OneWorld columnist Abdelkader Benali over zijn reis door Bosnië en Herzegovina. “Ik voel de verscheurdheid van het land in mijn oren suizen terwijl ik door het Servische gebied rijd waar zoveel mensen zijn weggehaald, vermoord, verdwenen.”
Besnorde herders die schapen hun weg zien zoeken over de weide. Het namiddaglicht dat de glooiende hellingen in lichterlaaie zet, en overal waar ik kijk cypressen, beukenbomen, dennen. Ik knipper twee keer met mijn ogen: is dit prachtige, verlaten landschap waar ik al uren doorheen rijd zonder een ziel te zien, Europa of toch een oosters Shangri-La? Ik bevind me in het Servische gedeelte van Bosnië en Herzegovina, dat verbitterd, wantrouwend en solipsistisch z’n rug naar de rest van het land heeft gekeerd.
Ik rijd door een gespleten land waar ik naartoe ben gekomen om de Bosnische vertaling van mijn roman De stem van mijn moeder te presenteren. Na de interviews en presentatie in Sarajevo verdwaal ik in de nauwe stegen van de Ottomaanse wijk van deze multiculturele stad. Ik drink Turkse koffie, breek pistachenoten uit Pakistan open en luister naar het klaterende water uit de fontein van de grote moskee.
De Ottomanen wilden van deze plek een klein Istanbul maken, het werd Sarajevo. Het gezang van de muezzin brengt me op de vleugels van diens langgerekte, arabeske uithaal naar een ver oord waar nostalgie naar een verloren geschiedenis heerst. In Sarajevo is de melancholie een metgezel. Waarom val ik als een blok voor verscheurde steden waar het lied van ballingschap en verzoening wordt gezongen?
Het antwoord meen ik te vinden op deze plek, waar op 28 juni 1914 de kroonprins van het Habsburgse Rijk door een Servische nationalist werd vermoord – reden waarom ik geschiedenis ging studeren, om daar meer over te weten te komen. We zijn allemaal met elkaar verbonden door historische gebeurtenissen. De aarde is een opeenvolging van jaartallen.
Eén kogel afgeschoten door één man kan genoeg zijn om een stad voorgoed te vervloeken. In steden als Beiroet en Sarajevo slapen geweld en liefde op een en hetzelfde kussen – dat maakt ze aantrekkelijk, verleidelijk. Ik voel de verscheurdheid van het land in mijn oren suizen terwijl ik door het Servische gebied rijd waar zoveel mensen zijn weggehaald, vermoord, verdwenen. Vooral moslims en Kroaten dolven in dit geheimzinnige, verlaten landschap het onderspit, hun plaats werd ingenomen door Serviërs. Ik zie knorrige mannen zitten in cafe’s, stoffige dames flaneren over straat. Ze leven maar maken de indruk geesten te zijn, wachtend op verlossing. Iets in hun tred geeft de indruk dat ze niet van hier zijn, maar van een verre plek die ze niet meer mogen zien, waar ze ’s nachts in bed heimelijk van dromen. Zoete, gekruide liefdesmuziek van de Bosnische groep Quattro Bassi klinkt uit de radio. Ik wil het raampje openzetten om de verzoenende klanken naar buiten te laten drijven maar durf het niet. Vrees dat ze mijn poging tot dialoog als provocatie zullen zien weerhoudt me. Ik rijd verder, het wijde landschap in waar in de verte de schoorsteen van een kolencentrale opdoemt. Er komt een dikke, witte rook uit de schoorsteen, als de nachtmerries die deze vervloekte grond elke dag verlaten op zoek naar een beter heenkomen.
Abdelkader Benali is auteur, tv-presentator en marathonloper. Volg hem op Twitter: @Abdelkabenali
Beeld: Peter Boer.