ook weer.’

En daar komt het volgens González Pérez op neer: “Ze hebben niets te verliezen, ze kunnen wel honderd jaar doorprocederen. Dat is machtsmisbruik. En dáár heb ik een hekel aan. Macht bij de verkeerde mensen is het ergste wat er is.”

Eva González PérezBeeld: Fieke van Berkom
In maart 2017 werd het hoger beroep afgewezen door de Raad van State, en de Belastingdienst nodigde González Pérez uit voor een gesprek, waarin werd volgehouden dat de cliënten toen, anno 2017, moesten aantonen dat ze recht op toeslag hadden, ook na het punt van stopzetting. “Ik wilde het eigenlijk afwikkelen en doorgaan met mijn leven, ik had er alleen maar koppijn van”, zegt González Pérez. Maar ze wilde haar cliënten niet laten zitten, dus schakelde ze de politiek in. Ze mailde CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, die vaker kritisch was op de Belastingdienst, en later raakte ook Renske Leijten van de SP erbij betrokken. Inmiddels mist González Pérez geen enkel Kamerdebat over de affaire en komen veel Kamerleden bij haar voor informatie.

Al zes jaar amper geslapen

In 2018 werd González Pérez benaderd door Jan Kleinnijenhuis van Trouw, en legde ze contact met Pieter Klein van RTL Nieuws. De journalisten trokken samen op en haalden in 2019 landelijk het nieuws met de ‘toeslagenaffaire’. Kamerleden eisten actie, de commissie-Donner werd ingesteld om een compensatieregeling voor de driehonderd ouders te regelen. Kleinnijenhuis en Klein onthulden dat waarschijnlijk nog eens duizenden ouders gedupeerd waren.

In mei gaf de Belastingdienst toe: tweede nationaliteit was een selectiecriterium voor fraudecontrole

In december 2019 bleek bovendien dat de dienst nog stééds onrechtmatige stopzettingen uitvoerde. Dat was de druppel: op 18 december trad staatssecretaris van Financiën Menno Snel af. In mei 2020 erkende de Belastingdienst: tweede nationaliteit was inderdaad een selectiecriterium voor fraudecontrole.

Of het haar niet stoort dat de journalisten er met de eer van deze onthulling vandoor gaan? “Nee, helemaal niet”, zegt ze stellig. “Alleen kun je toch niets; dit dossier is opgetild omdat iedereen erin wilde graven en zij gebruikten het op het juiste moment.”

Als ze over haar kwaliteiten als advocaat praat, klinkt er trots door in haar stem. Zoals over de keren dat ze in de rechtbank vraagt om documenten waarvan de Belastingdienst volhoudt dat die niet bestaan. “Als ik ergens om vraag, dan heb ik het al hè?” glundert ze. Of over haar vrijwel fotografisch geheugen: “Ik word regelmatig gebeld met de vraag: ‘Eva, welke brief was dat ook alweer?’” Ze heeft al zes jaar amper geslapen, vertelt ze opvallend monter; om twee uur ’s nachts zit ze nog te bellen met journalisten en strategieën voor haar cliënten te bedenken.

De integriteit moet terug

Toch was er niet alleen succes, de affaire raakt haar ook persoonlijk: het bedrijf van haar man is ingestort. Het is zwaar, maar samen houden ze het hoofd boven water. “Mensen vragen weleens hoe we dat doen, maar ik ben al twintig jaar advocaat, hè? Ik heb wel wat opgebouwd. Mijn man en ik leven volgens de regel: de één moet alles aankunnen als de ander even niets kan.”

Een extra 25 procent schadevergoeding is simpelweg niet genoeg

Dat geldt niet voor alle ouders die de laatste jaren door een hel gingen. Voor hen werkt González Pérez door, om meer te eisen dan de schadevergoeding die de overheid eind 2019 voorstelde. Alles zou worden terugbetaald, met 25 procent erbovenop als schadevergoeding. González Pérez: “Stel dat je 20.000 euro kwijt bent en enorme schulden hebt, dan krijg je 5000 euro extra voor zes jaar ellende. Sommige mensen kregen het psychisch zo zwaar dat ze zijn opgenomen! Dit is simpelweg niet goed genoeg.” Ze is momenteel in gesprek met de commissie werkelijke schade om te berekenen wat de ouders in totaal zijn verloren.
Wat er volgens González Pérez moet veranderen bij de Belastingdienst? Simpel: de integriteit moet terug. “Iedereen die rechten heeft gestudeerd, kent de beginselen van behoorlijk bestuur: proportionaliteit, redelijkheid, motivering aangeven. Dat gewone medewerkers dat niet weten, oké. Maar juristen, directeuren, weten die het ook niet? Het was pure onwil bij de verkeerde mensen.”

We hebben mensen wakker geschud

Toch is ze niet cynisch; dit was nooit aan het licht gekomen zonder medewerkers van de dienst zélf. “En het herstellen van de puinhoop wordt momenteel gedaan door integere juristen. De macht moet gewoon in goede handen komen. Dat lijkt een utopie, maar er wordt nu een bezem door de dienst gehaald en de nieuwe staatssecretaris wil écht weten wat er speelt. Hij vertrouwt niet blindelings zijn ambtenaren, zoals voorheen. We hebben mensen wakker geschud.”

Hoe de overheid etnisch profileren mogelijk maakt

Hoe ernstig is Nederlands politieracisme?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons