De crisis in een notendop
Legeroffensief en Krijgswet
voerde luchtaanvallen uit en begon een grootschalig offensief om de regio onder controle te krijgen. Staatskranten melden dinsdag dat acht soldaten werden gedood tijdens gevechten in de afgelopen dagen en 51 soldaten gewond raakten. Het totaal aantal gevechtsslachtoffers staat, officieel, op 73 doden en 189 gewonden aan regeringszijde. Het leger zou 86 rebellen hebben gedood. Bijna de gehele bevolking van Laukkai Township, het administratieve centrum van de Kokang regio, sloeg op de vlucht om straatgevechten in Laukkai te ontlopen. Volgens sommige schattingen trokken zo’n 50.000 mensen over de grens naar China; ongeveer 10.000 anderen vluchtten zuidwaarts naar centraal Birma. Onbevestige berichten op sociale media en de rebellen claimen dat er ook tientallen burgerslachtoffers zijn gevallen tijdens het geweld.
Vanaf 18 februari geldt in de Kokang-regio voor drie maanden de krijgswet. Burma’s beruchte leger, dat decennialang met harde hand democratie onderdrukte, neemt nu het bestuur en rechtspleging over in het gebied. Het kan speciale regels instellen, zoals een avondklok, en burgerrechten tijdelijk opheffen. Kortom, een situatie die de etnische Kokang minderheid en mensenrechtenactivisten zorgen baart. Het leger staat bekend om haar wreedheden tegen minderheden. De Shan Human Rights Foundation zei in een rapport vorige week dat het al vijf gevallen van moord, geweld en marteling van Kokang burgers door het leger heeft gedocumenteerd tijdens het conflict.
Wie zijn de Kokang?
De Kokang regio, een afgelegen, bergachtige gebied ter grootte van Luxemburg, is een onderdeel van Birma en het thuisland van de Kokang, een minderheid van Han-Chinezen die nauwe banden hebben met China’s nabijgelegen Yunnan Provincie. Net als de vele andere minderheden in Birma streven de Kokang regionale autonomie na – iets dat het leger, dat wordt gedomineerd door de Birmaanse meerderheid, al decennia probeert te onderdrukken.
De Kokang kent een tak met de rebellen, genaamd de Myanmar National Democratic Alliance Army, die met steun van andere etnische rebellengroepen vorige maand aanvallen pleegden op legerbasisen en politiestations in de Kokang regio. De groep, die worden gecommandeerd door de 85-jarige, oud-communistische rebellenleider en drugsbaron Peng Jiasheng en zijn zoon, probeerde met de aanvallen politieke erkenning en een rol in het vredesproces te herwinnen. In 2009, na een twinitg jaar durend vredesbestand, werden Peng en zijn clan uit de Kokang regio verdreven door het Birmese leger, dat een lokale rivaal in zijn plaats erkende.
De Chinese regering levert noodhulp aan de Kokang-vluchtelingen, maar heeft weinig officiële informatie over hun lot bekendgemaakt. De Chinees-talige vluchtelingen kunnen op veel publieke sympathie in China rekenen. Maar Beijing wil haar moeizame relatie met de huidige Birmese regering niet onder druk zetten; het uit geen beschuldigingen en roept slechts op tot kalmte.
En nu?
Een groot deel van de bevolking in centraal Birma heeft een sterk wantrouwen ten aanzien van het machtige noordelijke buurland China, dat historische en politieke banden heeft met de Kokang en andere etnische groepen in het noordelijk grensgebied van Birma. Het nieuwe conflict heeft de regering van President Thein Sein en het leger een kans geboden om zich op te werpen als beschermer van de Birmese soevereiniteit tegen gewaande Chinese agressie. Top officieren hebben zelfs openlijk geïnsinueerd dat ‘Chinese huurlingen’ aan de zijde van de rebellen vechten.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand