Still uit 'De Oost' (2021)

‘De Oost’ past in de lange traditie van films over witte redders

De nieuwe film ‘De Oost’ wil het geweld van Nederlandse militairen in Indonesië aan de kaak stellen. Dat lukt, al is het typisch dat het perspectief van de Indonesiër volledig ontbreekt, zegt filmmaker Joeri Pruys. ‘In deze films is het afbreken van koloniale en patriarchale systemen het werk van witte helden.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
De verbijsterde blik van de acteur Martijn Lakemeier, geweer in de hand, met in de verte een brandende kampong. Dat is wat we zien op de filmposter van De Oost, de nieuwe speelfilm van Jim Taihuttu (Rabat, Wolf). Wat de jonge soldaat precies verbijstert, en op wie hij zijn geweer richt, dat zien we niet. De poster en de trailer beloven een confronterend beeld te geven van het extreme geweld van Nederlandse militairen in Indonesië en een verzwegen geschiedenis bloot te leggen.

Er is nogal een achterstand weg te werken. Verhalen over de eeuwenlange Nederlandse traditie van onder meer mensenhandel, massamoord en roof in de Indonesische archipel, maar ook in het huidige New York, Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk, vinden niet makkelijk hun weg naar de bioscoop. In historische films zijn Nederlanders meestal de verzetshelden, denk aan Het Meisje met het Rode Haar, Zwartboek of Bankier van het Verzet.

Brute militaire interventies

De Oost begint in 1946, midden in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Tijdens deze oorlog van 1945 tot 1949 werden zo’n 200.000 militairen uitgezonden om de Republiek Indonesië, op 17 augustus 1945 uitgeroepen, weer onder Nederlands koloniaal bewind te krijgen. Onder Nederlands gezag vermoordden militairen hierbij minstens 100.000 Indonesiërs. ‘Politionele acties’ was de naam die onze overheid in 1947 verzon voor wat feitelijk brute militaire interventies waren. De koloniale oorlog eindigde pas toen de Verenigde Naties de Nederlanders een halt toeriepen.

Een 'white savior'-film maakt kritiek op geweld door witte mensen draaglijk voor een wit publiek

De Oost toont deze geschiedenis vanuit de blik van een witte soldaat, Johan (Martijn Lakemeier). Bij aankomst in Indonesië schrikt hij van het expliciete racisme en de wreedheid van zijn strijdmakkers, want Johan ziet Indonesiërs wél als mensen. Bij het eerste contact met de Indonesische bevolking geeft hij een kind twee plakken chocola. Niet veel later wordt hij verliefd op de Indonesische prostituee Gita (Denise Aznam).

Tot hij in de ban raakt van de charismatische militair Raymond Westerling (Marwan Kenzari), die is gebaseerd op een historisch figuur. Volgens Westerling is het juist de taak van de Nederlanders om de revolutionairen genadeloos aan te pakken. Voor de vrede. Maar als Johan en zijn makkers de opdracht krijgen om in Zuid-Sulawesi standrechtelijke executies uit te voeren en dorpen plat te branden – de beruchte methode-Westerling – moet Johan kiezen: voert hij de bevelen van Westerling uit, of keert hij zich tegen zijn baas?

De witte redder

De Oost is daarmee wat socioloog Matthew W. Hughey een white savior film noemt in zijn boek The White Savior Film: content, critics, and consumption (2014). Het is het verhaal van films als Dances with Wolves, Schindler’s List en Avatar, films waarin onrecht en geweld tegen een onderdrukte groep getoond worden vanuit het perspectief van een wit persoon, meestal een man, die kiest de groep te beschermen en daardoor zijn eigen mensen tegenover zich krijgt.
Filmposter van ‘De Oost’ (2021)
Een white savior-film maakt kritiek op gewelddadig gedrag van witte mensen draaglijk voor een wit publiek. De witte redder is immers iemand met wie de witte kijker zich kan identificeren, een heel gewoon persoon met problemen en zwaktes, bijvoorbeeld omdat hij in het verleden aan de verkeerde kant van de geschiedenis heeft gestaan. De emotionele reis van de witte redder krijgt vaak de vorm van een spirituele boetedoening die eindigt in verlossing. En dat is exact wat er met Johan gebeurt.

Zwijgzame figuren

Tegenover die witte redder staat de onderdrukte out group: zwijgzame figuren die, vanuit dit perspectief, niet in staat zijn zichzelf te redden. Vaak worden deze mensen neergezet binnen racistische kaders: exotisch, mysterieus, seksueel, dubbelhartig, primitief. De witte redder is de enige die de menselijkheid van deze ‘vreemdelingen’ ziet, waarna hij besluit ze te bevrijden van hun onderdrukkers. De omslag in het denken van de hoofdpersoon vindt vaak plaats nadat hij verliefd wordt op een vrouw uit de andere groep.

Ook in veel andere Nederlandse films die ons koloniale verleden rechtstreeks adresseren, staat een witte redder centraal. In de verfilming van Max Havelaar (1976) is dat Max zelf, die zich uitspreekt tegen het geweld van de Nederlanders tegen de Javanen. Het perspectief van de Javanen speelt hierin een secundaire rol: zij zijn maar pionnen in Havelaars strijd. Een van de bekendste scènes is de redevoering tot de hoofden van Lebak, waarin Havelaar visueel uittorent boven de zwijgende Javaanse bestuurders.

Films over witte redders breken de witte superioriteit niet af, maar versterken die juist

Hoe duur was de suiker (2013) is een ander voorbeeld. In de film, die net als het boek van Cynthia McCleod gesitueerd is in het achttiende-eeuwse Suriname, volgen we Sarith (Gaite Jansen) die de ene na de andere man verleidt en dan weer afdankt. Maar haar nieuwste aanwinst, Julius (Kees Boot), wordt verliefd op haar in slavernij geboren bediende Mini-Mini (Yootha Wong-Loi-Sing).

Omdat de film, anders dan het boek, begint met een voice-over van Mini-Mini lijkt het even of het verhaal door haar ogen zal worden verteld. Helaas blijkt dit een rookgordijn: Mini-Mini krijgt in de rest van de film nauwelijks dialoog, en in de meeste scènes is ze niet meer dan een stille getuige van wat witte mensen over haar beslissen.

Boetedoening

Plantagehouder Julius is het prototype van de witte redder. Aan het begin van de film reageert hij nog geschokt als schuldeisers hem dwingen een Zwarte man (Werner Kolf) als opzichter aan te nemen. Pas als hij voor Mini-Mini valt, ontdekt hij dat slaafgemaakte mensen gewoon mensen zijn, en als Mini-Mini wordt weggeroofd offert hij als boetedoening zijn fortuin en waardigheid op. In de scènes waarin hij haar terug probeert te kopen domineert zijn perspectief: wanneer Mini-Mini gebrandmerkt wordt, draait het niet om haar reactie, maar om de ontzette blik van Julius, vol in close-up.

Jim Taihuttu vertelde aan de Volkskrant dat hij met De Oost geprobeerd heeft een film te maken die ‘eerlijk’ is over het extreme geweld van de Nederlanders. De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog raakt hem persoonlijk: zijn Molukse overgrootvader vocht als KNIL-soldaat aan Nederlandse zijde en overleed in 1949 aan zijn verwondingen. Het probleem is echter dat ook eerlijke white savior-films witte superioriteit niet afbreken maar versterken.

Over jou, maar niet voor jou

Deze vertellingen bestendigen namelijk het idee dat mensen in onderdrukte groepen een wit persoon nodig hebben om zich te kunnen handhaven. Het afbreken van koloniale en patriarchale systemen wordt zo louter het werk van (tragische) witte helden, zodat de witte kijker zich comfortabel kan blijven voelen.

Een verschrikkelijke realiteit dient als ‘exotische’ achtergrond

Bovendien wordt in zulke films – bewust of onbewust – minder rekening gehouden met een publiek waarin zich ook (nazaten van) slachtoffers van de afgebeelde witte terreur bevinden. Zo’n film zegt impliciet: ‘Dit verhaal gaat dan misschien deels óver jou, maar is niet per se vóór jou bedoeld.’ Daarmee wordt de verschrikkelijke realiteit van deze mensen gebruikt als ‘exotische’ achtergrond, waartegen een fictieve witte man het privilege heeft persoonlijke groei door te maken.

Het is aan scenaristen en regisseurs, maar ook aan onder meer producenten, fondsen, acteurs en distributeurs, om er alert op te zijn dat de volgende film over ons koloniaal verleden niet weer vanuit de blik van een Max, Julius of Johan wordt verteld. Want de verhalen over het verzwegen verleden die nog steeds grotendeels ontbreken in de Nederlandse film, zijn de verhalen over de mensen die in de loop van Johans geweer kijken.

Films over het Nederlandse koloniale geweld:

  • Tjoet Nja’ Dhien (1988). Indonesisch drama over de Atjeese guerillaleidster Cut Nyak Dhien (1848-1908). Een recente nieuwe restauratie door EYE Filmmuseum en het Indonesian Film Center Foundation is helaas nog niet op dvd verschenen.
  • Merdeka Trilogy (2009-2011). Drie Indonesische oorlogsfilms over de Onafhankelijkheidsoorlog waarin de Nederlanders een keer de anonieme barbaarse slechteriken zijn. Op dvd verschenen met Nederlandse ondertiteling.
  • Tula the Revolt (2013). Nederlandse film over de Curaçaose opstand van slaafgemaakte mensen in 1795. Een belangrijk verhaal, helaas verpakt in een matige film (trailer). Op dvd verkrijgbaar.
  • Verder is Tutuba in de maak, een verfilming van de novelle van Cynthia McLeod over de schipbreuk van slavenschip de Leusden, deels verteld vanuit het perspectief van een gekidnapt Zwart meisje van 15. Ook wordt gewerkt aan een film over het leven van de Surinaamse schrijver, activist en verzetsheld Anton de Kom.
  • Geen slavernij op het eindexamen: 'te politiek'

    Zawdie Sandvliet leert zijn studenten over hun eigen koloniale verleden

    Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

    AbonneerDoneer

    Verder lezen?

    Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
    Maak jij OneWorld mogelijk?

    Word abonnee

    • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
    • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
    Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

    Factuurgegevens

    Je bestelling

    Product
    Aantal
    Totaal
    Subtotaal in winkelwagen  0,00
    Besteltotaal  0,00
    •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

    Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

    Dat kan al vanaf 6 euro per maand

    Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

    Volg ons