Maruf Messages – een maandelijks evenement van stichting Maruf waarin maatschappelijke vraagstukken worden behandeld – kende de laatste editie de vorm van een interactief panel. Activisten Aminanta, Abdi Suleiman, Rosalinda Wijks en Mariam el Maslouhi maakten racisme binnen moslimgemeenschappen inzichtelijk voor het publiek door hun ervaringen te delen.
Racisme in de moskee
Aminanta (22) was altijd een van de weinige zwarte meisjes in haar omgeving. Haar ouders maakten er geen geheim van en vertelden haar dat zij zelfs in de moskee minderwaardig zou worden behandeld; als Guineeërs passen zij niet bij de rest, die vooral een Marokkaanse achtergrond heeft.
Voor Aminanta is racisme binnen moslimgemeenschappen zichtbaar, maar ze heeft zich hier lang niet over uitgesproken omdat ze haar gemeenschap niet de rug wilde toekeren. Dit was in veel wat Aminanta zegt te voelen. Ze is voorzichtig in het uitkiezen van haar woorden.
Suleiman (30) heeft zelf weinig racisme ervaren binnen moslimgemeenschappen, maar geeft wel aan dat die erg etnisch verdeeld zijn: “Representatie in de leiding van de moskeeën is nooit divers, het zijn bijna altijd Marokkaanse Nederlanders of Turkse Nederlanders. Je voelt je als zwarte moslim niet erg welkom. Soms groeten moslims mij niet eens terug, hoewel het groeten een belangrijk onderdeel is in de islam”.
Vanwege haar bekering naar de islam als zeventienjarig meisje, ervoer Wijks (31) al vroeg anti-zwart racisme, vooral door Marokkaanse Nederlanders. Ze geeft een voorbeeld van een moskeebezoek in Amsterdam-West, waar ze per ongeluk de gesegregeerde herendeur in plaats van vrouwendeur nam, waarna ze binnen boos werd uitgemaakt voor ‘zwarte’.
De zwarte geschiedenis van de islam
Wijks besloot een onderzoek te doen naar de zwarte geschiedenis van de islam en kwam tot verschillende resultaten. Anti-zwart racisme bestond al voor kolonialisme. De kring van profeet Mohamed was erg divers, maar ook daar kwam racisme voor. “Er was dus inclusiviteit, maar ook racisme. Denk aan het verhaal van Bilal, de vrijgekochte tot slaaf gemaakte, die de hand vroeg van een meisje. Haar broers weigerden vanwege zijn zwarte huidskleur, waarna de profeet Mohamed bemiddelde met het gebruik van een goddelijke vergelijking om zijn racisme tegen te gaan.”
Bilal ibn Rabah was een compagnon van profeet Mohamed en zijn bestaan wordt vaak als argument gebruikt om te bewijzen dat anti-zwart racisme in moslimgemeenschappen niet bestaat. Inmiddels wordt dit door velen als een dooddoener beschouwd.
Suleiman denkt ook dat anti-zwart racisme te maken heeft met het verleden. Hij koppelt het aan de gedachte dat hoe ‘Arabischer’ je er uitziet, hoe dichter je bij de profeet staat. “Het gaat ver terug, denk aan de tijden van kolonialisme in Afrikaanse landen door Arabieren. Je ziet die ideologie nog veel terug bij hedendaagse Noord-Afrikaanse moslims. Ik denk dat zij niet durven toe te geven dat ze de haat hebben geleerd van hun eigen onderdrukkers. Triest, want je haat mensen die je niets hebben aangedaan, meer dan je onderdrukker.”
Halalwashing
El Maslouhi (28) is met dit onderwerp bezig sinds de Zwarte Pietdiscussie. Ze heeft het gevoel dat ze zich in een spagaat bevindt; light skin, maar niet licht genoeg voor een Marokkaanse; dark skin maar niet donker genoeg om zwart genoemd te worden. El Maslouhi vind dit soort events mooie momenten om te reflecteren op haar eigen islamitische, Marokkaanse gemeenschap.
“Ik vond het moeilijk om een zwarte Marokkaanse vrouw genoemd te worden in de aankondiging van dit event, omdat ik niet weet wat mijn positie in de gemeenschap is. Volgens mijn vrienden is het juist belangrijk om mezelf te profileren als zwart én Marokkaans in mijn gemeenschap, omdat die een lange geschiedenis kent van anti-zwart racisme.”
El Maslouhi haar roots liggen in het zuiden van Marokko, waar de huidskleur van de Marokkaanse bevolking vaak donkerder is dan in de rest van het land. “Mijn ouders forceren om mij als zwart te zien, is een beetje provocatie; het herclaimen van de zwartheid van mijn overgrootmoeders die in de loop der tijd uitgewist is.”
In Marokko is de discussie makkelijker voor haar om te voeren, omdat ze in Nederland veel meer rekening houdt met de ongelijke positie van Marokkaanse Nederlanders. De positie van macht is volgens El Maslouhi belangrijk in dit verhaal, want: “Daar waar macht ligt zijn de -ismes1. De islam is daar geen uitzondering op. Als moslims zouden we onze overeenkomsten in doorkruisende ongelijkheid veel meer moeten inzien.”
Het publiek zit inmiddels op het puntje van hun stoel en vingers schieten omhoog. De vraag of we misschien niet luid genoeg zijn over ‘onze eigen’ (islamitische) zwarte bladzijden en het ‘halalwashing’ zet iedereen zowel aan het denken als aan het giechelen om de woordspeling op whitewashing2.
Wijks wijst op een uitspraak gedaan door een van de grootste geleerden in de islam, de Tunesische Ibn Khaldun. Hij wordt beschouwd als de vader van de geschiedfilosofie en de sociologie en beschreef in zijn boek Muqaddimah zijn gedachtens over de zwarte medemens: “Zwarte mensen zijn onderworpen aan slavernij, omdat ze weinig menselijks hebben en eigenschappen bezitten gelijk aan die van stomme dieren.” De uitspraken van Khaldun en andere islamitische geleerden worden door veel moslims gerespecteerd en uitgedragen.
Opportunisme en Afrikaanse cultuur
Iemand uit het publiek geeft aan dat ze geschrokken is van het racisme in de trailer van de nieuwe Belgisch-Nederlandse film Patsers, waarin het karakter van Ali B zegt: “Luister dan á kankerchimpansee, je weet niet wie the fuck je voor je hebt maar ik run deze fucking game nu! Ik hak die aangebrande banaan van je af en stop ‘m in de gorillabek van je dikke, zwarte moeder!”
Moeten we dit soort racisme accepteren, omdat het een film betreft over hedendaagse straatcultuur en maffia? En omdat het gezegd wordt door een persoon van kleur? We hebben het over iemand met een voorbeeldfunctie die invloed heeft op jongeren en vooral moslimjongeren. Hoe gaan we deze mensen verantwoordelijk houden voor wat zij de wereld in helpen?
Het is een tijd waarin de Afrikaanse popcultuur steeds populairder wordt, en het cool is om Afrikaans te zijn. Volgens El Maslouhi zie je daarin het anti-zwart racisme, omdat de motieven louter economisch of politiek geaard zijn en dus niet echt proberen ongelijkheid te bevechten of onderliggende structuren bloot te leggen.
Zoals El Maslouhi sterk zei: “We moeten blijven spreken over dit probleem, en dat kan alleen als we voorbij gaan aan het beeld dat het niet voorkomt onder moslims. Je moet je eigen verantwoordelijkheid nemen, en je eigen gemeenschap bewust maken van het probleem.”
De gordels zijn vastgemaakt, pijnpunten zijn aangeraakt, het is tijd om anti-zwart racisme in moslimgemeenschappen bespreekbaar te maken.