Armeens in Turkije: van binnen gebroken, van buiten niets te zien

Op zoek naar de verloren verhalen van Turkije duiken Zola Can en Zara Toksöz in het leven van drie generaties christelijke Armeniërs, die zich uit angst voor vervolging vaak voordeden als moslims.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
We zijn in Feriköy, een wijk vlakbij het centrum van Istanbul. Met wat moeite vinden we de onopvallende deur met daarop de half vervaagde woorden ‘Yalin terzi’. Kleermaker Yalin* – naar hem waren we op zoek. De 73-jarige man weet dat we met hem komen praten over zijn achtergrond. Hij zet zijn platte petje recht en nodigt ons uit te gaan zitten.
Jarenlang leefde de christelijk Armeense Yalin als moslim. “We gingen naar de moskee, ik bad vijf keer per dag en ik vastte tijdens de ramadan. Toch wisten onze buren dat wij niet islamitisch waren.” Zijn naaiatelier is klein en benauwd. Yalin werkt hier al dertig jaar, maar zijn zware Koerdische accent verraadt dat hij geen oorspronkelijke Istanbulees is. Hij is geboren in Diyarbakir, het Koerdische hart van Turkije. “We probeerden daar zo onopvallend mogelijk te leven. Als mijn familie stiekem naar de kerk ging, gebruikten we het woord jam (Armeens voor uur) als codewoord, zodat buitenstaanders het niet begrepen. Maar de kinderen op school pestten mij en maakten me uit voor gâvur, ongelovige. Als ik langsliep maakten ze een kruisje met hun vingers en spuugden ze op de grond.” Yalin doet het met trillende vingers voor.
Yalin en zijn familie behoren tot de zogenoemde ‘verborgen Armeniërs’, die na de genocide van 1915 deels of volledig geïslamiseerd zijn. Armeense vrouwen die met een islamitische man trouwden en Armeniërs die door Koerdische families werden opgenomen, namen bijvoorbeeld islamitische gebruiken over. Sommigen bekeerden zich oprecht tot de islam, anderen deden voor de buitenwereld alsof. Yalins familie paste zich uit angst aan. In zijn geboortestad Diyarbakir leefden ooit Koerden, Armeniërs, Joden, Assyriërs en Jezidis, maar na 1915 verloor de stad haar multiculturele karakter. Nu wonen er overwegend islamitische Koerden.

Ze zullen je beroven

“Mijn ouders waren jong toen de genocide plaatsvond. Op aandringen van mijn oma vluchtte mijn vader, toen nog geen zestien, samen met zijn jongere broertje. Onderweg verloren ze elkaar uit het oog. Via Iran en Irak bereikte mijn vader Aleppo in Syrië. Hij kwam terug toen het weer wat veiliger was. Mijn moeder heeft als enige van haar familie de genocide overleefd. Ze kwam bij mijn oma in huis. Ze was dertien jaar en wilde het liefst zo snel mogelijk terug naar haar eigen dorp, ze wilde het land van de familie en hun dieren terugeisen. ‘Het is mijn recht’, vond ze. Mijn vader overtuigde haar ervan dat het te gevaarlijk was. ‘Je kunt toch niet in je eentje te paard daarheen?! Ze zullen je beroven, of zelfs ontvoeren!’ Mijn moeder bleef en trouwde later met mijn vader.”

Yalin vervolgt: “Met mijn zeven broers en zussen groeide ik op in de wijk Fatihpasa in Diyarbakir…” Een schelle vrouwenstem onderbreekt hem: “En wat deed je daar? Drinken en gokken!” Een kleine stevige vrouw verschijnt vanachter het gordijn. Naast Yalin, met zijn gehoorapparaat en zijn trillende vingers, oogt zijn vrouw Suzan* een stuk jonger. “Ik gok al vijftien jaar niet meer”, sputtert Yalin. “Ja, nadat ik je naar Istanbul heb geloodst!” Yalin hervat zijn verhaal. “Net als de anderen in onze buurt spraken we thuis Zaza en een beetje Kirmanji [Koerdische talen], we spraken geen Armeens. Eigenlijk waren we net als de rest, maar door ons christelijke geloof toch ook buitenstaanders.”

 

Turkije: meer dan alleen Erdogan, Gülenisten en moslim-extremisten

Culturele genocide
102 jaar geleden vond in het Ottomaanse Rijk de Armeense genocide plaats. Tijdens deze genocide, waarbij ook andere christenen zoals Assyriërs en Pontische Grieken doelwit waren van moord en deportatie, kwamen naar schatting 1 miljoen Armeniërs om. Nadien trachtten de in Turkije overgebleven Armeniërs zo onopvallend mogelijk te leven. Veel families spraken thuis geen Armeens meer, gingen niet naar de kerk en gaven religieuze tradities niet door aan hun kinderen. Sommige onderzoekers spreken van een culturele genocide, aangezien het zwarte verleden van de Armeniërs nog altijd sterk doorwerkt in hun leven en identiteit in het huidige Turkije.

Nu neemt Suzan het woord. “Mijn vader was twaalf tijdens de genocide. Hij kwam bij een welgestelde Koerdische familie in huis, en werkte daar jarenlang als bediende. Mijn ouders vertelden mij niets over de gebeurtenissen in 1915, maar onderling hadden ze het er vaak over. Dan deed ik alsof ik sliep, het licht ging uit en ik spitste mijn oren. ‘Wat heb jij allemaal gezien?’, hoorde ik mijn vader dan aan mijn moeder vragen.”

Tegenwoordig wonen Suzan en Yalin in Feriköy, een van oorsprong christelijke wijk met diverse Armeense scholen en kerken. Vanaf de jaren vijftig begonnen christelijke families uit de buurt weg te trekken. Vandaag de dag is er van het christelijke karakter van de wijk weinig over. Suzan: “Sinds een jaar of tien is de buurt aan het veranderen. Je hoort verhalen over Armeniërs die worden lastiggevallen of zijn weggepest. Of ik dat zelf ook merk? Nee, nee bij ons durven ze zoiets niet.” Ze zet haar handen in haar zij en duwt haar boezem naar voren. “Ik ben stoer, dat schrikt mensen af. Die onbevreesdheid heb ik mijn kinderen ook meegegeven. Zijn jullie vrijgezel?”, vraagt ze. “Mijn zoons zochten zo lang een vrouw en zijn recentelijk getrouwd. En dan komen jullie nu binnen… net te laat.”

Weerstand op de Musaberg

Het enige overgebleven Armeense dorp in Turkije is Vakifli in de zuidelijke provincie Hatay. De Armeense cultuur daar is internationaal vermaard. We gaan er naartoe.

We spreken Cem Capar (39) in zijn kantoor. Hij is veearts. ‘’Tijdens de opleiding moesten we bij elkaar oefenen in het afnemen van bloed. Toen het mijn beurt was, kwam de hele klas om me heen staan. Hoe zou het bloed van een Armeniër eruitzien? Wees gerust: gewoon rood”, lacht Cem.

Vakifli ligt op de helling van de berg Musa (de berg van Mozes). In 1915 vluchtte een groot deel van de dorpsbewoners de berg op; zo ook Cems familie. “Mijn opa en oma kregen een brief thuis met het bevel binnen drie dagen te vertrekken. De dorpelingen wilden niet hetzelfde lot ondergaan als de Armeniërs die ze hadden zien langskomen. Uitgehongerde groepen mensen die op weg waren naar Syrië; de mooie meisjes werden eruit gepikt. Met 4000 anderen klom mijn familie de Musa op. Ze zaten er ruim vijftig dagen en verdedigden zichzelf tegen aanvallen van het Ottomaanse leger. Franse schippers brachten hen uiteindelijk naar het Egyptische Port Said. Jaren later keerde mijn familie terug naar Vakifli. Ik herinner me avonden dat ik bij opa op schoot zat en zijn vrienden in de kamer waren. Ze wisselden verhalen uit, er werd veel gehuild.”

Cem blijft even stil en vervolgt dan. “Het was een cruciale episode in de geschiedenis van mijn familie. Mijn opa mat alles eraan af; ‘Dat was zeven jaar nadat we de Musa opklommen’, ‘toen waren we de Musa nog niet opgegaan’.”

Buiten Turkije is het verhaal over de Musa redelijk bekend: het werd opgetekend door de Oostenrijker Franz Werfel. Maar in Turkije zelf? Cem wendt zich tot zijn secretaresse: “Kende jij dit verhaal?” Nee, de berg kent ze, maar dit verhaal had ze nog nooit gehoord. “Kol kirilir, yen icinde kalir”, zegt Cem met een wrange glimlach. Het Turks gezegde betekent: van binnen gebroken, van buiten niets te zien. “De Armeense gemeenschap bespreekt dit bittere verleden onderling, naar buiten toe doen ze alsof er niets aan de hand is. Ik heb Turkse, alawitische en christelijke vrienden. We delen te weinig met elkaar. Vakifli is niet de trots, maar de schandvlek van Turkije.”

Behoedzaam

Hoe zit het met de jongere generaties Armeense Turken? Terug in Istanbul spreken we de 24-jarige Armeens-Turkse Ismail*, een lange, serieus ogende jongen. Zijn familie runt een hotel, hij werkt daar, en studeert economie. “Ik ben net als andere Turkse jongeren. Ik werk, drink, kijk voetbal, leef mijn leven. Zonder problemen. Ja, ik ben Armeens. So what?”

Met zijn donkere ribfluwelen broek en bijpassend colbert ziet Ismail er volwassener uit dan zijn leeftijdsgenoten. Hij vraagt ons waarom het per se over zijn Armeense afkomst moet gaan. “Dat is toch niet boeiend.” Hij biedt ons rode wijn aan en uit zijn ongenoegen over jongeren die alleen maar geïnteresseerd zijn in sociale media en feesten. “Ik ben niet in de tijd van briefpost opgegroeid, maar ik mis het toch.”

Ik loop niet met mijn Armeense achtergrond te koop, anders kunnen mensen lastig gaan doen

Hij wil liever niet dat wij zijn echte naam noemen en leest argwanend mee wanneer wij iets opschrijven. “Niet dat ik iets te verbergen heb, maar onderwerpen als afkomst en geloof liggen gevoelig.” Na zijn derde wijntje wordt Ismail openhartiger en vertelt hij wat religie voor hem betekent. Hij vindt bijbelteksten belangrijk en bezoekt de kerk wekelijks. “Maar ik loop niet met mijn Armeense achtergrond te koop, anders kunnen mensen lastig gaan doen. Of grapjes maken. Maar dat doet mij niks, het doet geen pijn. Het is net zoals Turkse taxichauffeurs met toeristen omgaan; je wordt weleens afgezet”.

Ismail ziet zichzelf het liefst als een gewone Turkse burger en wil geen slachtofferrol aannemen. Maar hij is terughoudend in het uiten van zijn Armeense identiteit, terwijl zijn religie een belangrijke rol in zijn leven speelt. De worsteling met het verleden lijkt ook voor de jongere generatie Armeniërs nog niet voorbij.“Samuel!” Een zware mannenstem galmt door de gang. Ismail antwoord in het Armeens. “Samuel is mijn Armeense naam”, legt hij ons uit. “Die is moeilijk uit te spreken voor Turken, dus gebruik ik Ismail. Mijn moeder gebruikt wel haar eigen naam, Maria. Maar zij is een vrouw dus dat is makkelijker. Haar vallen ze niet lastig. Ik bedoel, mij ook niet hoor, maar over het algemeen krijgen mannen eerder moeilijkheden.”

* Omwille van hun privacy en uit angst voor repercussies zijn deze namen gefingeerd; de echte namen zijn bekend bij de schrijvers. Geen van de geïnterviewden wilde op de foto.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons