Meer dan tweeduizend mensen liepen op 25 juni 1977 in een stoet van het Amstelveld via de Kalverstraat naar het Leidseplein in Amsterdam. Velen waren gekleed in het wit, anderen sloegen op trommels en weer anderen droegen spandoeken. Het was de eerste keer in Nederland dat homoseksuele, lesbische en biseksuele mensen openlijk over straat paradeerden. Cultuurwetenschapper Pamela Pattynama (77), een van de oprichters van vrouwenboekhandel Xantippe in Amsterdam, liep mee in deze ‘eerste Pride’ van Nederland – al leek die in niets op de Pride Amsterdam zoals we die nu kennen. “Het was best spannend, want het was de eerste keer dat we ons als lesbische vrouwen zo openlijk lieten zien”, vertelt ze. “In die tijd werden we nog ‘zielig’ gevonden omdat we geen man hadden, maar dat beeld wilden we natuurlijk doorbreken.”
De protestmars op 25 juni 1977 was de eerste in haar soort, maar niet de eerste demonstratie door en voor homoseksuele mensen. Op 21 januari 1969 demonstreerden zo’n honderd studenten van de Federatie Studenten Werkgroepen Homoseksualiteit en jongeren van drie studentenverenigingen uit verschillende steden op het Binnenhof tegen artikel 248bis van de Zedelijkheidswet. Dat artikel verbood vanaf 1911 homoseksuele relaties tussen iemand jonger dan 21 jaar en iemand die ouder was, zogenaamd om onervaren jongeren te beschermen tegen ‘homoseksuele verleiding’. Voor heteroseksuele relaties lag die grens bij 16 jaar, dus kwamen jongeren in opstand tegen de discriminerende wet. In 1971 werd het artikel geschrapt.
Levendige vrouwenbeweging
Dat lesbische vrouwen niet zielig zijn, wisten ze zelf natuurlijk allang. Pattynama maakte deel uit van de levendige vrouwenbeweging die begin jaren zeventig in Amsterdam ontstond. Verschillende feministische en lesbische praat- en actiegroepen vonden elkaar in het Vrouwenhuis, het pand aan de Nieuwe Herengracht dat in 1973 gekraakt werd om er samen te komen. “Er gebeurde van alles in die tijd, omdat we veel energie, zin, tijd en kracht hadden om het gangbare vrouwbeeld te bevechten”, zegt Pattynama. “Zo ontstonden allerlei initiatieven, van de vrouwenboekhandel tot een vrouwenfestival en vrouwencafé.” Een van die cafés was Saarein in Amsterdam, dat net als boekhandel Xantippe nog steeds bestaat.
Documentairemaker Netty van Hoorn (74) stond achter de bar van Saarein. Ook zij was actief in de Amsterdamse vrouwenbeweging in de jaren zeventig en maakte daar in 2019 de documentaire De stad was van ons, Radicaal feminisme in de jaren 70 over. “In de meeste cafés mochten vrouwen niet aan de bar zitten, want dan was je een hoer”, vertelt ze. “Dus begonnen we ons eigen café. En als we het ergens niet mee eens waren gingen we de straat op.”
Deel dit
We wilden een ander leven dan van brave meisjes verwacht werd
Een van de organisaties uit het Vrouwenhuis was Lesbian Nation, vernoemd naar het boek Lesbian Nation. The Feminist Solution, waarin auteur Jill Johnston ‘lesbisch separatisme’ beschouwt als enige manier om bevrijd te raken van mannelijke onderdrukking. Tot de groep, die wordt genoemd als organisator van de homomars in 1977, behoorde naast Pattynama ook schrijver Maaike Meijer (76). “Het was geen vereniging met leden en een administratie, maar een beweging”, vertelt Meijer. “We wilden een ander leven dan verwacht werd van brave meisjes: niet trouwen, seksuele vrijheid, bewegingsvrijheid. Dat gaf een enorme levensvreugde. We waren vriendinnen, kwamen elkaar tegen en hadden elkaars nummer. Maar we hadden ook veel internationale contacten, met radicale lesbische groepen uit bijvoorbeeld Frankrijk en de Verenigde Staten.”
Anita Bryant
Het was iemand van zo’n Amerikaanse groep die begin juni 1977 belde naar actrice en vertaalster Martha Vooren (1943 – 2010), die ook actief was in het Vrouwenhuis, om te vragen of ze een demonstratie wilden organiseren in Amsterdam. Kort daarvoor was in Miami Dade-County een wettelijk verbod op homediscriminatie ingevoerd, maar de populaire Amerikaanse zangeres Anita Bryant wilde die wet via een referendum weer terugdraaien. Het referendum kwam er en de conservatieve zangeres kreeg haar zin: meer dan 70 procent van de stemmers was het met haar eens. De homogemeenschap in de VS kwam in opstand en mobiliseerde medestanders over de grens.
De actiegroepen in het Vrouwenhuis hadden al veel ervaring met het organiseren van demonstraties, zoals die tegen abortus. Na het telefoontje uit de VS gingen ze direct aan de slag. Van Hoorn: “We zijn snel bij elkaar gekomen, keken wie we konden vragen om mee te doen en hebben een datum geprikt.” Ze besloten voor het laatste weekend van juni te gaan, om aan te sluiten bij de jaarlijkse Gay Pride van New York. Deze werd op 28 juni 1970 voor het eerst gevierd, als demonstratie en herdenking van de ‘Stonewall-rellen’ in New York op 27 juni 1969. Al vanaf 1970 sloten andere steden aan, waaronder Londen.
Spoedklus
De vrouwen hadden een kleine twee weken om de demonstratie te organiseren. “In die tijd zat een telefoon nog aan een draad”, zegt Van Hoorn, “dus we moesten allerlei cafés langs om flyers uit te delen en met posters op pad om overal op straat illegaal aan te plakken.” Meijer nam ondertussen contact op met de politie om de vergunning voor de demonstratie te regelen. “Tot onze grote verrassing was de politie ongelooflijk coöperatief”, vertelt ze. “We stelden een route voor, die vonden ze goed. Ze vroegen hoeveel mensen we verwachtten, maar we hadden geen idee. Misschien vijfhonderd?”
Deel dit
Voor ons was het een eerste kennismaking met openbaarheid
Het werden er meer dan tweeduizend, die onder politiebegeleiding door Amsterdam trokken. Voorop liepen twee vrouwen die een spandoek in de lucht hielden: ‘Tegen de Amerikaanse heksenjacht op homoseksuelen’. “We werden helemaal niet bespot of beschimpt”, vertelt Meijer. “Iedereen was juist heel erg nieuwsgierig en wilde weten waar de demonstratie over ging. Dat was heel erg verbindend.” De eerste homomars van Nederland werd afgesloten op het Leidseplein, met een toespraak van lesbische PvdA-politica Annemarie Grewel en een performance, de Lesbiafonia, waarin het negatieve beeld van lesbische identiteit werd bekritiseerd. Pattynama: “Voor omstanders was het een eerste kennismaking met ons, maar voor ons was het een eerste kennismaking met openbaarheid. We vonden het belangrijk om te laten zien dat we plezier hadden, dat het leuk is om lesbisch, bi- of homoseksueel te zijn.”
Roze Zaterdag
Na die eerste homomars in Amsterdam besloten verschillende lhbti+-organisaties, waaronder het COC, de Rooie Flikkers en politieke homogroepen, om zich onder de naam Roze Front te verenigen om een jaarlijkse ‘homomars’ te organiseren. De eerste vond plaats in Roermond in 1979, al viel deze niet in het laatste weekend van juni. Op zaterdag 14 april trokken duizenden demonstranten door de Limburgse stad in protest tegen bisschop Gijsen, omdat hij homoseksuele mensen ‘tweederangs burgers’ had genoemd. Het was de dag voor Pasen, die door katholieken Stille Zaterdag wordt genoemd, maar door demonstranten werd omgedoopt tot Roze Zaterdag. Onder die naam vindt sindsdien elk jaar op de laatste zaterdag van juni een homodemonstratie plaats in steeds een andere stad. Dit jaar kwamen er ruim 20.000 bezoekers naar Zaanstad, volgend jaar is Roze Zaterdag in Noordwijk.
Amsterdam Pride
In tegenstelling tot Roze Zaterdag was Amsterdam Pride niet begonnen als demonstratie, maar als feest. Verschillende Amsterdamse (horeca)ondernemers, waaronder die achter de iT, Exit en Danscafé Havana, hadden zich verenigd in de stichting Gay Business Amsterdam (GBA) om Amsterdam te promoten als ‘homohoofdstad’. Op 3 augustus 1996 organiseerden zij de eerste Amsterdam Pride, inclusief Canal Parade waar 45 boten in meevoeren.
Inmiddels is Pride Amsterdam, zoals het nu heet, uitgegroeid tot een negendaags evenement dat zaterdag begint met een Pride March en wordt afgesloten met de beroemde Canal Parade. Dit jaar varen er op 2 augustus 80 boten mee door de grachten. In de loop der jaren is daar steeds meer kritiek op gekomen: Pride Amsterdam zou te commercieel en niet-inclusief zijn. De gemeente probeerde daarop andere organisaties een kans te geven om de Amsterdamse Pride te organiseren. Mede hierdoor duurt de Pride nu een hele maand, strijden verschillende organisaties achter de schermen voor subsidie en was er vorige week ook al een Pride Walk.
Deel dit
‘De organisatie mag best wat kritischer zijn op pinkwashing’
“Het blijft ontzettend leuk als je ziet hoe vrolijk al die mensen op de boten staan”, vertelt Van Hoorn. “Maar het is jammer dat ze afhankelijk zijn van het bedrijfsleven. Amerikaanse bedrijven die nu al een anti-lhbti+-beleid hebben, moeten sowieso geweerd worden van de botenparade. De organisatie mag best wat kritischer zijn op pinkwashing. In 1977 was dat gelukkig allemaal niet aan de orde: er was geen subsidie, geen geld, we deden het gewoon.”
Patriarchaat in paniek
Pattynama is blij dat de gay pride niet is doodgebloed. “In de jaren tachtig en negentig dachten we alleen nog maar vooruit te kunnen, maar nu is er achteruitgang op veel vlakken”, zegt ze. “Ik ben blij dat de generaties na ons het hebben opgepakt. In Amsterdam is het misschien vooral een feestje, maar ook dat kan protest zijn. Want als je als lhbti+ persoon in staat bent om een feestje te vieren, dan trek je je niks aan van de mores van anderen.”
Feestje of niet, volgens Meijer is de strijd nog niet gestreden. “Het opkomend conservatisme, de manosphere, grof machtsmisbruik: ik zie ze als laatste oprisping van een patriarchaat in paniek. De emancipatie van vrouwen en lhbti+ personen is enorm toegenomen de laatste vijftig jaar, maar we moeten doorgaan, elkaar vasthouden en beschermen. Door op deze Pride weer samen te komen, kun je een enorme kracht ervaren.”
Verder lezen?
Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?
Word abonnee
- Digitaal + magazine — € 8,00 / maand
- Alleen digitaal — € 6,00 / maand