Marie Ricardo is de eerste non-binaire én de eerste directeur van kleur van het COC. Beeld: Coco Olakunle

Nieuwe COC-directeur: ‘Ik wil meer zwarte, trans en intersekse personen aan de top’

Marie Ricardo (34) is de eerste non-binaire én de eerste directeur van kleur van het COC. Wat ooit een bolwerk van witte, homoseksuele mannen was, moet nu een club worden voor álle lhbti+’ers. ‘Zolang er mensen achterblijven, is onze gemeenschap niet vrij.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Marie Ricardo (34) was net een maand directeur van het COC toen het Amsterdamse kantoor in de inbox een bommelding kreeg. ‘Deze is bij jullie achtergelaten’, stond onder een foto van een stuk dynamiet, rood-blauwe draden en een klokje. ‘Ik sta voor de deur om iedereen die naar buiten vlucht af te schieten.’

COC hield racistische bommelding stil: ‘We wilden de angst niet vergroten’

“Gelukkig was er niemand op kantoor, want we werken allemaal thuis”, zegt Ricardo. Het COC deed aangifte, maar een bom werd nooit gevonden en de afzender bleef spoorloos. “Het was een homofobe en racistische aanval, ondertekend door iemand van het ‘witte’, ‘superieure ras’”, vertelt Ricardo. Een paar maanden later werden de ruiten van het COC-pand in Gorinchem besmeurd.
Sinds november 2020 is Ricardo de eerste zwarte én de eerste non-binaire directeur van het COC. Ze* is bezorgd over de haat en het geweld tegen lhbti+’ers: “Dat je op straat bespuugd wordt als je hand in hand loopt, dat je huis met eieren wordt bekogeld. Voor sommige mensen in onze achterban zijn zulke dingen nog steeds een realiteit. Zeven op de tien lhbti’ers krijgen in hun leven te maken met verbaal of fysiek geweld. En als mensen naast queer ook religieus of zwart zijn, ligt dat vele malen hoger.”

* Ricardo’s voornaamwoorden zijn zij/haar en hen/hun; in dit artikel kiest de auteur in samenspraak met Ricardo voor zij/haar.

Queer zijn, maar wel normaal doen

Het activismezaadje werd bij Ricardo geplant tijdens haar masterstudie rechten op de Universiteit van Amsterdam. Een clubje studenten was verontwaardigd: waarom voer de grootste universiteit van de ‘gay capital’ niet mee met de botenparade? Ze richtten in 2009 UvA Pride op, met Ricardo als eerste voorzitter.

Het was even zoeken naar haar rol. “Ik kom uit Curaçao”, vertelt Ricardo (roze-oranje-groen flanellen blouse, kort kapsel, vijf zilveren ringetjes in de oren). We zitten op haar dakterras om de hoek van het Amsterdamse Oosterpark, waar ze onlangs met vriendin (en diversiteitsconsultant) Nina is komen wonen. “Daar ben ik geboren en getogen, en mijn idee was altijd: probeer niet te veel op te vallen. Je mag queer zijn, als je maar normaal doet.” De scheldwoorden voor homo’s kende ze al voordat ze zich realiseerde dat ze op vrouwen viel.

Zeven op de tien lhbti’ers krijgen te maken met verbaal of fysiek geweld

“Toen ik als 10-jarige net als alle jongens uit de klas óók verliefd werd op dat ene meisje, reageerden mijn ouders positief. Of nou ja, ze zeiden dat het waarschijnlijk ‘een fase’ was. Maar op alle belangrijke momenten steunden ze me.” De rest van de familie maakte zich vooral zorgen over haar jongensachtige kleren. Ricardo’s vader werkte in een fabriek en had een overall – “zó stoer” – die ze altijd aan wilde. Veel te groot natuurlijk, dus liet hij er voor haar één vermaken.

Ze keek uit naar het moment dat ze in Nederland kon gaan studeren, een land dat ze vooral associeerde met de vele toeristen en stagiaires die het eiland overspoelden. “Zij komen naar Curaçao om te feesten, zijn open minded, gelukkig en vrij. Dat was het beeld dat ik van Nederland had.” De realiteit stelde haar niet teleur: “Ik kwam meteen in een fijne omgeving terecht, daar had ik geluk mee. Pas tijdens mijn master ben ik de queer gemeenschap gaan opzoeken, aanvankelijk voelde ik daar de noodzaak niet voor.”

Emancipatie is een estafetteloop

Daar denkt ze inmiddels heel anders over. “We staan echt op een kruispunt als lhbti-beweging”, zegt Ricardo, terwijl ze haar zwarte boots waar roze sokken bovenuit steken tegen de terrastafel plaatst. “Lange tijd stonden alleen onze seksuele oriëntatie en genderidentiteit centraal, maar dat is niet meer afdoende. Als individu zijn we zoveel meer – onze afkomst, klasse en hoe onze lichamen werken.”

“Wij lhbti’ers zijn als groep niet volledig vrij als er binnen onze gelederen mensen zijn die achterblijven”, voegt Ricardo daaraan toe. “Als er bij onszelf al geen oog is voor die andere punten van het emancipatieproces, hoe kunnen we dan van anderen verwachten dat ze ons serieus nemen? Die emancipatie is een estafetteloop. Ik heb nu het stokje overgenomen, maar ik ben hier door al die mensen vóór mij.”

Ik wil meer zwarte, transgender en intersekse personen op sleutelposities

Daarmee doelt ze niet alleen op haar voorgangers, maar ook op mensen die zich binnen het COC hard hebben gemaakt voor diversiteit en inclusie. Zoals Naomie Pieter, mede-oprichter van Black Queer & Trans Resistance NL en tot voor kort algemeen bestuurslid van de Amsterdamse COC-vereniging. Of Tania Barkhuis, de eerste transgender directeur van de Amsterdamse COC-tak die in de jaren 80 nog de deur was gewezen omdat ze niet ‘tot de doelgroep’ zou behoren.

Ricardo zou hun werk graag voortzetten. “Ik zou het mooi vinden als de besturen van elk van onze twintig regionale COC-verenigingen representatief zijn voor de héle queer gemeenschap. Dat betekent dat er ook zwarte personen, transgender mensen en intersekse personen op sleutelposities zitten. Het gebeurt al, maar nog niet genoeg.” De plannen daarvoor staan nog in de steigers, maar het is duidelijk dat de nieuwe directeur niet voor een one size fits all-aanpak gaat kiezen.

En de ‘a’ van aseksueel en ‘q’ van queer?

De komende jaren wil Ricardo in gesprek met regionale COC-verenigingen om het te hebben over de kernwaarden van het COC. “Het COC heeft vele gezichten”, zegt ze. “Dat zorgt soms voor frictie. Mensen zijn bang dat onze missie zou verwateren. Als je bijvoorbeeld altijd hebt gestreden voor je homoseksuele identiteit, kan het frustrerend voor je zijn als biseksuele mensen plots ook ruimte krijgen. Maar ik wil dat we samen een plek vormen waar al onze mensen zich veilig voelen, en die komt er niet vanzelf.”
COC-directeur Marie RicardoBeeld: Coco Olakunle
Daar horen ook gesprekken bij over queer gemeenschappen die nog niet in de missie zijn opgenomen. “In 2019 werd het COC benaderd door een gemeenschap van mensen die zich als aseksueel identificeren. We faciliteren hun bijeenkomsten door een locatie voor ze beschikbaar te stellen. Intern voeren we nu discussie over onze statuten. Blijven we een ‘lhbti’-organisatie, of kiezen we ervoor uit te breiden we met de ‘a’ van aseksueel, de ‘q’ van queer of gewoon een ‘+’?”

Aseksuele mensen hebben geen libido (en nog vier misvattingen)

Van oudsher is het COC een bolwerk van homoseksuele, witte cisgender mannen. De organisatie werd in 1946 opgericht onder de naam ‘Shakespeare Club’ en in 1949 omgedoopt tot Cultuur- en Ontspannings Centrum, kortweg C.O.C. Bijeenkomsten werden toen nog nauwlettend in de gaten gehouden door agenten in burger, want homoseksualiteit was taboe en homoseksuele contacten met mensen onder de 21 jaar waren verboden.

We moeten oog hebben voor de discriminatie die onze emancipatie vertraagt

Maar inmiddels is het 2021 en is er al veel veranderd. Het COC heeft een twintigtal regionale ledenverenigingen in Nederland, ondersteunt met zijn internationale tak lhbti+-activisten in meer dan 35 landen (onder meer bij het aanvechten van antihomowetgeving) en kreeg dit jaar acht lijsttrekkers zo ver het Regenboogakkoord te ondertekenen, waarmee ze zich hard beloven te maken voor zaken als een wettelijk transitieverlof voor transgender personen, een meerouderschapswet en lhbti+-acceptatie op scholen.

Intersectioneel en inclusief

Kritiek op de organisatie is er nog wel, van binnenuit: het COC zou niet inclusief genoeg zijn. Ricardo is een van die kritische stemmen: “Er moet meer ruimte komen voor mensen van kleur, voor intersekse personen, voor vrouwen.” Als directeur wil Ricardo de ‘blinde vlekken’ van de organisatie aanpakken en ervoor zorgen dat álle lhbti+’ers zich bij het COC thuisvoelen.

“Toen ik in het bestuur van Pride Amsterdam zat, benaderde Naomie Pieter ons met het idee voor een Black Pride. Er werd wat gemord binnen het bestuur; was dat nou nodig? Maar voor mij was evident dat die er moest komen: als onze eigen achterban erom vroeg, konden we dat niet negeren. We kunnen het ons als gemeenschap gewoon niet veroorloven om elkaar af te wijzen. We moeten oog hebben voor die stapeling van discriminatie die de emancipatie van een deel van onze gemeenschap vertraagt.”

Het is een illusie dat één organisatie alles perfect kan doen

Maar heeft het wel zin het COC intersectioneel te maken? Kunnen queer moslims niet beter terecht bij Maruf, intersekse mensen bij NNID en panseksuele personen bij Bi+, organisaties die specifiek hún belangen behartigen? Ricardo glimlacht: “Het is een rijkdom dat al die organisaties er zijn: we houden elkaar scherp en we werken veel samen. Het is een illusie dat één organisatie alles perfect kan doen, laat staan het COC.”

Het goede voorbeeld proberen geven is in elk geval belangrijk, zegt Ricardo: “Inclusie is ook een kwestie van practice what you preach. We lobbyen bij de politiek voor de invoering van het transitieverlof, maar als werkgever willen we al inclusiever zijn voor transgender personen. Voordat de politiek zover is, kijken we intern al of en hoe we zo’n verlof kunnen faciliteren. Wij hebben ook collega’s die in transitie zijn of dat mogelijk nog willen. Dat gaat niet over één nacht ijs, want er hangt een prijskaartje aan en wie gaat dat betalen?”

Het COC draagt nu eenmaal een grote verantwoordelijkheid voor het inclusiever maken van de samenleving, besluit Ricardo: “We hebben een stem waar politiek Nederland naar luistert en we hebben als een van de weinige queer organisaties spreekrecht bij de Verenigde Naties. Wij moeten er zelf voor zorgen dat ons geluid representatief is voor de hele achterban. Ik geloof echt dat het COC dat kan.”

'De zoektocht naar queer liefde is onveilig'

De toekomst is queer?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons