Dorian Maarse en Charlie Obihara Beeld: Coco Olakunle

Na dertig jaar weten zij: een gesprek over racisme wordt nooit makkelijk

Charlie Obihara en Dorian Maarse hebben in hun relatie regelmatig te maken met onbewust racisme. Sinds kort beheren ze het Instagram-account De Olifantenluisteraar, waarop ze de spreekwoordelijke olifant zichtbaar maken. ‘Juist de groep die het gesprek pijnlijk en ongemakkelijk vindt, willen we bereiken.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Een paar jaar geleden, toen de zoon van Charlie Obihara en Dorian Maarse nog thuis woonde, besloot hij om ’s nachts een rondje te gaan hardlopen. Maarse maakte zich geen zorgen: in het kleine Brabantse Goirle zou er niet veel gebeuren. Obihara daarentegen schrok zich rot. “Een jongen met zijn huidskleur, die in het donker door zo’n klein dorp rent? Hij heeft wel eerder een vervelende aanvaring met politie gehad. Wat als hij wordt opgepakt, of erger?”

Het is een van de vele voorvallen die het koppel inspireerden om samen een Instagrampagina te starten: De Olifantenluisteraar. Want racisme is volgens hen de ‘olifant in de kamer’, en het is tijd dat we die onder ogen gaan zien. Sinds eind juni posten ze wekelijks een illustratie met een korte tekst, die een voorbeeld weergeeft van wat zij ‘onbewust racisme’ noemen. Het verhaal over hun zoon is aangepast, zodat het in één strip samengevat kan worden, maar de boodschap blijft hetzelfde: witte mensen zijn zich vaak niet bewust van het expliciete en impliciete racisme waar mensen van kleur mee te maken krijgen, en waar ze misschien zelfs aan bijdragen.

OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.

‘We moesten elkaar begrijpen’

Maarse en Obihara zijn al ruim dertig jaar samen, en dat is goed te merken. Ze maken regelmatig elkaars zinnen af en vullen het verhaal aan als de ander iets vergeet; eigenlijk wilde Obihara vooraf de vragen verdelen, maar daar wilde Maarse niets van weten. Hun gekibbel en geschaterlach geeft het gevoel dat je bij ze aan de keukentafel zit, al geven ze het interview vanachter hun computerscherm.

Obihara komt oorspronkelijk uit Nigeria, om precies te zijn uit het gebied van het voormalige Biafra. Na zijn middelbare school studeerde hij medicijnen in Italië, waar hij Maarse ontmoette. Zij studeerde toentertijd aan de kunstacademie in Utrecht (HKU). Wat begon als een vakantieliefde, werd een langeafstandsrelatie van een paar jaar en leidde uiteindelijk tot een bruiloft en twee kinderen – inmiddels 24 en 26.

De culturele verschillen tussen de twee waren en zijn niet te ontkennen, vertelt Obihara: “Ik was bijvoorbeeld gewend dat vrienden gewoon langskomen wanneer ze wilden. Hier moet je precies weten hoeveel mensen er komen en wanneer, want hoeveel stukjes vlees moet je kopen?” Ze lachen, en vertellen over andere verschillen waar ze tegenaan liepen: de rol van familie, de manier waarop een verhaal wordt verteld, de omgang met de buren. Deze ervaringen waren genoeg voor beiden om trainingen in hun eigen vakgebied te gaan geven over interculturele communicatie. Maarse voor studenten en docenten op de HKU en samen aan zorgmedewerkers – Obihara is kinderarts. Maarse: “In een relatie moet je elkaar wel proberen te begrijpen, anders gaat het mis. En al die lessen uit onze relatie willen we weer delen met anderen.”

Dat gaat verder dan het leren waarderen van cultuurverschillen. Waar Obihara zich realiseert dat racisme altijd op de loer ligt, heeft Maarse zo haar blinde vlekken – ook voor het onbewust racisme van anderen. Obihara: “Laatst waren we op vakantie en wilde zij zonder kaartje de bus in, want het was maar één halte. Maar wie van ons denk je dat er wordt gecontroleerd?” Ook heeft Obihara tot op de dag van vandaag zelf met racistische ‘grappen’ en zwartepietvergelijkingen te maken in hun dorp, en kwam hij regelmatig thuis met schrijnende verhalen over onbewust racisme uit het ziekenhuis waar hij werkt.

Ik merkte hoeveel vragen studenten hadden: moet ik naar de demonstratie, ben ik een racist, wat kan ik doen?

“Denk aan de moeder van een patiënt die het Nederlands niet zo goed beheerst, en daarom als ‘gek’ of ‘agressief’ wordt gezien, terwijl ze gewoon bezorgd is om haar kind en de uitleg niet goed begrijpt. En ik zit ook in veel sollicitatiecommissies voor opleidingen tot kinderarts: ik zie dat onbewuste bias een rol speelt in wie er wel of niet wordt aangenomen.”

Daarom schreven ze, samen met nog drie coauteurs, een boek over interculturele communicatie in de gezondheidszorg dat gezondheidsprofessionals moet helpen om te gaan met cultuurverschillen, en kritisch te zijn op onbewust racisme. Glunderend toont Obihara het boek via het beeldscherm: “Het is sinds gisteren vertaald naar het Engels! Kan je het zien?”

Afgelopen zomer, toen de Black Lives Matter-beweging volop in de aandacht stond, besloten Maarse en Obihara hun antiracisme met deze Instagram-pagina over een heel andere boeg te gooien. Maarse: “Ik merkte namelijk onder studenten hoeveel vragen ze op dat moment hadden: moet ik naar de demonstratie, ben ik een racist, wat kan ik doen? We wilden inspelen op het momentum en die jongeren bereiken.” Ze grinnikt: “Ik tikte in op Google, ‘hoe maak je illustraties op een iPad?’, en we belden onze dochter voor een spoedcursus Instagram. Twee weken later hadden we onze eerste Instagram-post.” Inmiddels hebben ze zo’n zeshonderd volgers.

Olifanten in een porseleinkast

Alle illustraties worden gemaakt door Maarse en zijn gebaseerd op hun eigen ervaringen met racisme – en dat is een lange lijst. Een aanvaring in de supermarkt, een ongemakkelijk gesprek met collega’s, een ongevoelige opmerking van vrienden of familie. De nicht van Maarse stoorde zich aan de term ‘wit’ en hield krampachtig vast aan ‘blank’; een week later werd ze door Maarse getekend, met daarnaast een uitleg over de koloniale geschiedenis van die term.

Vanwege Obihara’s werkveld, hebben ze talloze mensen horen zeggen dat ze ‘graag een keer naar Afrika willen om die mensen te helpen’ – het meest schrijnende voorbeeld is volgens hem dat jonge coassistenten die hier in Nederland nog niet zelfstandig een patiënt mogen behandelen, in andere landen als arts worden ingezet door ngo’s. “Dat kan echt heel schadelijk zijn. En dit gebeurt nog steeds vaak, al proberen we – kinderartsen, tropenartsen en andere professionals – het bewustzijn over dit probleem te vergroten.”

Maar zoiets aankaarten is niet makkelijk, weet Obihara: niemand hoort graag dat ze mogelijk minder goede zorg verlenen, omdat ze onbewust racistisch zijn. “In het verleden hebben we daarom vaak onze mond gehouden,” geeft Maarse toe. “Dan vertelde iemand weer over een stichting in Afrika, en wij: goh, wat leuk, succes! Maar op die manier komen mensen nooit achter hun blinde vlekken; dan blijven het olifanten in een porseleinkast. Met deze pagina willen we rustig en laagdrempelig uitleggen waar het probleem ligt.”

Dat lijkt te werken, want de reacties zijn vrijwel uitsluitend positief. Veel vrienden en collega’s zeggen dat ze zichzelf herkennen in de illustraties, en er nooit zo over nagedacht hadden. De nicht van Maarse was juist blij om te kunnen bijdragen, en gebruikt vanaf nu ‘wit’ in plaats van ‘blank’. Naar aanleiding van een interview in het Brabants Dagblad ontvingen ze een bericht van iemand uit de regio: dat hij zichzelf wel eens betrapt op (onbewust) racisme, en dit account is gaan volgen om daar beter op te letten.

Wij doen het op deze manier: kennis bieden aan mensen die willen luisteren

Het is opvallend hoe luchtig en goedlachs het echtpaar praat over een onderwerp als racisme; zeker omdat Obihara er zelf nog altijd mee te maken krijgt. Ze leggen uit dat het komt doordat ze ook vooruitgang zien, juist in de instituties waar het hen om gaat: de zorg, hogescholen, de kunsten. Maarse: “Wij zitten daar achter de schermen, en we zien heel veel mensen die misschien regelmatig de plank misslaan, maar echt wel stappen willen zetten.”

Obihara knikt instemmend: “Het is goed dat sommige activisten fanatiek actievoeren voor BLM, maar wij doen het op deze manier: kennis bieden aan mensen die willen luisteren. We gaan niet in gesprek met mensen die bewust en expliciet racistisch zijn, dat kán ook helemaal niet. Maar er is een heel grote groep die de beste bedoelingen heeft, maar het gesprek heel pijnlijk vindt. Die mensen willen we bereiken.”

Waarom gaan racisten in Nederland zo vaak vrijuit?

Racisme in de zorg: 'Ik wil niet door u geholpen worden'

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons