Beeld: Tobiah Palm

Op pad met Brazilië’s Black Bloc tegen Bolsonaro

Wereldwijd gebruiken anarchistische groepen de ‘black bloc’-tactiek in protesten. Ook in Brazilië. Journalist Tobiah Palm sloot zich aan bij zo’n protest in Rio de Janeiro. “Ik denk dat de politie bang voor ons is.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Het is de eerste keer sinds ik in Rio de Janeiro ben dat ik een lange broek draag. Vanochtend vroeg ik Pedro* (29) per sms wat de dresscode voor vandaag was. ‘Spijkerbroek’, zei hij. Ik antwoordde dat ik geen spijkerbroek had meegenomen naar Brazilië. ‘Oké’, zei hij, ‘dan zal een litteken van een rubberkogel mooi staan op die witte benen van je.’

Pedro is er klaar voor. Zwarte broek, legerkisten, zwarte hoodie. Zijn huisgenoot komt de kamer binnen in bermuda en op slippers – de normale dracht in Rio. Hij kijkt naar Pedro. “Is er black bloc vandaag?” Pedro knikt. De huisgenoot loopt de kamer uit. “Wacht even”, roept hij. “Ik heb nog een handschoen in mijn carnaval-kist.” Ik kijk Pedro vragend aan. “Om rookbommen mee terug te gooien.”

De revolutie win je niet met pacifistische grappen. Daar komt wel wat meer bij kijken

Pedro trekt de deur achter zich dicht en stapt naar buiten. Hij trekt de capuchon over zijn oren. Vanochtend begon het na dagen van verzengende hitte eindelijk te regenen. We lopen naar het Candeláriaplein, waar de demonstratie straks begint, als Pedro vraagt: “Jij komt toch uit Amsterdam, wat vind je eigenlijk van Provo?” Mijn mond valt open. Een Braziliaanse student die me vraagt naar een Nederlands fenomeen uit de jaren zestig? Alsof er geen vijftig jaar voorbij is gegaan. “Ik vind dat ludieke goed”, gaat hij verder. Hij stopt even om zijn brillenglazen droog te wrijven. “Maar de revolutie win je niet met pacifistische grappen. Daar komt wel wat meer bij kijken.”
Brazilië wordt sinds januari bestuurd door de extreemrechtse president Jair Bolsonaro. Hij staat wereldwijd bekend om zijn talloze discriminerende, racistische en seksistische uitspraken.
Black bloc in Brazilië en de wereld 

Pedro hoort bij een organisatie die de ‘black bloc’-demonstratietactiek gebruikt. De black bloc-tactiek, wordt wereldwijd ingezet door uiteenlopende groepen. Ze dragen zwarte kleding en maskers om onherkenbaar te zijn, en opereren meestal zonder leider of gezicht naar buiten. De linkse, vaak anarchistische groepen die black bloc inzetten hebben uiteenlopende idealen, maar kennen doorgaans een gemeenschappelijk doel: de val van het kapitalisme. De black blocs vallen de politie actief aan en vernielen alles wat volgens hen onder het ‘kapitalistisch bolwerk’ valt.

De strategie werd voor het eerst massaal gebruikt in West-Duitsland, op de Dag van de arbeid in 1987. In 1999 groeide de bekendheid tijdens de WTO-protesten in Seattle. Sindsdien wordt de tactiek door radicale linkse groepen over de hele wereld ingezet. Zo antwoordt de Antifa-beweging in Duitsland en Frankrijk op fascisme. In New York doken er black blocs op in protesten tegen Trump. In Rio gebruiken jongeren de black bloc-tactiek in hun strijd tegen een sterk ongelijke samenleving en een extreemrechtse president.

Beeld: Tobiah Palm

Bij de boeren beginnen

Een maand eerder zit ik op het dak van een studentenhuis, waar de bewoners een barbecue hebben georganiseerd. “We hebben een klassenrevolutie nodig”, zegt Rafael* (30). Hij studeert geschiedenis en komt uit een van Rio’s favelas. Als ik vraag hoe hij die revolutie van plan is te starten, haalt hij Mao’s Rode Boekje tevoorschijn. “We moeten met de boeren beginnen”, zegt hij.

Naast hem zit Pedro, hij komt uit een middenklassengezin en studeert marxistische economie. De jongens blijken lid te zijn van een club van communisten, anarchisten en maoïsten. Pedro noemt zichzelf anarchist, Rafael maoïst. De groep probeert mensen uit favela’s te organiseren door onderwijs en voorlichting, via flyers of bezoek langs de deuren. Ook proberen ze door middel van de black bloc-demonstratietechnieken revoluties te ontketenen tijdens grote protesten. Om erachter te komen hoe en waarom ze dat doen, ga ik mee naar een demonstratie.

Stenen en molotovcocktails tegen het kapitalisme

“Kijk”, zegt Pedro. Hij pakt zijn telefoon en opent de Rio Black Bloc-Facebookgroep. Op de profielfoto een jongen in het zwart, steen in de hand, zijn hoofd achter een gasmasker dat rechtstreeks uit de Sovjet-Unie lijkt te komen. Pedro klikt een YouTubefilmpje aan. “Dit waren de demonstraties van 2013. Gigantisch.” Op het filmpje gaan gemaskerde figuren de politie te lijf. Ze gooien stenen en slaan ruiten van banken in. “Hier was ik bij”, wijst Pedro opgetogen als er een brandende bus in beeld komt. “We moesten rennen. Ik ben drie keer geraakt door rubberkogels van de politie.”
Beeld: Tobiah Palm
In 2013 waren er grote demonstraties in Brazilië, niet gebruikelijk voor het Zuid-Amerikaanse land. De lont in het kruitvat was een verhoging van de busprijzen. Al snel groeide dat uit tot grootscheepse protesten tegen corruptie, voor beter onderwijs en veiligheid. Black bloc streed in die demonstraties met stenen en molotovcocktails ‘tegen het kapitalisme’.

We probeerden anderen juist te beschermen tegen het geweld van de politie

Een levenslange confrontatie met de Braziliaanse klassenverschillen heeft deze jonge demonstranten richting gewelddadige protesten bewogen. Ze hopen met de rellen een verschil te maken, een burgerrevolutie tegen de overheid te bewerkstelligen. Maar het geweld van de black blocs lijkt vooral extra politiegeweld uit te lokken.

Ik vraag Pedro of hun geweld andere mensen niet verjaagt. “Nee, aan het begin probeerden we anderen juist te beschermen tegen het geweld van de politie. Maar later haakten mensen wel af.” Hij is even stil. “Tja. Ze waren niet bereid om echt te vechten tegen het systeem.” Over hun eigen inzet van geweld kunnen Pedro en zijn kameraden kort zijn: ‘het is ons recht om te vechten’, en ‘als anderen bang zijn, dan komen ze toch niet’, klinkt het. In die antwoorden lijkt een onvermogen te schuilen om verder dan de romantische idealen te kijken.

“Het is jammer dat het niets uitgehaald heeft. De protesten werden steeds kleiner en bloedden uiteindelijk dood. Sindsdien zijn we de straat nooit meer opgegaan. Zelfs niet toen die fascist van een Bolsonaro aan de macht kwam.”

De laatste druppel

Onlangs besloot de nieuwe onderwijsminister op drie grote universiteiten te korten, omdat het ‘bolwerken van cultureel marxisme’ zouden zijn – volgens Bolsonaro de schuld van voormalig president Lula en zijn Partido dos Trabalhadores (PT), de linkse arbeiderspartij die veertien jaar de grootste van Brazilië was.

“Mensen worden eindelijk wakker. Die onderwijsbezuiniging was de laatste druppel”, denkt Pedro. “Sinds 2013 zijn we de straat niet meer op gegaan, dat is jammer. We hebben meer verzet nodig. Zoals die gele hesjes in Frankrijk.” Maar is dat geen rechtse beweging? “Ja, maar ze demonstreren tenminste echt”, zegt hij. “Misschien begint hier vandaag de revolutie ook wel.”

Op het Candeláriaplein aangekomen is het een zee van bordjes en vlaggen. Er marcheert een zingende club voorbij. Ze dragen een rood vaandel met daarop een gele hamer en sikkel. “Trotskisten”, snuift Pedro. “Ze zeggen wel dat ze communistisch zijn, maar doen veel te veel concessies naar de PT.” Middenin de demonstratie staat de PT-wagen. “Sociaal-democraten”, smaalt hij.

Dan houdt Pedro halt. We zijn er. De demonstranten van ‘onze’ groep zijn jonger dan de rest. Iedereen is in het zwart of het rood gekleed. Veel zwarte kistjes en afgetrapte All Star-gympen. Piercings en geverfde haren. Net ouderwetse punkers. Deze demonstranten hebben geen megafoons. Ze zingen geen liedjes, maar staan in groepjes te fluisteren. Zwarte vesten worden voorzichtig uit rugzakken gehaald en weer teruggestopt. Pedro wijst naar een groep jongens in het rood. “Dat zijn de maoïsten. En wij”, hij draait in het rond, “wij zijn anarchisten.”

Bommen en rubber kogels

Dan begint het knokken. De maoïsten naast ons binden rode doeken voor hun gezicht. Ik herken de krullen van Rafael, die boven zijn vermomming uitsteken. “Als het fout gaat, blijven we bij elkaar”, zegt Pedro, terwijl hij een zwart-witte ‘Palestijnse’ sjaal uit zijn tas haalt. “De politie pakt altijd de mensen die alleen lopen.”
Voor ons staan politieagenten in linie opgesteld, in hun handen schilden, knuppels en geweren. Achter hen een grote legertank. Ze zien eruit als militairen, klaar voor de oorlog. Een van de maoïsten gooit een stuk vuurwerk. Een jongen in het zwart werpt een steen, een ander een kleine bom. Een paar seconden is het stil. Dan volgt een harde knal. Plots is de stad bedekt onder een laag traangas. Het voelt alsof mijn gezicht in brand staat. Overal klinken knallen. Door het gas ziet niemand waar die vandaan komen. Iedereen rent door elkaar. De maoïsten gaan op de vuist met de agenten. De jongens in het zwart hollen alle kanten uit en de rest van de demonstranten probeert zo snel mogelijk weg te komen van het geweld.

De fik erin

Het is tien dagen na die eerste demonstratie. Pedro’s gezicht wordt verlicht door het vuur van een brandende Bolsonaro-pop voor hem. Met de rest van zijn club staat hij rond een rituele verbranding. Naast hem houden de jongens met monddoeken een spandoek vast. ‘Algemene staking tegen de hervorming van het onderwijs’. Deze demonstratie is kleiner dan de vorige. De sfeer grimmiger. Er is veel meer politie. Als het vuur bijna gedoofd is loopt het groepje door. Als ik achterom kijk zie ik twee politieagenten een beetje verloren naast de as van de pop staat. Eén van hen praat in zijn walkietalkie.
Even later gaat het mis. Plots heeft de politie de demonstranten omsingeld. Ze schieten in het rond. De demonstranten rennen door elkaar. Wij staan in een smalle straat en kunnen geen kant op. We verstoppen ons achter een PT-wagen. Op het dak staat een man met een microfoon. Hij smeekt de politie te stoppen met schieten.

Samen met een groepje black blocs rennen we een zijstraat in. Ze herhalen de leus: ‘Prachtig Rio, we namen je parlement in met stokken en stenen.’ Ik roep mee. Het helpt tegen de angst.

We konden eindelijk iets doen. Laten zien dat wij ook macht hebben

Op de stoep van een cafeetje zitten we even later uit te hijgen. Pedro’s ogen zijn knalrood en zijn gezicht is gezwollen door het traangas. Maar hij is tevreden. “We konden eindelijk iets doen. Laten zien dat wij ook macht hebben.”

Pedro haalt een biertje. Heeft het geweld van de black blocs in de eerste demonstratie er niet voor gezorgd dat de politie nu zo snel terug sloeg? “Nee”, zegt hij. “Ik denk dat de politie gewoon bang voor ons was.”

De namen in dit artikel zijn gefingeerd ter bescherming van de geïnterviewden. De Braziliaanse autoriteiten zijn actief op zoek naar mensen die deelnemen in black blocs. De volledige gegevens zijn bij de redactie bekend. 

Braziliaanse vrouwen zijn machocultuur spuugzat

De Trump van de tropen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons