Beeld: Sophia Twigt
Essay

Tatjana Almuli over lichaamstrends: ‘Zelfs bodypositivity focust toch weer op uiterlijk’

Een zandloperfiguur, een flinterdun lijf, volle billen – schoonheidstrends voor westerse vrouwen veranderen continu. Volgens schrijver en journalist Tatjana Almuli vraagt de hyperfocus op ons uiterlijk om verzet. ‘Schoonheidsnormen zijn een vorm van sociale controle.’

Een langere versie van dit artikel verscheen in juni 2025 in OneWorld Magazine.
Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Als tiener keek ik verlekkerd en jaloers naar idolen als Christina Aguilera en de leden van Destiny’s Child, met hun platte buiken, lange, slanke benen en perky borsten. Ze leken in niets op mij, maar ik wist dat dit het ideaal was waaraan ik moest voldoen. Die boodschap kreeg ik al mee op de basisschool, eind jaren 90, toen de schooldokter mij en mijn ouders toefluisterde: “Doe iets aan dat lijf van haar, nu het nog kan.” Ik werd meteen op dieet gezet.

 

Toch is het ideaal niet altijd dun, dunner, dunst geweest. Geen enkel ander lichaam is zo onderhevig aan tijdelijke trends als het westerse vrouwenlijf. Het zandloperfiguur à la Marilyn Monroe als schoonheidsideaal in de jaren 50 en 60 werd gevolgd door het extreem slanke lichaam als norm in de jaren 90, belichaamd door Kate Moss met haar beruchte credo: Nothing tastes as good as skinny feels – erop wijzend dat geen enkele lekkernij op kan tegen de voordelen van een dun lijf. In de jaren 2010 werden rondingen op ‘de juiste plekken’ opnieuw omarmd, al dan niet bereikt met plastische chirurgie. Denk aan de BBL (Brazilian Butt Lift), die vanwege beroemdheden als de Kardashians onderdeel werd van het nieuwe ideaal.

 

Deel dit

Je lijf vergelijken is een dagelijkse onbewuste bezigheid

Het lichaam als trend is op zichzelf niets nieuws. Wat wel is veranderd: hoe hardnekkig en zichtbaar die vluchtige normen zijn nu we 24 uur per dag aanwezig zijn op sociale media. Je lijf vergelijken is inmiddels een dagelijkse (onbewuste) bezigheid en de wellness- en schoonheidsindustrie maken ons constant wijs dat ons lichaam een project is dat nooit ‘af’ is. In dit neoliberale tijdperk staat het maakbare lijf centraal.

 

Fat liberation

In de jaren 2010 kreeg ook een ander geluid steeds meer gehoor: body positivity, het idee dat elk lichaam goed is zoals het is. De beweging begon al in de jaren 60 en 70 en werd vooral gedragen door zwarte, queer en dikke activisten. Invloedrijk voor deze beweging was het Fat Liberation Manifesto uit 1973. Het manifest van Judy Freespirit en Aldebaran kaartte de hardnekkige stigmatisering aan van dikke, zwarte, queer mensen en mensen in een sociaaleconomisch kwetsbare positie. Decennia later vond dit gedachtegoed, in eerste instantie via sociale media, zijn weg naar een veel breder publiek.

 

Body positivity was misschien wel de eerste ‘lichaamstrend’ waarvan ik hoopte dat het géén voorbijgaande hype zou zijn. Juist omdat het geen trend is in de traditionele zin van het woord: je hoeft niets aan jezelf te veranderen, je hoeft niet anders te zijn dan je bent; ieder lichaam is goed zoals het is. Die boodschap werd steeds breder uitgedragen: in modetijdschriften, films en reclames verschenen steeds vaker mensen die afweken van het al jaren dominante schoonheidsideaal – vrouwen als Ashley Graham, Precious Lee en Tess Holliday groeiden razendsnel uit tot rolmodellen. Diversiteit werd langzaamaan meer gevierd. Een verademing.

 

Deel dit

Mijn lichaam was een probleem dat opgelost moest worden

Ook voor mij, want als dik persoon kreeg ik dus al op jonge leeftijd de dwingende boodschap dat ik moest veranderen om überhaupt bestaansrecht te hebben. Toen ik elf was, zei mijn oma: “Als je niet afvalt, krijg je nooit een man, geen goede baan en word je nooit gelukkig.” Erg hard, maar ook realistisch in onze vetfobische samenleving: eerder gingen meerdere baantjes inderdaad aan mijn neus voorbij omdat ik niet ‘representatief’ genoeg zou zijn. En vaker dan me lief is, kreeg ik van (potentiële) dates te horen dat ze ‘gewoon niet op dikke mensen vielen’ of dat ik ‘wel knap was – voor een dik meisje’. Van artsen, docenten, media, familieleden en vrienden kreeg ik eenzelfde onderliggende boodschap mee: mijn lichaam was een probleem dat opgelost moest worden.

 

Die boodschap liet diepe sporen na. Ik worstelde jarenlang met depressie, verstoorde emotieregulatie, eetstoornisproblematiek en een extreem laag zelf- en lichaamsbeeld. Als twintiger volgde ik intensieve therapie en begon me te verdiepen in thema’s als lichaamspositiviteit, intersectioneel feminisme en radicale zelfacceptatie. Precies in die periode kwam er meer ruimte voor een inclusievere representatie van lichamen in de media, mode en populaire cultuur. Het voelde helend om niet langer steeds de uitzondering op de schoonheidsregel te zijn – en om te zien dat anderen zich ook eindelijk meer gezien voelden.

Beeld: Sophia Twigt

 

Ozempic

Maar waar eerst voorzichtig ruimte ontstond voor diversiteit in lichaamstypes, staat het streven naar een hyperslank lichaam weer centraal, al dan niet door middel van plastische chirurgie of afvalmedicatie zoals Ozempic en Saxenda. Omdat mensen zo gretig naar die medicijnen grijpen, ondanks het risico op flinke bijwerkingen, is er zelfs een wereldwijd tekort ontstaan voor diabetespatiënten, voor wie de medicatie oorspronkelijk bedoeld is.

 

Beroemdheden zoals Oprah, Lizzo en Kelly Clarkson, die vroeger curvy of dik waren, verschenen het afgelopen jaar in een veel smallere gedaante op de rode lopers. Ook in de mode-industrie is een verschuiving gaande. De afgelopen seizoenen is de maatdiversiteit sterk afgenomen, schrijft modewebsite Vogue Business. Het ideaal van een smal, bijna fragiel lichaam wordt versterkt door socialemediaplatforms als TikTok, waar de zoekterm ‘SkinnyTok’ miljoenen hits oplevert. Daar scrol je eindeloos langs heel dunne vrouwen, die na een periode excessief bewegen en weinig eten bejubelen dat ze nu minder dan 50 kilo wegen.

 

Deel dit

Maatschappelijke onrust leidt tot onzekerheid

De hernieuwde focus op dat eenzijdige, benepen lichaamsideaal is geen toeval in deze tijden van grote maatschappelijke crises – zoals de steeds nijpender klimaatcrisis, de populariteit van de manosphere en de opkomst van meer en meer autoritaire, fascistische leiders. Maatschappelijke onrust leidt zowel op individueel als collectief niveau tot onzekerheid. Niet vreemd dat mensen weer gevoeliger worden voor uiterlijke trends om (een illusie van) controle te vinden.

 

Vrouwelijke gehoorzaamheid

De dieet- en wellnessindustrie spelen daar mooi op in: die verdienen aan ons gevoel dat we niet goed genoeg zijn en houden ons voor dat we met nét iets meer discipline (lees: tijd, geld, mentale energie) een beter mens kunnen worden. Alles is te koop: van apps om je calorieën te tellen tot peperdure yogaretraites op het zoveelste gekaapte eiland. Als we maar genoeg maskers, supplementen, sportabonnementen, shakes, fillers en medicatie kopen, dan komen we er wel. Toch?

 

De dieetindustrie groeit ondertussen gestaag door en had volgens een studie van marktonderzoeksbureau IMARC in 2024 wereldwijd een waarde van bijna 300 miljard dollar. En dat terwijl wij met collectieve zelftwijfel, permanente onrust en het gevoel van falen achterblijven. Want zodra je denkt ‘ik ben er bijna’, verschuift de norm weer. Dan mag je ineens geen rondingen meer hebben, maar is een ‘fitte’, gespierde look de norm, of moet je juist wél weer richting die volle billen. We blijven aan de gang, en dat is precies de bedoeling van deze industrie, die natuurlijk wordt aangestuurd door grotere machthebbers.

 

Er is nóg een reden waarom de timing geen toeval is. Juist op momenten dat vrouwen op andere terreinen (zoals werk, politiek, onderwijs) vooruitgang boeken, worden schoonheidsnormen ingezet als een vorm van sociale controle. Journalist Naomi Wolf schreef het al in haar bestseller The Beauty Myth uit 1990. De fixatie op vrouwelijke slankheid is volgens haar geen obsessie met vrouwelijke schoonheid, maar met vrouwelijke gehoorzaamheid. Schoonheidsidealen functioneren volgens Wolf als een vervangende ideologie: waar voorheen het huisvrouwenmodel vrouwen aan huis en haard bond, is die rol overgenomen door de obsessie met uiterlijk, controle en maakbaarheid.

 

Socioloog Sabrina Strings bouwt voort op dat idee in Fearing the Black Body: The Racial Origins of Fat Phobia (2019), waarin ze laat zien dat lichaamsnormen diepgeworteld zijn in patriarchale, racistische hiërarchieën. Ze stelt dat de Europese witte vrouw in de achttiende en negentiende eeuw door Europese Verlichtingsdenkers als Kant en Lavater geassocieerd werd met rationaliteit, matigheid en morele controle – en daar hoorde een slank lichaam bij. In contrast werden zwarte vrouwen vaak afgebeeld als dik, sensueel en ‘dierlijker’. Die beelden verschenen bijvoorbeeld in medische en etnografische publicaties. Strings betoogt ook dat de collectieve fixatie op slankheid in de westerse cultuur niet voortkomt uit bezorgdheid om gezondheid, zoals vaak vanuit de politiek en de medische wereld wordt uitgedragen, maar uit een verlangen om sociale en raciale ongelijkheid te handhaven.

Beeld: Sophia Twigt

 

Lichaamsneutraliteit

In een wereld waar zo veel grotere problemen spelen, voelt een verzet tegen schoonheidsidealen klein en irrelevant. En toch: lichaamstrends zijn onlosmakelijk verbonden met grotere sociale structuren. Wat we met onze lichamen doen, hoe we onszelf zien, en hoe anderen ons benaderen is nauw verweven met macht, controle en vrijheid. Vechten voor de vrijheid van ons lichaam is dus geen futiele strijd – het is een kracht die helpt de ketenen van maatschappelijke verwachtingen en druk te doorbreken.

 

Zelf leg ik de focus inmiddels vooral op lichaamsneutraliteit: je lichaam zien als iets wat er simpelweg is en je helpt te leven. Want hoewel de body-positivitybeweging veel goeds heeft gebracht, ligt de focus nog steeds op dat uiterlijk. Van #LoveYourBody tot #BeautyHasNoSize – de slogans die viraal gaan, draaien nog altijd om esthetiek: het lichaam moet mooi zijn en bewonderd worden, zelfs in een beweging die zich richt op vrijheid en zelfacceptatie. We blijven gefixeerd op onze spiegelbeelden, op hoe anderen ons zien, in plaats van wie we werkelijk zijn. Zo blijven we vastzitten in de vicieuze cirkel van (zelf)objectivering.

 

Deel dit

Ik verleg de focus naar functionaliteit en kracht van mijn lichaam

Het helpt mij om actief de focus te verleggen van uiterlijke verschijning naar de functionaliteit en kracht van mijn lichaam. Als ik mezelf in de spiegel zie en me onzeker voel over mijn buik of dijen, probeer ik me te herinneren wat mijn lichaam voor me doet: het laat me iedere dag kilometers fietsen en wandelen, nachtenlang dansen op een festival en met gemak 60 kilo wegsquatten in de sportschool. Ik probeer me iedere dag te herinneren hoeveel meer ik ben als mens dan de fysieke kenmerken waar ik me soms zo op blindstaar. Hoe sterker, flexibeler en krachtiger ik me voel, hoe minder ik me laat leiden door het onbereikbare schoonheidsideaal van dat moment.

 

Radicale zelfacceptatie is niet makkelijk – het is waarschijnlijk een levenslang proces, een voortdurende strijd, die veel werk vereist. Maar hier is de kracht die we kunnen aanboren: verzet. Onze opwinding, onze woede, onze weigering om mee te bewegen met de steeds weer veranderende norm, dát maakt ons sterk. In welk lichaam we ook zitten.

 

Een langere versie van dit artikel verscheen in juni 2025 in OneWorld Magazine.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons