Als ontwikkelingslanden meer belasting zouden heffen, is het dan nog wel nodig dat Nederland financiële hulp verleent? Voor OneWorld zocht factchecker Ruerd Ruben dit uit.
De claim
Als ontwikkelingslanden zelf meer belasting zouden innen, kunnen zij hun eigen armoedebestrijding financieren.
Lilianne Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Het Financieele Dagblad, 6 juli 2015
Zin
Ontwikkelingshulp heeft in principe een tijdelijk karakter. Een donor investeert geld in bijvoorbeeld het bouwen van een school of ziekenhuis. De overheid is verder verantwoordelijk voor de exploitatie en financiert de salarissen en andere lopende kosten. Lage-inkomenslanden ontvangen via belastingen hooguit 15 procent van het nationaal inkomen. Dat geld is net genoeg om de voorzieningen op pijl te houden. Zo houdt de overheid maar weinig over voor armoedebestrijding. Als een ontwikkelingsproject ook nog afl oopt en de geld kraan wordt dichtgedraaid, moeten landen vaak geld lenen. Dat is niet alleen zo bij traditionele ontwikkelingshulp, maar ook bij de alom geprezen Publiek-Private Partnerschappen tussen overheid en bedrijfsleven. Zo stapelen de schulden voor ontwikkelingslanden zich steeds verder op.
Onzin
Belastinginkomsten van arme landen komen vooral uit export en heffingen op consumptiemiddelen. Denk aan btw op voedsel, brandstof of sigaretten. Het zijn vooral burgers die deze belasting betalen. Zij leveren relatief veel in, terwijl ze er weinig voor terugkrijgen. Directe belastingen op inkomen, winst en vermogen belasten juist de rijkeren. Dit blijkt in de praktijk lastig te realiseren, omdat een groot deel van de economische activiteiten in arme landen zich afspeelt in de informele sfeer. Zo ontbreekt het vaak aan betrouwbare registratie van grond- en huizenbezit, is er geen loonadministratie en worden er geen btw-bonnetjes uitgeschreven. Allemaal vereisten voor een goed werkend belastingsysteem.
Conclusie
Nederland verleent landen als Guatemala, Rwanda en Lesotho steun bij de opbouw van een kadaster om grond- en huizenbezit te registreren. Minister Ploumen zet ook in op herziening van belastingverdragen die Nederland heeft met een aantal ontwikkelingslanden. Het idee is dat bedrijven straks belasting betalen in landen waar hun productie plaatsvindt en niet waar ze geregistreerd staan. De grote zorg zit echter in de toename van de leningen (drie keer zoveel tussen 2007 en 2013), waardoor veel ontwikkelingslanden afstevenen op een nieuwe schuldencrisis. Ghana gebruikt nu al een kwart van de overheidsinkomsten voor schuldbetalingen. Als de vraag naar schuldsanering aan de orde komt, zijn ‘Griekse toestanden’ te verwachten.
September 2015