Als Garry Bakker het Kralingse Bos induikt, staat er een lichte wind en is de zon bedekt onder een dikke laag stapelwolken. Het is niet ’t meest geschikte moment om vlinderpopulaties te onderzoeken. De kleine beestjes worden pas echt actief in tijden van warm, windstil weer. Toch is het belangrijk voor de ecoloog van Bureau Stadsnatuur om de driejaarlijkse vlindermonitoring door te zetten. “Er zijn veel omstandigheden die de vlindertelling kunnen beïnvloeden. Het weer is er maar één van. Dit jaar was er een herder die zijn schapen liet grazen op de plekken waar de vlinders actief zijn. Daardoor heb ik ze een stuk minder gezien. Deze omstandigheden kan ik ook meenemen in het onderzoeksresultaat.”
Het vlinderonderzoek wordt uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de natuurkwaliteit van het Kralingse Bos. “Meer actieve vlindersoorten betekent een groeiende biodiversiteit en daarmee een verbetering van de natuur”, aldus Bakker.
Dit is deel 3 van de documentaire-fotoserie over de stadsecologen van Bureau Stadsnatuur. Volgende keer: vleermuizen detecteren bij een kerkhof.




