Als ze voet bij stuk houdt wel. “D66 [wil] niet dat palmolie wordt gebruikt om in de tank van onze auto’s te gooien”, zei Stientje van Veldhoven in juli dit jaar tegen OneWorld. Als reden haalde ze de problemen rond de palmolieteelt aan, waarvoor op grote schaal tropisch regenwoud tegen de vlakte gaat, en bewoners van hun land worden verdreven. Het voormalig D66-Kamerlid zei dat “er een uitstekend alternatief is”, namelijk het “elektrisch rijden”. Ook concludeerde ze: “Volgens D66 worden er over 10 à 20 jaar alleen nog maar elektrische auto’s verkocht. Dus hebben we palmolie helemaal niet nodig om te verbranden in onze auto’s”.
“Onderzoek van de Europese Unie wees uit dat biobrandstof op basis van palmolie maar liefst dubbel zo vervuilend is als gewone benzine
Dat zit zo. Bij de teelt van palmolie gaat veel tropisch regenwoud tegen de vlakte, terwijl deze bomen normaliter juist CO2 opnemen. Ook bevinden oliepalmplantages zich dikwijls op tropische veengronden, bij ontginning ervan komen veel broeikasgassen vrij. Dat gebeurt ook wanneer er bomen en begroeiing wordt afgebrand, een methode om schoon schip te maken en het land klaar te stomen voor uitgestrekte oliepalmplantages.
Het gebruik van palmolie voor biobrandstof, net als soja, koolzaad, suikerriet, maïs en graan, is daarnaast omstreden omdat deze gewassen concurreren met voedsel. De biobrandstofgewassen vergen landbouwgrond, die dan niet meer beschikbaar is voor de productie van voedsel of vee. Tegelijkertijd worden vruchtbare landbouwgronden steeds schaarser, de bodem gaat hard achteruit door intensief landgebruik. En dat terwijl er juist grote behoefte aan is, omdat de wereldbevolking groeit en iedereen ook in de toekomst voorzien moet worden van voldoende eten.
“Het gebruik van palmolie voor biobrandstof is eveneens omstreden omdat deze gewassen concurreren met voedsel
Momenteel bestaat 1,4 procent van de brandstofmix uit voedselgewassen, zoals palmolie of soja. Dat betekent in feite dat als je de tank van je auto volgooit, die nu ongemerkt voor een deel uit bio-ethanol of biodiesel bestaat. Voormalig staatssecretaris Dijksma stelde voor om de 1,4 op te rekken naar 5 procent. Of dat voorstel definitief wordt, of dat staatssecretaris Van Veldhoven daar toch een stokje voor steekt, horen we later vandaag.
In juli zei de Franse minister Hulot dat hij helemaal wilde stoppen met de import van palmolie en niet-duurzame soja voor biobrandstof. Hij noemde het “schizofreen” om industrieën aan te moedigen minder broeikasgas uit te stoten, terwijl er tegelijkertijd miljoenen bomen die CO2 opnemen, worden gekapt. Volgens Hulot vertegenwoordigt ontbossing 10 procent van de mondiale broeikasgasemissies. Noorwegen besloot een jaar eerder al om palmolie-biobrandstof in de ban te doen.
Vier generaties
De meeste biobrandstoffen bestaan uit voedsel zoals palmolie, soja, koolzaad, mais en suikerriet. Dit zijn de zogenaamde conventionele biobrandstoffen, de eerste generatie. De tweede generatie biobrandstoffen komt van afval als plantenresten, houtsnippers of frituurvet. Zeewier en algen vallen onder de derde generatie. Bij de vierde generatie produceren micro-organismen zelf de brandstof.