De langstzittende vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden streed onvermoeibaar voor meer vrouwen in de politiek. Beeld: XF&M

Waarom je de Curaçaose oud-premier Maria Liberia-Peters moet kennen

Ze was de langstzittende vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden en pleitte al in de jaren negentig voor onafhankelijkheid van Curaçao. Als stemmenkanon voor de christendemocraten op het eiland streed Maria Liberia-Peters onvermoeibaar voor meer vrouwen in de politiek. ‘Als vrouwen geen politicus waren geworden, waren we nog altijd handelingsonbekwaam.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Terwijl Nederland nog steeds geen vrouwelijke politicus aan het roer heeft gehad, zwaaiden in de Nederlandse Antillen al decennia geleden vrouwelijke premiers de scepter. Het eiland Curaçao had er maar liefst vijf. De meest invloedrijke is Maria Liberia-Peters (83), die met verschillende regeerperiodes van 1984 tot 1986 en van 1988 tot 1993 ook de langstzittende vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden was. Ze is een van de weinige vrouwen die de zeer zeldzame koninklijke onderscheiding Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau ontvingen. In Curaçao kan Liberia-Peters de straat niet op zonder te worden herkend, maar in Nederland is deze uitgesproken strijdster voor vrouwelijke politieke participatie relatief onbekend.

 

‘Maria, e deseo di e pueblo’, Maria, de wens van het volk: dat was de slogan in het Papiaments waarmee Liberia-Peters in 1984 voor het eerst premier werd voor de Nationale Volkspartij PNP. De christendemocratische partij won meer dan een derde van de stemmen: volgens partijgenoten was ze een stemmenkanon omdat ze aanspreekbaar was en desnoods langs de huizen ging om beleid uit te leggen.

 

Tweet dit

Tijdens haar ambtsperiode ging ze van deur tot deur om onpopulaire maatregelen uit te leggen

Tweet dit

 

Op dat moment had ze er al een flinke politieke carrière opzitten als leider van de vrouwenafdeling van de PNP, in de eilandsraad van Curaçao en als Minister van Economische Zaken. Naar eigen zeggen rolde ze bij toeval in de politiek; het onderwijs leek aanvankelijk haar bestemming. Op haar zeventiende ging ze naar Nederland om te studeren aan de kweekschool in Emmen, en ze herinnert zich hoe ze daar werd nageroepen:  “Moet je kiek’n die zwarte daar”. Ook viel haar op hoe Nederlandse kinderen niets wisten van de eilanden, terwijl Antilliaanse kinderen op school enkel de Nederlandse geschiedenis kregen.

 

Na een bachelor pedagogiek begon ze in 1962 haar loopbaan als kleuterleidster en later werd ze schoolhoofd op Curaçao. Toen een mannelijke oud-premier opmerkte dat vrouwen altijd kritiek uitten op mannen, maar zelf niet de moed hadden de politiek in te gaan, besloot Liberia-Peters het tegendeel te bewijzen. Juist haar ervaring met jeugdzaken, onderwijs en haar maatschappelijke wortels maakten haar voor de kiezer een aantrekkelijke keuze.

 

Innige band met bedrijfsleven

Vrouwen hadden in de Nederlandse kolonie Curaçao nog geen kiesrecht toen Maria Peters in 1941 in Willemstad werd geboren – het algemeen kiesrecht werd er pas ingevoerd in 1948. Ze was het middelste van de vijf kinderen van James Louis Peters, een voorman in de bouw, en Mabel Albertina Peters-Hassel, die een winkel dreef. De manier waarop haar ouders samen het gezin en de zaken draaiende hielden, was voor haar een voorbeeld hoe werk en privé te combineren. Ze zou tot op het allerhoogste niveau vergelijkingen blijven trekken tussen het gezinsleven en de poltiek. Op een bijeenkomst in 2019 in de Rode Hoed, zei ze: “Als een goede leider moet je soms nee zeggen, dat moet ook in je gezin. Zeggen: dit kan niet. Het gaat erom hoe je het uitlegt.” Vervolgens vertelde ze hoe ze tijdens haar ambtsperiode soms van deur tot deur ging om onpopulaire maatregelen aan de mensen uit te leggen.

 

Toen Liberia-Peters in 1984 premier werd, zat Curaçao in economisch zwaar weer. Oliebedrijf Shell, de grootste werkgever op het eiland, stond op het punt te vertrekken. Onder Liberia-Peters wist Curaçao een nieuw contract te sluiten met het Venezolaanse staatsoliebedrijf, waardoor een deel van de werkgelegenheid werd behouden. Bij de verkiezingen in 1990 behaalde haar PNP een klinkende overwinning, maar daarna ging het bergafwaarts. Liberia-Peters’ intense band met het bedrijfsleven, die ze eerder inzette om de werkgelegenheid te beschermen, kwam haar steeds vaker op kritiek te staan.

 

Tweet dit

Als vrouwen geen politicus waren geworden, waren we nog altijd handelingsonbekwaam

Tweet dit

 

Daarnaast ijverde de PNP voor een onafhankelijker status van het eiland, net als Aruba. Liberia-Peters was voor meer autonomie voor Curaçao, omdat het bestuur in Nederland andere prioriteiten stelde dan lokale bestuurders, die beter wisten wat er speelde. De aloude koloniale instelling van Nederland om de eilanders beschaving te willen bijbrengen, bestond volgens haar nog altijd. “Dat zegt iets over de mindset. Onze eigen cultuur werd niet erkend”, zei ze later. Maar hoe hartstochtelijk ze ook pleitte voor onafhankelijkheid, in een staatkundig referendum in 1993 stemde driekwart van de Curaçaoërs tegen. Nadat haar partij in 1994 de verkiezingen verloor trad ze af als premier, maar ze bleef politiek actief.

 

Haar hele loopbaan bleef ze een onvermoeibare voorvechter voor meer vrouwen in de politiek. “Als vrouwen geen politicus waren geworden, waren we nog altijd handelingsonbekwaam”, zei ze in het interview in de Rode Hoed. Ze verwees daarmee naar de wet die getrouwde vrouwen het recht ontzegde een bankrekening te openen, te reizen of een baan te hebben zonder toestemming van hun echtgenoot. Die wet werd in Nederland in 1957 en in Curaçao pas in 1975 afgeschaft.

 

Positie van de vrouw

Dat desalniettemin vrouwen op de Antillen in de hoogste politieke regionen zoveel vroeger en beter waren vertegenwoordigd dan in Nederland, ligt in haar ogen aan de cultuur op de eilanden. “In onze Caribische matriarchale familiecultuur is de positie van de vrouw, moeder, grootmoeder, oudste zus of peettante er een die veel respect afdwingt.” Dat was volgens haar deels een erfenis uit de tijd van de slavernij, toen mensen handelswaar waren en gezinnen uit elkaar gerukt werden. “Mannen werden verkocht en vrouwen bleven achter op het land. Zij kregen toen de zorg voor het algemeen welzijn.”

 

Begin jaren negentig opperde Liberia-Peters in een interview met de Amerikaanse schrijver Laura Liswood het idee om vrouwelijke leiders op het hoogste niveau wereldwijd te mobiliseren. Uit dat gesprek op de veranda achter haar huis in Willemstad ontstond de Council of Women World Leaders, een raad waarvan de grote vrouwen uit de wereldpolitiek lid zijn en die zich hard maakt voor kwesties die van belang zijn voor vrouwen. Sinds de eerste bijeenkomst in Stockholm in 1996 vroeg de Council voor en achter de schermen aandacht voor bijvoorbeeld de positie van Afghaanse vrouwen en genderspecifieke aspecten van klimaatverandering. Naast voormalige wereldleiders als Angela Merkel en Megawati Sukarnoputri staan er maar liefst zeven vrouwen uit het Caribische gebied op de ledenlijst, en geen enkele uit Nederland.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons