Eindstrijd rond CETA-verdrag, maar controverse blijft

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een toegevoegde verklaring over standaarden voor milieu en arbeid, zou de laatste nog bestaande angsten voor CETA moeten wegnemen. Een ‘zoethoudertje’ aldus de critici. De Walen dreigen met een veto, en geven de tegenstanders hoop.

Als een klein Gallisch dorp dat het opneemt tegen het machtige Rome, zo lukt het Wallonië om de bestuurders van de Europese Unie (EU) al een week lang te tarten. Het parlement van de Belgische deelstaat houdt eigenhandig CETA tegen, een handelsverdrag tussen de EU en Canada waar zeven jaar over werd onderhandeld, en dat op 27 oktober feestelijk moest worden ondertekend.

Belgen aan boord

Vandaag tijdens een Europese top in Brussel zal alles op alles worden gezet om de Belgen aan boord te hijsen. Eurocommissaris Malmström (Handel) zou daarvoor de afgelopen dagen al hard hebben onderhandeld, en ook andere Europese politici zouden de Walen hebben benaderd: “Wij in Wallonië komen onder zeer grote druk”, deelde minister-president Paul Magnette met het Belgische RTBF, “en soms ontvangen we wat enkel kan worden omschreven als licht verhulde bedreigingen”.

Omdat CETA door de Europese Commissie in juli werd bestempeld als een zogeheten ‘mixed agreement’, iets dat de lidstaten hebben afgedwongen, is het niet enkel een zaak van Brussel meer, maar moeten alle parlementen van de Europese Unie akkoord gaan, ook de Belgische regio’s.  

Bijsluiter CETA

Net als Nederlandse vakbonden en milieuorganisaties, vrezen de Walen dat CETA slecht gaat uitpakken voor de bescherming van arbeid en het milieu. Om de zorgen van de critici weg te nemen had de Commissie begin deze maand nog een soort van bijsluiter aan CETA toegevoegd. In deze zogeheten ‘interpretatieve verklaring’, die ook de Canadezen onderschrijven, valt te lezen dat CETA standaarden voor milieu en arbeid ‘niet zal verlagen’. De Walen zijn echter nog niet overtuigd.

Ook de Duitse professor Internationaal Milieurecht Peter-Tobias Stoll van Göttingen Universiteit, expert op het gebied van internationale verdragen, is sceptisch. Hij twijfelt aan de juridische waarde: “De formuleringen in deze verklaring zijn niet specifiek genoeg om invloed te hebben op de inhoud van het CETA-handelsverdrag”, zegt hij in een telefonisch interview met OneWorld. “Ook zou de tekst om effect te hebben moeten omschrijven hoe het een onderdeel vormt van het verdrag. Dat doet het nu niet.”

‘Wanhoopspoging’

In de Nederlandse Tweede Kamer spreekt de oppositie daarom ook van een ‘zoethoudertje’: “Het is een wanhoopspoging om de critici de mond te snoeren”, laat Jasper van Dijk (SP) weten, “het voegt helemaal niks toe’’. Voor andere partijen is de laatste twijfel over CETA echter nu wel weggenomen. “Vrijwel alle eisen van de PvdA zijn ingewilligd”, stelde PvdA-Kamerlid Jan Vos vorige week. Op 11 oktober gaf dan ook een meerderheid van VVD, PvdA, D66 en CDA groen licht voor CETA.

Maar volgens professor Stoll, die in het verleden de Duitse regering bijstond bij internationale onderhandelingen, is het risico dat CETA milieubescherming ondermijnt niet ondervangen. Het verdrag zou specifiek in huidige vorm een bedreiging vormen voor het Europese ‘voorzorgsprincipe’, zo stelt hij. Dit principe, sinds de jaren ’90 verankerd in de EU-verdragen, biedt de politiek de mogelijkheid om bij wetenschappelijke onzekerheid volksgezondheid en milieu te beschermen.

“De verdragsteksten verwijzen naar de regels die gelden binnen de Wereldhandelsorganisatie WTO’’, vertelt professor Stoll. “De WTO heeft in het verleden gesteld dat wanneer er geen coherent bewijs is dat een product schadelijk is, er geen regulering mag worden doorgevoerd. Binnen de WTO hebben Canada en de VS in 1996 ook een zaak aangespannen tegen de EU vanwege het verbod in Europa op het gebruik van groeihormonen in vlees. De WTO heeft toen geoordeeld dat het voorzorgsprincipe geen legitieme grond is voor zo’n verbod, en de EU een sanctie opgelegd.’’

Geen voorzorgsprincipe

In de interpretatieve verklaring die nu aan CETA is toegevoegd wordt (net als in het verdrag zelf) het voorzorgsprincipe geen enkele keer bij naam genoemd. Opmerkelijk is dat minister Lilianne Ploumen (Handel) dat oorspronkelijk wel wilde: “Ten slotte wil Ploumen dat het voorzorgsprincipe’’, was te lezen in een persbericht over CETA dat het ministerie van Buitenlandse Zaken op 23 september 2016 de deur uitdoet, “expliciet genoemd wordt als het geldende principe voor handel met de EU”.

Maar minister Ploumen zou door de Europese Commissie zijn overtuigd dat dit toch niet noodzakelijk is, vanwege de tekst die nu is toegevoegd aan het verdrag: “De Commissie gaf aan dat de expliciete verwijzing [in de interpretatieve verklaring] naar het recht van landen om zelf regels op te stellen en de bescherming van eigen standaarden (…) ook het voorzorgsprincipe omvat”, aldus een woordvoerder.

Hormoonverstorende chemicaliën

Maar waarom het toch niet even noemen? Feit is dat Canada vijandig staat tegenover het voorzorgsprincipe. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk in een huidig dispuut dat bestaat tussen Canada en Europa, en dat gaat over het reguleren van honderden risicovolle chemicaliën. Het draait om zogeheten hormoonverstorende stoffen. Brussel werkt nu al tien jaar aan regelgeving hiervoor.   

Canada is één van de landen die samen met de Verenigde Staten de EU onder druk heeft gezet af te zien van een verbod op deze stoffen omdat het handel zou verstoren. ‘Wetenschappelijk incompleet’ noemde Canada een verbod in een brief gericht aan de Europese Commissie, en ‘onverdedigbaar’.

Onder druk van die lobby, waarbij ook chemische bedrijven als BASF en Bayer een belangrijke rol speelden, verdween een verbod van tafel. Dat blijkt uit interne e-mails waar OneWorld al eerder uit citeerde. Op 15 juni dit jaar heeft de EU vervolgens regels gepresenteerd die volgens experts (PDF) te verwaterd zijn om ‘effectief het publiek te beschermen’ tegen deze schadelijke stoffen.  

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt hormoonverstoorders een ‘mondiaal gevaar’, en ziet een link met een toename van onvruchtbaarheid en kanker. Ook concludeerde onderzoek uit 2015 dat in de EU zeker 5 procent van alle gevallen van autisme terug te voeren zijn tot blootstelling aan deze stoffen. Volgens de WHO is het voorzorgsprincipe daarom raadzaam; om deze stoffen nu al uit te bannen, ondanks dat de wetenschap soms nog incompleet is. Op die manier zou voorkomen worden dat mensen ‘permanente [gezondheids]schade’ oplopen, zo schreef de WHO in 2012.

Voorgekookt

Dat de PvdA-fractie zich vorige week achter CETA heeft geschaard, en nu stelt – met de interpretatieve verklaring op tafel – akkoord te zijn, zou wel eens minder spontaan kunnen zijn dan het lijkt. In Brussel liet PvdA-minister Ploumen op 15 juli namelijk al weten dat Nederland ‘geen bezwaar’ had tegen de inwerkingstelling van CETA. Dit terwijl een debat en stemming in de Tweede Kamer toen nog moest plaatsvinden. Dat blijkt uit vertrouwelijke Brusselse notulen waar OneWorld eerder uit citeerde.

Jasper van Dijk (SP) stelde naar aanleiding van dat artikel Kamervragen. In een reactie op die vragen ontkent de minister dat ze eerder al in Brussel toezeggingen heeft gedaan: “Het kabinet heeft zich (…) noch voor noch tegen de voorlopige toepassing van CETA uitgesproken”. Maar in de Brusselse notulen staat echter letterlijk: “Geen enkele lidstaat maakte bezwaar tegen de voorlopige toepassing van CETA”.*

Geduld Canada raakt op

Ondertussen lijkt het geduld van de Canadezen op te raken als het gaat om CETA, en de weifelende houding van de EU: “Als Europa in de komende week of twee niet in staat blijkt een progressief handelsverdrag te sluiten met een land als Canada”, sprak de Canadese premier Justin Trudeau op 13 oktober geïrriteerd, “met wie denkt Europa dan zaken te kunnen doen in de komende jaren?”

Er wordt achter de schermen nu druk gezocht naar een compromis met de Walen. Maar de Waalse minister-president Magnette heeft publiek al laten weten dat er geen akkoord komt tijdens de Eurotop vandaag: “We kunnen onmogelijk tegen vrijdag ons akkoord geven”, zei hij woensdag, om daar tot ergernis van vele in Brussel aan toe te voegen: “Laten we enkele maanden de tijd nemen.”

*In een reactie laat een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken weten dat Nederland in het handelsberaad in Brussel geen standpunt heeft ingenomen over de voorlopige toepassing van CETA. 

Foto: (cc)

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons