Martin Bosma bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam in 2024. Beeld: ANP / Hollandse Hoogte / Mischa Schoemaker
Essay

Wie bevrijdt 4 mei van de polderfascisten?

Extreemrechts herschrijft de oorlogsgeschiedenis en het politieke midden staat dat toe, ziet socioloog Jacob Boersema. Dat PVV-Kamervoorzitter Martin Bosma een krans mag leggen symboliseert hoe extreemrechts de Holocaust heeft gekaapt. ‘De jarenlange nadruk op vrijheid en nationalisme biedt ze de ruimte om de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te verdraaien.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De Nationale Dodenherdenking op 4 mei lijkt voor velen steeds meer op een ritueel zonder werkelijke bezinning.  Niet alleen vanwege de situatie in Gaza, waar Israël na de aanval van Hamas op 7 oktober tienduizenden doden veroorzaakt, met steun van Nederland, maar ook door de kranslegging door Kamervoorzitter Martin Bosma. Als complotdenker en revisionist 1 van de Tweede Wereldoorlog personifieert hij alles wat deze herdenking zou moeten afwijzen. Toch krijgt hij, ondanks publiek protest, opnieuw deze eer. Daarmee wordt de herdenking een toneelstuk waarin oorlogsslachtoffers, vrijheid en democratie slechts bijrollen spelen.

 

Deel dit

Een urn met as uit Auschwitz krijgt in 1952 zelfs geen plek op de Dam

 

Bosma’s prominente rol staat symbool voor het succes waarmee extreemrechts de oorlogsgeschiedenis politiek misbruikt. De manier waarop zij de herinneringscultuur manipuleert en herschrijft is ingrijpend. Denk aan de onvoorwaardelijke steun voor het geweld van de eveneens extreemrechtse Israëlische regering, en het misbruik van de strijd tegen antisemitisme om mensen met een migratieachtergrond, moslims en linkse politici aan te vallen. Extreemrechts is hierin leidend, maar het politieke midden werkt mee of kijkt weg. Het succes van extreemrechts begint bij het karakter van de herdenking zelf.

 

Hoewel de Tweede Wereldoorlog voor veel Nederlanders een moreel kompas is, krijgt de Jodenvervolging decennialang nauwelijks aandacht. Die herdenking draait vooral om nationale trots. Na de oorlog behandelt Nederland Joodse overlevenden zo slecht dat zij bij de eerste Nationale Dodenherdenkingen worden uitgesloten. In 1947 wordt expliciet bepaald dat alleen Nederlandse en geallieerde strijders worden herdacht. Een urn met as uit Auschwitz krijgt in 1952 zelfs geen plek op de Dam. En op het Nationaal Monument uit 1956 – de bekende, witte pyloon op de Dam – mede ontworpen door een lid van de ‘Jodenvrije’ Kultuurkamer, ontbreekt elke verwijzing naar de Holocaust. In plaats daarvan staan het koningshuis, leger, verzet en nationale trots centraal.

 

De Jodenvervolging blijft onderbelicht

Pas in de jaren tachtig verandert die insteek. Joods Nederland krijgt een plek in het Nationaal Comité 4 en 5 mei en vanaf 1981 is de herdenking ook gericht tegen racisme en onverdraagzaamheid. Als kind in de jaren tachtig is dat ook wat ik op school leer: ‘Nooit meer.’ In een knipselmap van mijn vader zie ik de verschuiving: Wolkers’ Spiegelmonument met daarop ‘Nooit meer Auschwitz’ (1977), het boek De Aanslag (1982), en de opening van Herinneringscentrum Westerbork (1983). Onderwijs over de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging wordt in de jaren negentig officieel beleid. En vanaf 2000 mogen slachtoffergroepen als eersten een krans leggen.

 

Toch blijven nationalisme en trots overheersen. De Jodenvervolging, en zeker andere slachtoffergroepen, blijven onderbelicht. De Joodse gemeenschap kiest voor de eigen Jom Hasjoa herdenking in de Hollandse Schouwburg, overigens een uit Israël overgewaaide herdenkingstraditie. En in 2024 mag voor het eerst iemand namens de Sinti-gemeenschap  spreken — 30 seconden. Nederland wil liever over dan mét slachtoffergemeenschappen herdenken.

 

Deel dit

Volgens Martin Bosma was Hitler een socialist

 

In de 21e eeuw verschuift de focus van oorlog en bevrijding naar abstracte nationale waarden als ‘vrijheid’. Maar de nadruk op vrijheid en nationalisme biedt extreemrechts de ruimte om de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te verdraaien. In de decennia na de oorlog kunnen extreemrechtse partijen zoals de NVU en de Centrum Partij zich nauwelijks distantiëren van het oorlogsverleden, doordat veel leden neonazi’s of voormalige fascisten zijn. Maar Pim Fortuyn geeft in de jaren 90 een nieuwe wending aan het gedachtegoed: zijn islamofobie gaat gepaard met onvoorwaardelijke steun aan Israël. In 1998 is hij eregast bij Israëls 50-jarig bestaan en in zijn boek 50 jaar Israël, hoe lang nog? benadrukt hij de gedeelde strijd tegen islamitisch fundamentalisme. Het antiracisme van zijn politieke tegenstanders – D66-leider Thom de Graaf zwaait zelfs met Het Achterhuis van Anne Frank – heeft geen effect op zijn populariteit. En Geert Wilders richt in 2006 de Partij voor de Vrijheid op: een partij gebouwd op de onvrijheid van bepaalde groepen.

 

De PVV gaat nog verder dan Fortuyn. Kamerlid Martin Bosma beweert dat Hitler een socialist was, een leugen ontleend aan het werk van de Amerikaanse auteur Jonah Goldberg. In zijn boek De schijn-elite van de valse munters stelt Bosma dat Hitler socialistisch is omdat hij de verzorgingsstaat omarmde, net als de PvdA, en dat de PVV juist de ware opvolger van de sociaaldemocratie is. Jarenlang staat in het PVV-programma dat op 4 mei ‘de slachtoffers van het (nationaal-)socialisme’ worden herdacht. Als Kamervoorzitter herhaalt hij deze verdraaiingen nog steeds.

 

Het politieke midden als medeplichtige

 

Geert Wilders gebruikt vergelijkbare strategieën. In zijn film Fitna roept hij op tot ‘verzet’ tegen de islam, met impliciete verwijzingen naar het verzet in de oorlog. Israël prijst hij om zijn nationale trots; Joden zijn voor hem geen vijand, maar bondgenoten tegenover een islamitisch ‘zij’.

 

Andere extreemrechtse leiders zoals Filip Dewinter (Vlaams Belang) en Marine Le Pen (Rassemblement National) volgen zijn lijn: tegen antisemitisme en vóór Israël, terwijl in hun achterban antisemitisme volop leeft. PVV’ers koketteren met de prinsenvlag en Wilders werkt samen met de antisemitische FPÖ in Oostenrijk en de Poolse KNP, waarvan de leider de Holocaust bagatelliseert. Na de overwinning van de AfD in Duitsland stuurt Wilders zelfs felicitaties in hoofdletters — ondanks het neonazi-verleden van die partij.

 

Het politieke midden zwijgt niet alleen, maar draagt actief bij aan de normalisering van het misbruik van de oorlogsgeschiedenis. Zo introduceert VVD-leider Frits Bolkestein in 1994 de term ‘joods-christelijk’ om een scheidslijn te trekken tussen Nederlandse waarden en die van minderheden. Een CDA-rapport koppelt de term aan ‘Europese waarden’. Oorspronkelijk verwijst het begrip – ontstaan in de VS in de jaren dertig – naar solidariteit tussen joden en christenen tegenover Hitler. Maar in de jaren negentig zetten Amerikaanse conservatieven de term in om de christelijke antisemitische geschiedenis uit te wissen.

 

Een gedeelde joods-christelijke traditie versluiert de antisemitische denkbeelden van belangrijke christelijke figuren, zoals Maarten Luther, die al in 1523 een boek schreef over ‘de Joden en hun leugens’ en de Nederlandse oud-premier Abraham Kuyper die sprak van het ‘het joodsche probleem.’ Het maakt antisemitisme een exclusief probleem van moslims. Bolkestein waarschuwde in 2003 zelfs dat joden Nederland moesten verlaten vanwege islamitisch antisemitisme — ironisch genoeg tijdens een Kristallnachtherdenking. Wilders riep toen al dat juist moslims moesten vertrekken, een standpunt dat hij al 20 jaar herhaalt.

 

Deel dit

Ook BBB en de VVD maken alle moslims verdacht

 

Wanneer Mirjam Bikker (ChristenUnie) zegt dat Nederland zijn vrijheid dankt aan de joods-christelijke traditie, verheerlijkt ze nationale eenheid en verdoezelt ze de geschiedenis van de actieve rol van Nederland in de Jodenvervolging. Tijdens de herdenking in Gouda in 2024 zei ze: “Vandaag zijn we allemaal één. Jood en niet-Jood. Progressief en conservatief… Dit nooit meer.” Maar tegelijkertijd wijst ook zij naar ‘islamitische landen’ als ze het over antisemitisme heeft, en weigert ze de genocide in Gaza te en de Palestijnse vrijheidsstrijd te erkennen.

 

Ook andere partijen volgen Wilders in zijn verdraaiing van de strijd tegen antisemitisme. Mona Keijzer (BBB) stelt dat ‘Jodenhaat bijna onderdeel is van de islamitische cultuur’ en maakt zo alle moslims verdacht. VVD-staatssecretaris Jurgen Nobel noemt antisemitisme een probleem van islamitische jongeren die ‘onze normen en waarden’ niet delen. Wanneer VVD, NSC en BBB instemmen met Wilders’ voorstel om de Holocaust verplicht onderdeel te maken van het inburgeringsproces, legitimeren zij zijn beeld: het zijn de ‘anderen’ die de lessen van de Holocaust niet begrepen hebben.

 

 

Oudhollands nationalisme

De herdenkingsplechtigheden van de afgelopen jaren symboliseren hoe 4 mei gevangen zit in geharnast nationalisme. De boodschap is: ‘Handen af van onze herdenking!’ Als BBB-leider Caroline van der Plas zich verzet tegen de aanwezigheid van de Joodse president Zelensky op 4 mei — omdat die dag volgens haar draait om ‘onze oorlogsslachtoffers’ —word de herdenking opnieuw ingekaderd als nationale traditie die beschermd moet worden tegen (Joodse) kritische stemmen. Extreemrechts gebruikt zogenaamd antisemitismebestrijding niet voor solidariteit, maar om groepen uit elkaar te spelen.

 

In Duitsland zien we hoe dat verder kan escaleren: minderheden krijgen de schuld voor antisemitisme, en democratische rechten worden ondergeschikt aan de relatie met Israël. In de VS presenteren politici als Trump zich als vrienden van Joden, terwijl ze academische vrijheid ondermijnen, bibliotheken zuiveren en demonstranten deporteren. Dat is fascisme vermomd als antisemitismebestrijding.

 

Deel dit

De grootste bedreiging is niet de herdenking, maar de politieke realiteit

 

Extreemrechts bepaalt inmiddels welke lessen we mogen trekken uit de Holocaust. Politici als Wilders en Trump gebruiken de strijd tegen antisemitisme als wapen tegen moslims, migranten en links. De samenwerking met het steeds gewelddadiger Israël onder Netanyahu versterkt deze dreiging. De Nederlandse steun is een gevolg van westers anti-moslimracisme én nauw verweven met onze collectieve herinnering aan de Holocaust. Steeds vaker worden zelfs Joodse critici van het huidige kabinet en van Israël weggezet als antisemieten, wat sommige Joodse stemmen zelf als antisemitisch beschouwen: alleen de joden met de ‘juiste’ opvattingen worden beschermd.

 

In Nederland groeit het verzet tegen het misbruik van de Holocaust en de dodenherdenking. Maar de grootste bedreiging is niet de herdenking zelf. Het is de politieke realiteit waarin Bosma Kamervoorzitter is, de PVV de grootste partij, en Israël met steun van Nederland tienduizenden Palestijnen doodt in Gaza. De Joodse historica Evelien Gans waarschuwde al voor Wilders’ ‘anti-antisemitisch enthousiasme’. De vraag is inmiddels wie ons beschermt tegen zijn ‘enthousiasme’ en wie 4 mei bevrijdt van de polderfascisten.

 

  1. Een revisionist is iemand die algemeen geaccepteerde geschiedschrijving niet aanvaardt en wil herzien, bijvoorbeeld die van de Holocaust. ↩︎

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons