Ze wortelen al eeuwenlang in zilte aarde. Mangroves vind je langs tropische kusten met warm zeewater en een zachte golfslag. Door hun beschutting zijn de bossen en struiken de perfecte kraamkamer voor vogels en vissen. Bovendien zijn ze in staat om bijzonder efficiënt koolstof op te slaan, zelfs meer dan tropische regenwoud.
Honderd jaar geleden was de kust van Indonesië omringd door 4,2 miljoen hectare mangrove. Zo veel bos, daar kunnen we wel wat van missen, zeiden Javaanse vissers begin jaren 90 tegen elkaar. Ze gooiden het roer om. De productie van kweekgarnalen bracht nieuwe welstand. Nu resteert er nog maar 3 miljoen hectare bos. Het geeft de zee vrij spel, want in gebieden waar mangrove is gekapt, treedt erosie op en zijn dorpen door het water verslonden. Het ecosysteem is er compleet verstoord.
“Zouden mangroves bloed bevatten, dan was de kustlijn van Indonesië rood doordrenkt
De Italiaanse fotograaf Elisabetta Zavoli (1976) vindt dat er te weinig aandacht is voor deze ramp. “Zouden mangroves bloed bevatten, dan was de kustlijn van Indonesië rood doordrenkt”, zegt ze. Sinds 2012 registreert ze nauwgezet hoe de bevolking kleine gedeelten van het bos weer in ere herstelt. Dat resulteerde in het project The Tree of Life. Want er dreigt nog een ramp. Door het verwaarlozen van brak geworden kweekvijvers, waarin garnalen niet kunnen leven, trekken de boeren weg en leggen elders nieuwe vijvers aan. De oude bassins blijven achter en vormen een spooklandschap. Het zoute water heeft de grond compleet onvruchtbaar gemaakt.








