Noud Fortuin (19) Beeld: Chavez van den Born

‘Pas als kerken zich uitspreken, weten gelovige lhbti+’ers waar ze welkom zijn’

Christen en trans? Noud Fortuin (19) merkt dat dat prima samengaat en stopt niet voordat alle gelovige lhbti+’ers weten in welke kerk ze welkom zijn. ‘Er is een zwijgend midden dat ons wel accepteert, maar zich niet duidelijk uitspreekt. Dat moet veranderen.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Als ik nu terugkijk, waren er al veel langer aanwijzingen. Toen ik voor het eerst op kamp ging, in groep vier, moest ik stampvoetend van school worden opgehaald: ik begreep níet dat ik niet met jongens op de kamer mocht slapen. Al mijn vrienden waren toch jongens? Later heb ik jarenlang op voetbal gezeten terwijl ik kort haar had; dan word je al snel aangesproken als jongen. Maar dat verwarde me, dus liet ik mijn haar groeien, ging me anders kleden, probeerde in het vakje vrouw te passen. Maar het paste gewoon niet.”
OneWorld portretteert mensen die zich inzetten voor een betere buurt, school, of werkomgeving. De Verenigde Naties en miljoenen betrokken burgers spraken hiervoor de duurzame werelddoelen af (SDG’s), die we in 2030 moeten halen. Denk aan gendergelijkheid, géén armoede, betaalbare en duurzame energie en kwaliteitsonderwijs voor iedereen. De Goal Getters in deze rubriek gaan daar nu al voor. Geïnspireerd? Check hier wat jij kunt doen.
Noud Fortuin (19) heeft er geen enkele moeite mee om zijn verhaal te vertellen – het verhaal van hoe hij zich op zijn veertiende realiseerde dat hij geen meisje maar een jongen was, hoe hij dat aan zijn protestants-christelijke ouders vertelde, vervolgens aan zijn klas, zijn kerk, en iedereen die hij kende in Houten, waar hij opgroeide. Enthousiast vertelt hij verder: over zijn ouders, die nog dezelfde middag een afspraak maakten bij de huisarts, dat hij precies op zijn zestiende verjaardag met de hormoonbehandeling begon, zijn moeder prompt activist voor lhbti+-rechten werd, en hoe de koordirigent van zijn kerk nonchalant reageerde met ‘Oh, schuif maar aan, we hadden toch nog mannen nodig.’

Er verandert weinig als de discussie alleen wordt gevoerd door conservatievelingen en activisten die religie compleet afwijzen

Tussen alle berichtgeving over gelovige lhbti+-jongeren die worden afgewezen, geïntimideerd, ‘genezen’ of zelfs dakloos raken, klinkt het ongelooflijk dat iemand zó makkelijk geaccepteerd wordt. Maar juist die alarmerende berichtgeving is volgens Fortuin deel van het probleem. Als activist, schrijver, jeugdwerker en theologiestudent heeft hij een duidelijk doel voor ogen: in kaart brengen hoeveel acceptatie er al ís binnen de christelijke gemeenschap. Niet om te ontkennen dat er nog een lange weg te gaan is, maar omdat er volgens hem weinig zal veranderen als de discussie gevoerd blijft worden tussen de meest conservatieve stemmen binnen de kerk enerzijds en lhbti+-activisten die, in zijn ervaring, te makkelijk elke vorm van religie afwijzen anderzijds.

Stilletjes accepteren is niet goed genoeg

Er zat een half jaar tussen het moment dat Fortuin zeker wist dat hij een transgender persoon was, en het moment waarop hij voldoende moed had verzameld om het aan zijn omgeving te vertellen. In die periode sloot hij zich af van vrienden, familie, school en de kerk terwijl hij online op zoek ging naar ervaringen van andere gelovige lhbti+-jongeren. “De enige verhalen die ik kon vinden waren ontzettend negatief: van mensen die bij hun familie of in de kerk niet meer welkom waren, precies de plekken waar ik mij thuis voelde. Ik wilde dat risico niet lopen; dat was de belangrijkste reden om het wat langer voor mezelf te houden.”

Als er meer positieve verhalen waren geweest, was ik makkelijker uit de kast gekomen

Toen hij het eind 2014 dan toch vertelde, waren de reacties verrassend positief: zijn ouders, vrienden én kerk wisten weliswaar weinig af van het thema, maar gingen niet anders met hem om. Juist daarom begon hij zich af te vragen waarom er niet meer positieve verhalen te vinden waren. “Als ik meer positieve verhalen had gehoord, was het ook voor mij makkelijker geweest om uit de kast te komen – en dat geldt voor meer mensen. Daar wilde ik werk van maken.”
Beeld: Chavez van den Born
Fortuins activisme begon bij Stichting Wijdekerk, een organisatie die in 2015 werd opgericht door initiatiefneemster Miranda Terpstra. De stichting biedt voorlichting en steun aan gelovige lhbti+-jongeren, hun ouders, omgeving en kerken. Fortuin schrijft korte verhalen en interviews voor de blog van Wijdekerk en gaat regelmatig naar kerken om te praten over lhbti+-acceptatie. Daarnaast schrijft hij voor Lazarus, een progressief platform van de EO en werkt hij als jeugdwerker bij de Binnenwaai in Amsterdam, een kerk waar regelmatig ontmoetingsbijeenkomsten voor gelovige lhbti+-jongeren worden georganiseerd. Ook studeert hij Theologie, naar eigen zeggen zodat hij straks nóg beter kan onderbouwen hoe lhbti+-acceptatie onderdeel kan zijn van het geloof.

Tussen kerken die hard ‘nee’ roepen en kerken die de roze loper uitleggen, ligt een zwijgend midden. Dát moet zich uitspreken

Fortuin was van huis uit bekend met activisme – zijn ouders waren altijd al maatschappelijk betrokken – maar lhbti+-rechten stonden nooit op de agenda. “Pas toen ik uit de kast kwam als transgender, zagen we hoe blind we waren geweest voor het onderwerp. We keurden homoseksualiteit niet af, maar zetten ons ook niet in voor meer acceptatie – en van transgenderrechten wisten we nog minder.” Juist deze houding – een van onuitgesproken acceptatie – is volgens hem niet goed genoeg. Zijn activisme richt hij daarom niet alleen op jongeren, maar ook op kerken die zich volgens hem nog onvoldoende uitspreken: ‘het zwijgende midden’.
Beeld: Chavez van den Born
“In de media hoor je vooral over de kerken die heel hard ‘nee’ roepen, en over kerken die bij wijze van spreken de roze loper uitleggen. Daartussen ligt een groep die onderbelicht wordt, waar men denkt: hier is het geen probleem, dus we hoeven het er niet over te hebben. Maar om lhbti+-acceptatie normaal te krijgen, moet je het eerst uitspreken. Uiteindelijk is mijn doel dat kerken geen regenboogvlaggen meer nodig hebben; dat we ervan uit mogen gaan dat we welkom zijn. Maar daar zijn we nog niet. Voor nu wil ik vooral dat mensen zoals ik weten waar ze terecht kunnen.”

Zo heeft Wijdekerk een interactieve kaart gemaakt van meer dan driehonderd kerken in Nederland – kerken kunnen zich vrijwillig aanmelden – met bijbehorend niveau van lhbti+-acceptatie. Het doel is dat kerken die zich voorheen niet zo uitspraken, nu openlijk staan aangegeven als lhbti+-vriendelijk, waardoor mensen weten dat ze hier welkom zijn.

Hoe ga je het gesprek aan?

Zijn advies aan anderen, gelovig of niet, is simpel: ga het gesprek aan. “Geef gelovige lhbti+-jongeren de kans om hun verhaal te delen en praat met ons, niet over ons.” Hij merkt dat veel transjongeren weliswaar voor zijn lhbti+-rechten opkomen, maar een aversie hebben tegen de kerk. “Zij accepteren mij dan wel als transpersoon, maar niet als christen, terwijl dat óók deel is van mijn identiteit.”

Toch begrijpt hij de frustratie met de kerk ergens wel: “Het duurt mij ook veel te lang, ik zou willen dat élke kerk ons gewoon accepteert. Maar ik zou zeggen: heb een beetje geduld, en let ook eens op hoeveel kerken regenboogvlaggen uithingen na de Nashville-verklaring. Dan zie je hoeveel acceptatie er al ís.” Zo kreeg Wijdekerk na deze verklaring 58 nieuwe aanmeldingen van kerken die zeggen lhbti+-vriendelijk te zijn.

Is hij zelf nooit aan het geloof gaan twijfelen, ook niet in het half jaar voordat hij uit de kast kwam? “Ik ging aan héél veel dingen twijfelen: of God er wel voor mij was, de manier van lezen en geloven, ik twijfelde absoluut aan de kerk en het instituut. Maar nooit aan het geloof zelf, dat was helemaal geen optie. Ik zeg altijd: ik heb geen moeite met God, maar soms wel met Zijn grondpersoneel.”

Ik vraag niemand zijn of haar geloof aan te passen, maar ik kan wél uitleggen hoe het voelt om niet meer welkom te zijn

Het is soms ook een voordeel dat hij tussen twee groepen instaat. Fortuin gaat naar veel verschillende kerken om over het thema te praten, en komt onvermijdelijk in gesprek met gelovigen die anti-lhbti+ zijn. “Voor hen is het hele thema vaak nog onbekend, althans, er wordt niet over gepraat; daarom vinden ze het eng en dus ook fout. Ik wil het in elk geval bespreekbaar maken. En ik weet hoe geloof werkt: ik weet dat het zinloos en respectloos is om mensen te vragen hun theologie aan te passen. Maar ik kan wél uitleggen wat het doet met trans jongeren als ze niet meer welkom zijn in hun eigen kerk. Natuurlijk zijn mensen niet in één klap van gedachten veranderd, maar vaak zijn ze wel meer begaan met de mensen om wie het gaat. Dat is al een hele stap.”

Een opvallend resultaat van zijn activisme: de meeste dankbetuigingen komen van christenen die níet lhbti+ zijn. “Nadat ik bij een kerk heb gesproken, komen vaak mensen naar me toe die zeggen dat er een wereld voor ze is open gegaan, dat hun kerk nu beter begrijpt wat lhbti+-personen nodig hebben. Dat is misschien wel het belangrijkste: juist hun steun hebben we hard nodig. Zíj zijn de meerderheid.”

Een inclusieve kerk voor lhbti+’ers, is dat mogelijk?

‘Het zijn maar radicale christenen’? Nee!

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons