Beeld: Conform Cox
Analyse

Hoe geloofwaardig is een journalist die ook voor bedrijven schrijft?

Omdat kranten en andere media te weinig betalen, wenden freelance journalisten zich tot bedrijven voor lucratieve klussen. Kan iemand die geld aanneemt van het bedrijfsleven, er daarna nog wel kritisch over schrijven? ‘Voor hoofdredacteuren hoort bijklussen bij het verdienmodel.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Op een borrel met freelance journalisten raakte ik eens in discussie met een collega. We hadden het over het aannemen van commerciële klussen naast je journalistieke werk. De collega verkondigde laconiek dat hij het ‘wel lekker’ vond om te schrijven in opdracht van bedrijven. “Je krijgt een lijstje met namen van mensen die nooit moeilijk doen en vervolgens krijg je drie keer beter betaald dan in de journalistiek!” Mijn verontwaardiging kende geen grenzen. Ik meen zelfs dat ik zei: “Dan ben je toch geen echte journalist?”

Maar liefst 40 procent van de freelance journalisten kan amper of niet rondkomen

Pas later realiseerde ik me dat het zo eenvoudig niet is. Voor veel freelancers is het aannemen van commerciële klussen pure noodzaak: maar liefst 40 procent van de freelance journalisten kan amper of niet rondkomen, bleek in 2018 al uit de Monitor Freelancers en Media. Sinds de coronacrisis is dat percentage tot 52 procent gestegen. Het gemiddelde bruto jaarinkomen in 2020 van een fulltime freelance journalist was 28.732 euro. Ter vergelijking: de meeste journalisten verdienen in loondienst, afhankelijk van ervaring, bruto tussen de 31.338 en 66.521 euro per jaar.

Terwijl hun opdrachtgevers miljoenen verdienen, komen freelance journalisten niet rond

De ene dag kritisch, de andere lovend

“Door de grote mediabedrijven worden freelancers in de armen van de commercie gedwongen”, zegt wetenschapsjournalist Jop de Vrieze (38) van het Amsterdamse freelancerscollectief Bureau Wibaut. We schreven al over het contrast tussen de miljoenenwinsten van grote mediahuizen en de freelancers die voor hen schrijven. De Vrieze: “Freelancers zien geen andere uitweg dan bijklussen.”
De Vrieze wijst erop dat de bedrijven altijd hoog opgeven over hun rol in de democratie en over hun onafhankelijkheid. Valt die onafhankelijkheid wel te rijmen met het commerciële ‘bijklussen’ van hun freelance werknemers? Sommige freelancers die ik spreek, zeggen dat ze ‘een muur’ zetten tussen de twee onderdelen van hun ‘hybride praktijk’ door commerciële opdrachten te doen die ver afstaan van de onderwerpen waarover ze voor journalistieke opdrachtgevers schrijven.

Dat het ondanks zulke voorzichtigheid nog steeds verkeerd kan uitpakken, ervaarde De Vrieze eens zelf. Hij interviewde een nieuwe voorzitter van het wetenschapsinstituut KNAW, waarvoor hij eerder weleens commerciële klussen had gedaan. Het was best een goed interview, vond hij zelf, maar de dag erop onthulde een andere krant dat er een conflict was geweest bij de benoeming van de voorzitter. Daar had De Vrieze in zijn interview niet op doorgevraagd. “Ik kan niet met zekerheid zeggen dat ik kritischer was geweest als ik nooit voor het instituut had gewerkt, maar misschien had het er wel mee te maken.”

Bijbaantjes maken je als journalist kwetsbaar en ongeloofwaardig

De misser was voor De Vrieze (mede) aanleiding om zijn niet-onafhankelijke werkzaamheden af te bouwen. Hij ziet genoeg collega’s die er nog wel aan doen: “De ene dag schrijft iemand een stuk voor de krant over bijvoorbeeld gentherapie, een spannende en controversiële techniek met veel critici. De volgende week schrijft dezelfde persoon voor het magazine van een universiteit, maar dan alleen over de voordelen.”

Dubbele petten

In haar Persvrijheidslezing in 2018 zette Sheila Sitalsing, Volkskrant-columnist en freelancer, grote vraagtekens bij het continu op- en afzetten van commerciële petten door freelance journalisten. In een gesprek zegt ze nu: “Journalisten leggen lijstjes aan van politici met dubbele petten, terwijl veel freelancers zelf bijbaantjes hebben. Dat maakt je kwetsbaar en niet geloofwaardig.”

Freelance journalist loopt gevaar: onveilig en slechtbetaald werk

Sitalsing mist een gesprek over commercieel werk door journalisten. Niet alleen tussen freelancers onderling, maar ook op redacties. Ze wijst naar buitenlandse media die hun freelancers een document laten ondertekenen waarin staat voor welke partijen ze absoluut niet zullen werken. Het Amerikaanse mediabedrijf NPR, dat honderden onafhankelijke en publieke radiostations runt, doet dat bijvoorbeeld. “Maar in Nederland gebeurt dat nergens. Mij is nog nooit gevraagd: botst deze opdracht niet met andere belangen die je hebt? Dat oordeel laten ze aan mij.”

Folkert Jensma (64), oud-NRC-hoofdredacteur en NVJ-vicevoorzitter, ziet dat uitgevers en hoofdredacties anders tegen commerciële klussen aankijken dan de freelancers zelf: “Journalistiek ‘erbij doen’ vinden ze niet onwenselijk of riskant, maar juist profijtelijk. Het is een essentieel onderdeel van het verdienmodel.” Die conclusie trekt hij uit eigen ervaring, maar lijkt te worden bevestigd door jaarverslagen van brancheorganisatie NDP Nieuwsmedia: de personeelskosten bij de dagbladen halveerden tussen 2003 en 2016 van 400 miljoen naar 200 miljoen. Precies in de periode waarin het aantal arbeidsplaatsen substantieel slonk en het aantal freelancers toenam.

En hoe werd dit stuk betaald?
Jolanda van de Beld is freelance journalist voor onder meer Investico en NRC. Aan dit project dat online in drie delen zal verschijnen, werkte Jolanda gedurende 12 maanden 240 uur. Dit is het derde deel. Ze kreeg 2100 euro van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en 2500 euro van het Matchingfonds van de Coöperatie. OneWorld betaalde 960 euro (op basis van het magazine-woordtarief van 32 cent). Jolanda was tot voor kort bestuurslid bij de NVJ-sectie Zelfstandigen en ze was betrokken bij de stakingsactie van de NRC-freelancers.

Een structureel probleem

Commercieel werk is vaak makkelijker, betaalt beter en is bovendien niet zelden ook noodzakelijk om rond te kunnen komen

NVJ-secretaris Thomas Bruning vindt het onbegrijpelijk dat het op uitgevers en hoofdredacties geen indruk lijkt te maken dat journalistiek voor sommige freelancers een ‘hobby’ of ‘extraatje’ is geworden. Een essentieel deel van de dagbladen kan alleen verschijnen omdat freelancers er daarnaast nog een commerciële portefeuille op nahouden. Zelfs bij de kranten zelf kunnen ze commercieel werk doen. “Voor een hoger woordtarief vullen freelance journalisten het commerciële katern”, zegt Bruning. “Dan geef je toch het verkeerde signaal? Alsof journalistiek werk niet belangrijker is.”

Zo bezien is het geen wonder dat veel freelancers kiezen voor commercieel werk naast hun onafhankelijke producties: het is vaak makkelijker, betaalt beter en is bovendien niet zelden ook gewoon noodzakelijk om rond te kunnen komen. Een verbolgen reactie zoals die van mij destijds op die borrel is dus misschien niet helemaal terecht.

De gedachte dat het aannemen van commercieel werk zou betekenen dat je als journalist faalt, zorgt ervoor dat het structurele probleem niet wordt aangepakt: onderbetaling. Die verantwoordelijkheid ligt dan ook niet bij de journalist zelf, maar elders, zoals wel blijkt uit de vele gesprekken die ik de afgelopen tijd voerde en die tot dit drieluik* leidden. Of, zoals onderzoeksjournalist Kim van Keken tegen me zegt: “Ik verwijt freelancers niet dat ze commercieel werk doen, ik verwijt mediabazen dat ze dit toelaten.”

Verschillende passages uit het drieluik waar dit artikel onderdeel van is zijn voorgelegd aan de hoofdredacties van het AD, NRC, Het Parool, Trouw, De Telegraaf en de Volkskrant.

Rennie Rijpma (hoofdredacteur AD) zegt dat ze de scheidslijn tussen commercieel werk en journalistiek niet zwart-wit vindt. “Journalistiek is óók commercieel werk. Wat ik van mijn journalisten verwacht, is dat ze open zijn over mogelijke conflicterende belangen. Dat is de voorwaarde om goede journalistiek te bedrijven.”

Trouw¬-hoofdredacteur Cees van der Laan zegt zich niet te herkennen in het beeld dat het drieluik schetst. “Freelancers nemen wij zeer serieus en we betalen hun een fatsoenlijke honorering, vinden wij. Ook zijn we met hen in gesprek om tarieven voor de komende jaren te verhogen.” Volgens hem hebben freelancers niet de klappen opgevangen van de bezuinigingen: “We hebben het aantal vaste fte’s zelfs uitgebreid.”

De hoofdredacties van NRC, Het Parool, De Telegraaf en de Volkskrant wilden niet reageren.

* Dit is deel 3 in een reeks van drie stukken over de malaise in de freelance journalistiek. De artikelen verschenen in één verhaal in OneWorld Magazine in de winter van 2021.

Waarom noemen media D66-zaak 'MeToo'?

De echte slachtoffers van cancel culture zijn niet binnen drie weken weer op tv

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons