Radboud Spruit (l, 60) en Bart van Riet (r, 53). Radboud Spruit (links) en Bart van Riet. Foto: Tammy van Nerum. Beeld: Tammy van Nerum

Sociale uitvaarten: ‘Desnoods begraven we mensen gratis’

Radboud Spruit en Bart van Riet verzorgen ‘sociale uitvaarten’ voor dak- en thuisloze mensen, of voor mensen zonder geld of nabestaanden. Dat vergt zo nu en dan improvisatie. Van Riet hield ooit een uitvaart in zijn eigen huiskamer, Spruit bewaarde een overledene in een houtopslag. ‘We voorkomen dat iemand zomaar ‘verdwijnt’.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In de auto had Radboud Spruit er voorzichtig naar gevraagd: ‘Wat ga je eigenlijk vertellen tijdens de afscheidsspeech?’ Spruit was op weg naar een uitvaart die hij zelf had georganiseerd voor een dakloze Utrechter. Achterin zijn oude Mercedes lag de overledene, naast hem zat diens zwager. “Die zwager was een erg verwarde man”, herinnert Spruit zich ruim twee jaar later in zijn houtwerkplaats in Utrecht. “Hij stak een ontzettend boos verhaal af over de persoon die zijn geld beheerde. ‘Terecht dat je boos bent’, probeerde ik, ‘maar misschien is de uitvaart van je zwager niet het moment daarvoor?’”
OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.
De uitvaart vond plaats in de statige Utrechtse Catharinakathedraal. “Deze dakloze overledene was een begrip in Utrecht, er waren wel 76 aanwezigen; vrienden van hem en hulpverleners.” Toen de zwager het altaar beklom, hield Spruit zijn adem in. “Hij vertelde een mooi verhaal waarin hij iedereen uitvoerig bedankte, en wuifde kushanden naar het publiek. Hij schitterde echt.” In Spruits werkplaats, omringd door doodskisten, grijnzen Spruit en zijn compagnon Bart van Riet als ze het verhaal vertellen. “Daar genieten wij nou van”, zegt Van Riet. “We zagen die kwetsbare man voor even heel krachtig worden.”
Spruit (60) en Van Riet (53) organiseren ‘sociale uitvaarten’ voor dak- en thuisloze mensen, voor mensen zonder nabestaanden, of voor mensen die geen geld hebben. Vaak zijn het de hulpverleners of dakloze mensen die ze nog kennen uit het ‘circuit’ die Spruit en Van Riet opdracht geven. Wanneer er geen nabestaanden zijn, schakelt de gemeente hen in.

Iedereen verdient een waardig afscheid, ongeacht maatschappelijke of financiële positie

Spruit en Van Riet leerden elkaar kennen toen ze in de jaren negentig vanuit een bus soep, koffie en dekens uitdeelden aan mensen met een heroïneverslaving bij winkelcentrum Hoog Catharijne aan station Utrecht, een plek die berucht was vanwege de onmenselijke omstandigheden waarin dakloze mensen daar leefden. Met hun ‘tussenbus’ stonden Spruit en Van Riet aan de wieg van de grote Utrechtse opvangorganisatie De Tussenvoorziening, die zorgt voor opvang, hulp en begeleiding in de regio.

Eigen regie en gelijkwaardigheid

Spruit en Van Riet zijn niet het type uitvaartondernemer dat de nabestaanden alles uit handen neemt. “Het motto is: we gaan het samen doen”, vertelt Spruit. Eigen regie en gelijkwaardigheid zijn de sleutelwoorden. Die principes herkenden ze al bij elkaar toen ze nog werkten voor de Tussenbus. “Dakloze mensen of anderen met een kwetsbare maatschappelijke positie hebben dezelfde gevoelens als wij. Als iemand overlijdt, lijkt het alsof de wereld even stilstaat. Je hebt het gevoel dat je de controle kwijt bent. Niks is belangrijker dan die controle terugkrijgen. Bovendien verdient iedereen een waardig afscheid, ongeacht maatschappelijke of financiële positie. We laten nabestaanden zoveel mogelijk zelf doen, zoals het lichaam verzorgen of de kist dragen. Het helpt om iets te doen met je machteloosheid. Dat is aftasten, want de een kan meer aan dan de ander.”
De nabestaanden zijn soms wantrouwig vanwege slechte ervaringen. “Ze hebben bijvoorbeeld meegemaakt dat een uitvaart voor hen te ver weg was en ze geen geld hadden voor vervoer. In sommige gevallen zijn ze echt als derderangs mensen behandeld”, zegt Van Riet. Lang niet alle uitvaartbedrijven zijn zo, haast Spruit zich te zeggen, maar sommige raffelen de uitvaarten voor dak- en thuislozen liefdeloos af. “Als uitvaartondernemer moet je vooruitbetalen: je boekt een crematorium voor drieduizend euro, en je moet maar zien of je het van de familie terugkrijgt.”
Beeld: Tammy van Nerum
Het kan stukken goedkoper, verzekeren Van Riet en Spruit, maar dat vergt improvisatie. “Het probleem is dat je de overledene ergens moet laten. In het mortuarium van het ziekenhuis is het de eerste drie uur na het overlijden nog gratis, maar daarna moet je betalen. Waar moet het lichaam dan heen?” Af en toe leidt het tot onconventionele oplossingen: Spruit bewaarde eens een lichaam in een van zijn houtopslagen, Van Riet organiseerde ooit een uitvaart in zijn woonkamer. “Het ene familielid woonde vierhoog-achter met vijf huisgenoten, de ander had muizen – daar zet je dus ook geen overledene neer. Nou, ik woon op de begane grond, dichtbij het centrum, met een grote huiskamer. Kost niks.”

De familie nam koeken mee

Het was een van de mooiste uitvaarten die ze hebben gedaan, vindt Spruit. “We hebben koffiegezet, de familie nam koeken mee. We hadden de tijd, niemand zei: ‘Nu moet je de ruimte uit.’ Er werden verhalen verteld en muziek gedraaid. De nabestaanden liepen in een stoet de straat uit, ik volgde in onze Mercedes-rouwwagen. Daarna bracht ik het lichaam in m’n eentje naar de achteringang van het crematorium. Dat is het goedkoopst: je maakt geen gebruik van de faciliteiten, alleen van de oven, voor 600 euro. Een technische crematie heet dat.” Van Riet: “De meeste van onze uitvaarten eindigen zo.”

We zeggen wel eens dat we het desnoods voor niks zouden doen

Ze organiseren ongeveer negen sociale uitvaarten per jaar. “We zeggen wel eens dat we het desnoods voor niks zouden doen, maar gelukkig is dat nog nooit gebeurd”, zegt Spruit. Soms heeft een opvangplek nog een potje, springt de gemeente bij, of houden nabestaanden een inzamelingsactie. Hun geld verdienen ze met ander werk: Van Riet als docent bij een mbo-opleiding maatschappelijke zorg, Spruit maakt al 25 jaar doodskisten.
Op het prikbord in Spruits houtwerkplaats hangt een foto van een blonde jongeman: hij inspireerde Spruit vijf jaar geleden om zelf uitvaarten te organiseren. “Yvo was intelligent, maar met een ernstige persoonlijkheidsstoornis, en hij gebruikte alle drugs door elkaar. Ik leerde hem kennen toen ik nog in de opvang werkte, we raakten bevriend. Toen hij kanker kreeg, beloofde ik hem een van mijn kisten te schenken. ‘Wat zou je doen als je zou horen dat ze m’n lichaam ergens op straat hebben gevonden?’ vroeg hij. ‘Ik zou m’n bestelbus pakken, je meenemen naar mijn werkplaats, je familie bellen en je in de kist leggen.’ Daar werd Yvo emotioneel van. ‘Echt? Dat wil ik!’ riep hij uit.” Spruit benadrukte dat het een noodscenario was, maar Yvo was onverbiddelijk en een tikkeltje manipulatief: Spruit moest zijn uitvaart verzorgen.

Door een verdwijning zonder afscheid denken de achterblijvers: dus dit is hoe ik eindig?

Yvo overleed uiteindelijk in een daklozenhostel na euthanasie, en Spruit haalde zijn lichaam inderdaad op. “Samen met de drie Syrische vluchtelingen die destijds in mijn werkplaats werkten, verzorgden we het lichaam. Yvo’s dochter kwam hier afscheid nemen. Ik had een kapelletje geregeld voor een dienst. Er kwamen veel hulpverleners, die zeiden: zo’n mooie uitvaart hebben we nog nooit meegemaakt. En ik dacht: dit wil ik vaker doen. Maar niet in m’n eentje. Dus vroeg ik Bart erbij.”

Straatvrees of zware verslaving

“Met dit werk kunnen we voorkomen dat iemand zomaar ineens ‘verdwijnt’”, zegt Van Riet. “Want door zo’n verdwijning zonder afscheid denken de achterblijvers, die vaak ook in een zwakke maatschappelijke positie verkeren: dus dit is hoe ik eindig? Dat is schrijnend.” Het is wat Van Riet en Spruit onderscheidt van andere uitvaartondernemers: ze kennen de leefwereld van mensen met schulden, verslaving, en psychiatrische problemen.
Zo weten ze dat mensen met straatvrees en zware verslaving zich er waarschijnlijk niet toe kunnen zetten om naar de uitvaart te komen. Dus halen Van Riet en Spruit hen persoonlijk op als dat nodig is. Zoals die keer dat Van Riet bij een stel geduldig toekeek hoe de man met een nagelschaartje een voor een de dreadlocks van zijn vriendin afknipte, totdat ze onder haar muts pasten. “Ik wilde ze niet opjagen, omdat ik wist dat ze zich zouden schamen en dan zouden ze alsnog niet durven te komen”, vertelt hij. Spruit: “Maar door die vertraging moest de beste vriend van de overledene drugs gebruiken tijdens de kerkdienst – hij hield het niet langer. Toen hij de kerk weer in liep, zaten we midden in het Onze Vader. Een regulier begrafenisondernemer zou zeggen: blijf maar even buiten, want dit is te ongemakkelijk. Maar dat hoort nu eenmaal bij hun leven, dus dan past het ook in het afscheid.”

Hier hoef je niet te bewijzen dat je arm bent

‘Zelfs de Hema is op zondag open, maar de ggz niet’

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons