Waterkracht heeft de potentie om bijna de halve wereld te voorzien van elektriciteit. Dat zeggen energiewetenschappers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Universiteit Utrecht in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Energy. Waterkracht vertegenwoordigt ongeveer 72% van de wereldwijde hernieuwbare elektriciteit en levert op dit moment 16% van alle elektriciteit in de wereld.
Behalve dat het een groen alternatief voor fossiele brandstoffen is, heeft waterkracht nog twee voordelen ten opzichte van zonne- en windenergie: het is flexibel, want je kunt energie opwekken wanneer je die nodig hebt. Daarnaast is het water terug te pompen naar een stuwmeer, waardoor je als het ware energie opslaat.

Verwoestende gevolgen
De publicatie deed veel stof opwaaien bij ecologen. Met name het Wereld Natuur Fonds (WNF) reageerde met opgetrokken wenkbrauwen, want volgens hen hebben stuwdammen in rivieren, die vaak nodig zijn om waterkrachtcentrales te bouwen, verwoestende gevolgen voor mensen, dieren en de natuur.
Zo moeten regelmatig duizenden mensen verhuizen om plaats te maken voor een stuwmeer, sterven migratievissen massaal omdat ze niet meer naar hun broedplek kunnen terugkeren en drogen landbouwgronden uit. En dat zijn nog maar een paar voorbeelden. Het WNF spant zich al jaren, samen met milieuorganisaties, in om rivieren te behoeden voor de toekomstige aanleg van dammen. Sterker nog: de organisatie pleit ervoor bestaande dammen weer af te breken.
Kortom: waar waterkracht ooit werd gezien als ideale groene energiebron, die in de praktijk juist een bedreiging voor de natuur te vormen. Wat nu?
Geen pleidooi
“Ons onderzoek is geen pleidooi voor meer waterkracht”, reageert David Gernaat, de eerste auteur van het artikel in Nature Energy. “We hebben slechts een kennisgat gedicht: we wisten nog niet hoeveel waterkrachtenergie we mogelijk konden opwekken, maar nu weten we dat er wereldwijd meer dan 9.000 locaties zijn waar dammen tegen concurrerende prijzen gebouwd kunnen worden. Dit aantal noemen we het economisch potentieel. Maar we hebben ook een ecologisch potentieel uitgerekend; dat levert 30% minder energie op, omdat we dan op elke damlocatie 30% van het rivierwater omleiden zodat het zonder onderbreking verder kan stromen.”

De vraag is of die 30% voldoende is om de natuur te redden. “Dat helpt deels, maar niet voor de vismigratie”, zegt Jan Janse van het Planbureau voor de Leefomgeving. “Vissen die stroomafwaarts zwemmen, raken vaak verdwaald omdat er te weinig stroming is boven de dam. Of ze overleven het niet als ze door de turbine heen gaan. En stroomopwaarts is lang niet elke vis in staat een vistrap te nemen.”
Zijn er dan bepaalde omstandigheden waarin een dam zowel stroom levert als de natuur met rust laat? “Win-win bestaat niet, maar win met minder verlies kan wel. Je kunt onderzoeken op welke plek in een stroomgebied je de biodiversiteit het minst aantast, bijvoorbeeld door een dam maar op één zijrivier te plaatsen en de andere zijrivieren met rust te laten. Daar is nog wel winst te behalen. Je kunt niet zeggen: ik wil niks, want er is toch een afweging nodig tussen de verschillende vormen van (duurzame) energieopwekking.”

Waterkracht in Nederland
Je verwacht het misschien niet, maar ook Nederland heeft waterkrachtcentrales: drie grote bij Linne (Limburg), Lith (Noord-Brabant) en Amerongen (Utrecht) en drie kleinere bij De Haandrik (Overijssel), St. Michelsgestel (Noord-Brabant) en Roermond (Limburg). Samen hebben ze een vermogen van 36 MegaWatt; genoeg voor zo’n 36.000 huishoudens. Volgend jaar komt er ook een bij de stuw van Doesburg (Gelderland). Hoe milieuvriendelijk zijn die Nederlandse centrales?
Vismigratie is bij onze waterkrachtcentrales het grootste milieuprobleem volgens Jan Janse van PBL: “Ze hebben in ieder geval een vistrap. Maar die werken niet altijd goed, zeker niet als de vissen stroomafwaarts zwemmen. Van de palingen, een sterk bedreigde diersoort, sterft bij de Nederrijn (Amerongen, red.) ongeveer 30 procent.” Voor nieuwe centrales mag zo’n hoog percentage niet meer. In de Nederrijn, de Lek en een groot deel van de Maas mag de totale vissterfte nog maar 10 procent zijn. Doesburg krijgt dan ook een nieuw type turbine dat volgens de makers alle vissen ongedeerd doorlaat.
Duurzame dammen
Het is dus mogelijk om bij de bouw van een nieuwe dam rekening te houden met de ecologie. Maar wordt dat inderdaad gedaan bij de 3.700 waterkrachtcentrales die op dit moment worden gebouwd of gepland zijn?
“De International Hydropower Association heeft een protocol gemaakt voor het duurzaam bouwen van dammen. Maar dat wordt helaas maar mondjesmaat gebruikt”, zegt Janse. Volgens Gernaat vindt de bouw van nieuwe stuwdammen vooral in opkomende economieën plaats, waar de vraag naar elektriciteit hard groeit. Begrijpelijk dus, dat ze daar zoveel mogelijk hydropower uit de rivier willen halen.
Gernaat weet nog wel een mooi voorbeeld van beleid waarbij rekening wordt gehouden met de energiebehoefte én het milieu: de Penobscotrivier in de Verenigde Staten. Gernaat: “Daar zijn recentelijk twee van de acht dammen afgebroken en flinke ecologiewinsten behaald. Zo keerde een bedreigde zalmsoort terug, terwijl de energieproductie van de hele rivier minder dan 2% omlaag ging. Dat laatste komt doordat de de beheerder van de overgebleven zes dammen de energieproductie daar nog wat kon opschroeven. Kortom: als je maar vanuit één perspectief naar waterkrachtcentrales kijkt – bouwen óf afbreken – dan krijg je altijd een verkeerde oplossing.”
