‘Jezus, we zijn vmbo hoor’
Op het themafeest van de zeventienjarige vrienden Joshua, Dylan en Sergio moeten de gasten als ‘lekker wijf’ verkleed komen, met ‘waarneembare tieten’. Dat kán niet, fulmineert Joshua’s studerende broer Kobus, want dat is seksistisch. Dat kan wel, zegt Joshua (‘Jezus Kobus, wij zijn vmbo hoor!’); hij gaat als Beyoncé. Dat kan al helemáál niet, reageert Kobus ontzet, want dat is blackface. Niet, zegt Joshua, hij gaat ‘als roetveeg-Beyoncé’.
Schrijver Erna Sassen wint prijzen en wordt geroemd als een van Nederlands beste jongerenauteurs. Hoe terecht dit is, bewijst ze opnieuw in Neem nooit een beste vriend. Daarin zoeken Joshua, Sergio en Dylan hun weg door het leven, al pratend, twijfelend en ruziemakend zoals jongeren dat doen (en niet zoals volwassenen dénken dat jongeren dat doen). Sergio heeft betaalde seks met mannen, Joshua wil seks met Lindsey, en Dylan, de ‘pornoloog’ en kickbokser met een agressieprobleem, torst een loodzwaar geheim mee over zijn gemankeerde seksleven.
Het levert een intens geestig, gelaagd en ontroerend boek op over tienertwijfels in covidtijd, verteld door de stille Joshua, die vaak wordt aangezien voor nerd (‘wat ik niet ben’) en voor watje (‘ben ik wel’). Ze kampen met eenzaamheid, onzekerheid, vriendschap en verliefdheid, en Joshua beschrijft dat in zinnen en situatieschetsen die zo krachtig zijn, dat je het boek in één adem uitleest. Met geweldige tekeningen van Martijn van der Linden.
Erna Sassen, Neem nooit een beste vriend, 2023, uitgeverij Leopold, vanaf circa 14 jaar
Hekserij tussen de cactussen
In de mondi – zeg maar: de cactussenwildernis – van Curaçao staat een huisje, en in dat huisje spookt het. Vermoedelijk. De vier broers DeeJay, JayDean, Fenchi en Tonchi zijn vastbesloten dat uit te zoeken, al vinden ze het eng en al mag het niet van hun moeder. Mama, die een groot arsenaal aan preken heeft, pepert het elke ochtend in: ‘Ons soort mensen komt niet in de buurt van bruado’s of brueria’ – van heksen of hekserij.
Met Mondi schreef Milouska Meulens een spannend, mooi kinderboek over broederliefde (‘broverleg’) dat ze lardeerde met Papiamento (alle begrippen worden goed uitgelegd voor anderstaligen) en met mooie zinnen die kleine odes bevatten aan Curaçao: ‘Ons eiland heeft geen beroemd gebouw zoals de Eiffeltoren, geen populaire popster als Ariana Grande en geen superbekende gerechten als pizza, patat of pasta, maar wel een wereldberoemde wind met een chique naam: de noordoostpassaat.’
Als de broertjes met hun ouders naar Nederland migreren, moeten ze het heksenhuisje achterlaten en opnieuw beginnen in een vreemd land. ‘Mama praat verder over een ontbijt van brood met chocoladekorreltjes, rondslingerende keien van miljoenen jaren oud en overal koeien. Ik wil gewoon funchi met yoghurt als ontbijt, rondslingerende schelpen van maakt niet uit hoe oud en geiten om me heen.’ Met heerlijke tekeningen van Hedy Tjin, die de flora en fauna van Curaçao liefdevol heeft vereeuwigd.
Milouska Meulens, Mondi, 2022, uitgeverij Volt, vanaf 10 jaar
Verroer je niet
Het was het debuut van Angie Thomas, en wat voor een debuut: The Hate U Give, het verhaal van de zwarte Amerikaanse tiener Starr Carter. Haar ouders zochten een dure witte school voor haar uit, voor betere kansen, waardoor ze in haar eigen zwarte, verwaarloosde buurt nogal uit de toon valt.
Ze is erbij als de politie haar beste vriend Khalil – ongewapend en onschuldig – doodschiet: ‘Mijn ouders hebben me geleerd niet bang te zijn voor de politie, maar om niks stoms te doen als ze in de buurt zijn. Ze hebben me geleerd dat het niet slim is om je te verroeren als een agent met zijn rug naar je toe staat. Khalil doet het wel. Hij loopt naar zijn portier.’ Daarna moet ze kiezen: in opstand komen tegen het racistische politiegeweld, of haar mond houden om haar positie in haar andere wereld, op de witte school, niet in gevaar te brengen. Daar vinden ze dat Khalils dood zijn eigen schuld is.
Het boek werd onmiddellijk een groot succes, met vertalingen wereldwijd en een verfilming, die door recensenten bejubeld werd. Het boek is nog beter dan de film. Soepel geschreven, met veel vaart, oog voor mooie details, en bomvol snedige observaties. Zoals: ‘Grappig hoe dat bij witte kids werkt. Het is cool om zwart te zijn, totdat het moeilijk wordt om zwart te zijn.’
Angie Thomas, The Hate U Give, vertaald door Jasper Mutsaerts, 2017, uitgeverij Moon, vanaf circa 15 jaar
Twee tastende jongens
De Theo Thijssenprijs, dé grote Nederlandse oeuvreprijs voor kinder- en jeugdliteratuur die eens in de drie jaar wordt uitgereikt, gaat dit jaar naar Edward van de Vendel. Daarmee komt de veelzijdige schrijver, dichter en prentenboekenmaker in een rijtje grootheden te staan als Annie M.G. Schmidt en An Rutgers van der Loeff. Het is moeilijk kiezen uit zijn rijke oeuvre, maar wie een Van de Vendel wil lezen, moet in elk geval De dagen van de bluegrassliefde erbij pakken. Het is een klassieker uit 1999 en de eerste queer jongerenroman in Nederland, die dankzij BookTok – het boekenhoekje op TikTok – de laatste jaren een herleving beleeft. En terecht.
Het boek gaat over Tycho, een jongen op de drempel van volwassenheid die op zoek is naar zichzelf. Hij ‘woonde al jaren in zijn etui. De dagen openden en sloten zich als zijn boekentas.’ Hij vertrekt naar Amerika voor een zomerkamp en wordt er redeloos verliefd op een jongen.
De relatie begint in het donker en ontvouwt zich allengs tot iets prachtigs. De beschrijvingen zijn geloofwaardig en respectvol. Zó moet het inderdaad gaan, tussen tastende jongens die op zoek zijn naar zichzelf en naar elkaar. Na De dagen van de bluegrassliefde verschenen er nog twee mooie delen over Tycho en Olivier, die los gelezen kunnen worden en net zozeer de moeite waard zijn.
Edward van de Vendel, De dagen van de bluegrassliefde, 1999, uitgeverij Querido, vanaf circa 15 jaar
Fortuna met duizend sproeten
In de historische jeugdroman IJzerkop is het 1808 wanneer Constance (Stans) wegloopt uit een huwelijk waartoe ze op haar achttiende door haar vader werd gedwongen en treedt ze, verkleed als jongen, toe tot het leger van Napoleon. Ze plet haar borsten onder een strakgebonden doek en ziet in de spiegel een jonge man.
Ondertussen is haar broertje Pier eropuit gestuurd om haar te zoeken. Het boek is een vrolijke afwisselingen tussen hoofdstukken vanuit het perspectief van de rondreizende Pier, die veel tegenspoed ondervindt en veel klaagt, en hoofdstukken vanuit het perspectief van de weggelopen Stans, die de tijd van haar leven heeft: ‘We marcheren naar Oostenrijk. We zingen terwijl we marcheren. We zingen over de ui. We houden van de ui. De ui die zo lekker is als hij gebakken is in olie en wij, de mannen van de linie, hebben maar één zo’n gebakken uitje nodig om te veranderen in leeuwen en brullend op de vijand af te stormen.’
Het levert een ontroerend verhaal op over het losbreken uit rolpatronen, de gruwelen van oorlog en de liefde die Stans opvat voor een andere vrouw: de zangeres Fortuna met de duizend sproeten.
Jean-Claude van Rijckeghem, IJzerkop, 2019, uitgeverij Querido
Dit artikel verscheen in september 2024 in OneWorld Magazine.
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand