Zo’n 800 mensen wisten eind januari de weg naar de ombudsman van de NPO te vinden. Ze deden hun beklag over een uitspraak van Op1-presentator Natasja Gibbs: zij had Israël een ‘apartheidsregime’ genoemd – in lijn met eerdere oordelen van onder meer Amnesty International. De ombudsman oordeelde dat Gibbs dat direct had moeten onderbouwen in de uitzending.
“De journalistieke code van de NPO zegt niets over racisme
De NPO-ombudsman is niet de enige autoriteit bij wie je terechtkunt als je vindt dat een journalist of medium zijn boekje te buiten gaat. Grofweg zijn er twee soorten ‘mediawaakhonden’. Enerzijds zijn er waakhonden die de journalistieke inhoud, kwaliteit en ethiek in de gaten houden, anderzijds zijn er waakhonden die erop toezien dat media onafhankelijk en pluriform zijn. Maar de eerste categorie kan niet ingrijpen als media over de schreef gaan, en de tweede heeft alleen iets te zeggen over een handjevol media. De NPO-ombudsman valt in de eerste – machteloze – categorie: aan de uitspraken zijn, zoals bij Gibbs, meestal geen consequenties verbonden.
Artikel gaat verder onder de foto.

Er waren wel gevolgen bij een andere uitspraak van de ombudsman naar aanleiding van een uitzending (15 september 2022) van Ongehoord Nederland (ON!). Daarin was een videocompilatie te zien van zwarte mensen die witte mensen vanuit racistisch motief in elkaar zouden slaan en gebruikte presentator Raisa Blommestijn het n-woord. De ombudsman oordeelde dat de compilatie journalistiek onverantwoord was, maar deed over het racisme in de uitzending geen uitspraak. De ombudsman baseert haar uitspraken namelijk op de Journalistieke Code van de NPO. Daarin staat dat journalistieke programma’s onder meer ‘betrouwbaar, onafhankelijk, onpartijdig en onbevooroordeeld’ moeten zijn. De code zegt echter niks over racisme.
De gevolgen? De NPO legde ON! een boete op, en niet voor het eerst: eerder in het jaar had ON! al een boete gekregen voor het verspreiden van onbetrouwbare en onjuiste informatie. Onlangs maakte de NPO bekend een derde boete te willen opleggen. Nooit eerder legde de NPO een van haar omroepen een boete op, laat staan drie. De NPO overweegt zelfs de staatssecretaris van Cultuur en Media te verzoeken de zendmachtiging van ON! in te trekken, wat ook nooit eerder is gebeurd en waar strenge voorwaarden aan zijn verbonden (het kan bijvoorbeeld als een omroep al twee sancties heeft gekregen).
Dé waakhond die je waarschijnlijk niet kent
Er is nog een andere waakhond waar je je onvrede kan uiten over NPO-programma’s. Binnen de mediawereld staat deze organisatie bekend als ‘dé mediawaakhond’, maar het grote publiek heeft er bijna nooit van gehoord: het Commissariaat voor de Media (CvdM). Terwijl het CvdM een van de weinige partijen is die wél zelf sancties kan opleggen. En anders dan de ombudsman van de NPO waakt het CvdM óók over regionale en commerciële omroepen, zoals Omroep Flevoland of SBS6.
Toen in 2017 aan het licht kwam dat Jort Kelder campagnefilmpjes voor Forum van Democratie financierde, wisten klagers het CvdM wel te vinden en kwam het in actie. Na een jaar onderzoek concludeerde het CvdM dat de onafhankelijkheid van Kelder en de redacties waar hij voor werkte (WNL en AVROTROS) niet in gevaar was en er geen banden zijn met FvD. Hoe het precies tot die conclusie kwam, wil het Commissariaat niet delen.
Artikel gaat verder onder de foto.

Het CvdM houdt niet alleen toezicht over omroepen op televisie, maar ook op radio en video-uploaders met meer dan 500.000 volgers op bijvoorbeeld YouTube of Instagram. Dat zijn een hoop media. Omdat het CvdM onmogelijk alles kan controleren, selecteert het. Persvoorlichter Martijn den Dekker: “Dat doen we door uit te zoeken waar de meeste problemen te verwachten zijn op basis van eigen onderzoek en meldingen uit onder andere het publiek.” Het Commissariaat toetst het handelen van deze media aan de Mediawet, die stelt dat het media-aanbod toegankelijk, pluriform, veilig en onafhankelijk moet zijn.
Het CvdM houdt overigens geen toezicht op de inhoud van programma’s, hoewel de Mediawet daar in principe wel de ruimte voor biedt (zie kader). Den Dekker: “Je kan je niet zomaar met de inhoud bemoeien, omdat je te maken hebt met de vrijheid van meningsuiting en met persvrijheid, en die grenzen zijn niet zo zwart-wit. Onze focus ligt daarom op de processen: hoe zorgen omroepen ervoor dat ze betrouwbare journalistiek bedrijven?”
Wat staat er in de Mediawet?
De Mediawet geldt voor zowel Nederlandse publieke radio- en televisieomroepen als commerciële omroepen (op dit moment alleen Talpa, aangezien RTL uitzendt vanuit Luxemburg en dus onder Luxemburgse wetgeving valt) en video-uploaders. Regels voor publieke omroepen zijn het strengst. Die moeten zich volgens de Mediawet houden aan ‘hoge kwaliteitseisen’ en moeten onafhankelijk zijn van commerciële invloeden en overheidsinvloeden.
Commerciële omroepen hoeven dat niet. Wel geldt voor hen een verbod op sluikreclame en moeten zowel publieke als commerciële omroepen maatregelen nemen om racisme en discriminatie in hun media-aanbod te voorkomen. Alle andere media vallen niet onder de Mediawet.
Bij kranten vind je meestal geen gehoor
Aangezien alleen radio- en televisieomroepen en video-uploaders onder de Mediawet vallen, heeft het geen zin meldingen te maken bij het CvdM over alle andere media, zoals kranten, magazines en podcasts. Eigenlijk kan je dan vrijwel nergens heen. In het beste geval heeft de krant die je leest een ombudsman in dienst, wat niet verplicht is. Van de (middel)grote dagbladen hebben alleen NRC, de Volkskrant, Trouw en De Limburger een ombudsman in dienst tot wie je je kunt richten met klachten over de journalistieke inhoud, kwaliteit en ethiek. Het AD, De Telegraaf, FD en Parool hebben er geen.
“Alleen NRC, de Volkskrant, Trouw en de Limburger hebben een ombudsman
Jeroen Trommelen, de ombudsman van de Volkskrant, vindt dat kwalijk: “Je neemt je lezers niet ernstig als er geen onafhankelijke partij is die vragen en klachten kan behandelen. Hoe kun je als lezer dan je rechtvaardigheid halen?” Zelf contact opnemen met de redactie waar ze kritiek op hebben willen mensen vaak niet. “Als je een serieuze relatie met je lezers wil, moet je gewoon een onafhankelijke ombudsman hebben”, vervolgt Trommelen.
Oordelen van krantenombudsmannen zijn niet bindend en ze kunnen ook geen boetes opleggen of rectificaties afdwingen. Toch ziet Trommelen, die elke twee weken in de Volkskrant zijn licht over een kwestie naar keuze laat schijnen, dat hij wel invloed heeft. “Er wordt naar me geluisterd. Redacties vinden het niet leuk om van binnenuit op hun vingers getikt te worden. Ze willen voorkomen dat ze fouten maken en dat ik een column schrijf die sterk ten nadele is van de krant.”
Tandeloze tijger
Een tandeloze tijger van hetzelfde soort is de Raad voor de Journalistiek (RvdJ). De RvdJ bestaat uit vrijwilligers (journalisten, juristen en burgers) die klachten over de journalistiek behandelen aan de hand van de Leidraad. “Dat zijn de algemene ethische uitgangspunten die door elke journalist worden onderschreven”, zegt RvdJ-voorzitter Frits van Exter. Als de RvdJ een klacht gegrond vindt, dan vraagt de RvdJ het medium dat te vermelden. “Meestal doen media dat ook. De een royaler dan de ander.”
Maar soms gebeurt dat ook niet. BNNVARA was het bijvoorbeeld oneens met de uitspraak van de Raad over een aflevering van het programma Zembla. Zembla beschuldigde een bedrijf van het illegaal storten van afval, maar volgens de Raad was die bewering ongegrond. BNNVARA kon zich niet vinden in de uitspraak en besloot zelfs met de Raad te breken. En dan houdt het op. “Het is zelfregulering op vrijwillige basis”, benadrukt Van Exter.
De RvdJ neemt overigens alleen klachten in behandeling van mensen die zelf rechtstreeks geraakt zijn door de uiting van een medium. Veel mensen waren bijvoorbeeld verbijsterd na het lezen van een artikel van het Financieel Dagblad, waarin ten onrechte beweerd wordt dat ‘tientallen statushouders’ ontslag namen nadat ze een huurwoning kregen. De meesten van hen konden niet zelf naar de Raad van de Journalistiek stappen, tenzij ze zelf beschuldigd werden of als ze een organisatie hebben die de belangen behartigt van statushouders.
Artikel gaat verder onder de foto.

Je laatste strohalm: de rechter
Als bovenstaande opties zijn uitgeput, rest alleen nog de gang naar de rechter. De rechter kan een medium bevelen een uitspraak recht te zetten of zelfs een publicatieverbod opleggen als de grenzen van vrijheid meningsuiting zijn overschreden. Daarvoor moet eerst een rechtszaak worden aangespannen tegen de auteur of uitgever, en ook hier geldt: dat kan alleen een directe belanghebbende doen. Het bedrijf dat in Zembla werd beschuldigd van illegale stort deed dat bijvoorbeeld en kreeg gelijk van de rechter, die Zembla dwong te rectificeren en een schadevergoeding te betalen.
“Coldeweijer ziet zichzelf niet als journalist, de rechter wel
Als er sprake is van aanzetten tot haat of geweld kan de rechter een gevangenisstraf opleggen van maximaal 1 jaar. In het uiterste geval zou een rechter ook kunnen eisen dat de podcast, het artikel of het programma offline wordt gehaald. “Maar dat gaat wel ver. Dat gebeurt wanneer een rectificatie niet volstaat, of als de hele uitzending of publicatie gebaseerd is op onrechtmatigheid”, zegt media-advocaat Matthijs Kaaks.
Onlangs gebeurde dit wel. ‘Juicevlogger’ Yvonne Coldeweijer beweerde (november 2022) in een van haar vlogs dat Rachel Hazes geen contact meer zou hebben met haar zoon André. Volgens de rechter kon Coldeweijer de beschuldigingen niet hard maken en waren de uitspraken ‘onnodig grievend’, waarmee ze haar journalistieke plicht verzaakte. Dat Coldeweijer zichzelf niet als journalist ziet, deed daar niet aan af. Ze moest de video verwijderen en een rectificatie plaatsen.
Ombudsmannen, commissariaten, raden en uiteindelijk de rechter; instanties waar je terechtkunt als je het idee hebt dat mediamakers hun boekje te buiten gaan zijn er. Maar of je er met jouw specifieke klacht terechtkunt is vaak de vraag, en tanden hebben ze lang niet altijd.