“Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de kracht van verschillende muziekgenres, en in hoe muziek emoties kan uiten”, vertelt de Nederlandse fotograaf Frank Trimbos, die al sinds 2010 in Zuid-Afrika woont en werkt. “De opkomende rockscene in zuidelijk Afrika vond ik daarom intrigerend.”

Het is meer dan alleen harde muziek. In Botswana is heavy metal voor veel jongeren ook een ontsnapping aan een leven dat niet makkelijk is. Hoewel het land economisch langzaam opklimt, is er nog veel armoede.
Maar bij de metalconcerten halen de Afrikaanse rockers alles uit de kast. De bezoekers van het Rock The Nations festival houden van veel leer, lange jassen en spikes. Sommige muziekliefhebbers gebruiken gezichtsverf, ook wel corpse paint genoemd. Anderen verkleden zich als cowboys from hell, met cowboylaarzen en -hoeden. De fans met een kleinere portemonnee zijn al even creatief: zij printen logo’s van populaire rockbands uit en plakken die op hun broek. Metaalbewerkers maken hun eigen sieraden met spikes of decoratiezwaarden.


Het is een transformatie, laten de foto’s zien. Trimbos: “Ze zijn niet meer wie ze doordeweeks zijn, maar veranderen in hun hardrock-alter ego’s. De excentrieke kledingstijl wordt bewaard voor speciale gelegenheden, zoals deze festivals. Hun alter ego’s kleden zich anders, gedragen zich anders en praten zelfs anders.”

Het is een uitlaatklep om even te ontsnappen uit het dagelijkse leven, vertelt Trimbos. Voor de Botswaanse heavy metalfans is die ontsnapping belangrijk. Als hun heavy metal alter ego voelen ze zich sterk, speciaal, stoer en in control. Ze worden geaccepteerd door mensen met dezelfde passie. Ze kunnen helemaal uit hun dak gaan zonder beperkt te worden door vooroordelen.


En dus laat iedereen zich compleet gaan. Er wordt gesprongen, meegezongen, geheadbangd en luchtgitaar gespeeld. Een enkeling raakt in extase en laat zichzelf over de grond rollen. Maar het blijft gecontroleerd, omdat iedereen de regels respecteert: geen agressie of geweld, geen bandleden aanraken, niet op het podium komen en niet met drank gooien. Zo ontstaat een plek waar iedereen zich veilig en bijzonder voelt.
De tolerante en inclusieve sfeer ervoer ook fotograaf Trimbos zelf. “Dat ik meteen werd opgenomen in de groep betekende veel voor me. Ik wil dat de mensen die ik fotografeer zich op hun gemak voelen in mijn aanwezigheid. Dan komt het onderwerp echt tot zijn recht.”

