Achtergrond

Wetgever wil producent nog geen pijn doen

Eindelijk, de overheid meldt zich en verbiedt veel wegwerpplastics. Maar is de nieuwe wegwerpwet wel effectief, als het productie niet aan banden legt? En hoe kan het dat de olie-industrie opeens zo vol in het plastic springt? Wie beter naar het systeem kijkt, ziet dat de verlossing van de plastic soep nog niet uit Europa komt.

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Deels hebben we het plasticprobleem te danken aan een Amerikaans meisje dat haar milkshake niet op kreeg. In het Californië van de jaren 30 zit Judith Friedman aan de bar van de Varsity Sweet Shop, een frisdrankbar op een straathoek in San Francisco. Ook als ze haar nek uitsteekt komt ze maar amper bij het uiteinde van het lange papieren rietje in haar glas. En als ze dat ding buigt, krijgt ze de dikke substantie er niet meer door omhoog. Haar vader Joseph, een huis-tuin-en-keuken-uitvinder, gaat thuis aan de slag met een rietje, een schroevendraaier en flosdraad. Voilà, even later is daar the bendy straw, het bekende rietje met de buigbare bovenkant.

Wat volgt zet de wereld op zijn kop. Het buigbare rietje is aanvankelijk van papier en wordt vooral in ziekenhuizen gebruikt, zodat patiënten liggend kunnen drinken. Maar wanneer de groeiende plasticindustrie na de Tweede Wereldoorlog nieuwe afzetmarkten zoekt naast de defensie-industrie, richt ze zich massaal op nieuwe, goedkope goederen voor consumenten. Zoals het plastic wegwerp- rietje. Ruim zestig jaar later gebruiken Amerikanen zo’n 390 miljoen rietjes per dag, Europeanen ongeveer 36,4 miljard. Volgens schattingen van Australische onderzoekers vervuilen maximaal 8,3 miljard plastic rietjes de stranden wereldwijd.

Eindeloze mogelijkheden

Zo kan het niet langer, besloot de Europese Commissie in mei vorig jaar. Na maanden van onderhandelingen en gelobby in de Brusselse wandelgangen stemden de lidstaten en het Europese Parlement afgelopen 19 december in met een verbod tegen wegwerpplastics. De hoogste tijd: niet alleen neemt de maatschappelijke onrust over een overschot aan plastic toe, ook besloot China vanaf januari 2018 geen plastic afval meer over te kopen van Europese landen, waardoor Europa nu met een afvaloverschot zit. Dus maakte Brussel van de nood een deugd. Zet die wet zoden aan de dijk?

Experts lijken blij verrast over de maatregel. “Een enorme stap voor de Europese Unie,” zegt Jeroen Dagevos, hoofd programma’s bij Plastic Soup Foundation, een actiegroep die zich inzet tegen schadelijk plastic. Volgens Dagevos heeft het verbod een enorme symbolische waarde: voor het eerst in de geschiedenis spreekt de EU zich stellig uit: plastic vormt een gigantisch probleem, en Europese lidstaten én plasticproducenten moeten daar iets aan doen.

Amerikanen gebruiken zo’n 390 miljoen rietjes per dag

Meer dan de helft van ons plasticafval bestaat uit producten die maar één keer gebruikt worden, zegt hij. Dus heeft de EU geïnventariseerd welke het meest aanspoelen op onze stranden, om die te verbieden. “Ik ben blij verbaasd: de EU zegt voor het eerst dat je die producten niet per se nodig hebt.” Volgens de EU kunnen deze overbodige producten in de ban: wattenstaafjes, rietjes, roerstaafjes, ballonnenstokjes, wegwerpbestek en wegwerpborden, lichtgewicht plastic tasjes en piepschuim voedselverpakkingen. Ook moeten landen plastic flessen apart inzamelen: 77 procent van alle flessen in 2025 en 90 procent in 2029.

Ook producenten ontspringen de dans niet. Alle plastic flessen moeten in 2030 voor minimaal 30 procent uit gerecycled plastic bestaan. Flessendoppen, die nu los ronddobberen in de oceanen, moeten binnen vijf jaar na het ingaan van de wet aan flessen vastzitten. Bovendien moeten fabrikanten zelf bijdragen aan het opruimen van de wegwerpplastics die ze maken. Producenten moeten overheden betalen voor het opruimen van onder andere visnetten en sigarettenpeuken, waar, wie had dat gedacht, veel plastic in zit.

Meer plastic op aarde

Een hele rits aan regels dus – en toch blijft het een eerste stap, die nog lang geen deuk in het plasticprobleem slaat. De nadruk van de wet ligt namelijk op het stimuleren van hergebruik en recycling. Het eerste probleem is dan dat lang niet al het plastic überhaupt ‘recyclebaar’ is, omdat het uit duistere mengels van plasticsoorten bestaat, of er veel kleur- of giftige stoffen aan toegevoegd zijn. En als het wel zo is, wordt daar vaak niets mee gedaan: wereldwijd wordt maar 14 procent van al het plastic gerecycled.

In Europa neemt recycling weliswaar toe, maar ook hier halen we de 30 procent nog niet. Nu stelt de Europese Commissie in haar plasticstrategie van vorig jaar dat in 2030 de helft van al het plastic in de EU gerecycled moet worden. De nieuwe wegwerpwet draagt daaraan bij, vindt de EU, en is een goed begin op weg naar een circulaire economie. Maar met de huidige vormen van recycling ben je er dus niet (meer daarover op pagina 22). Sterker nog, het kan de aandacht afleiden van de echte kwestie: er is steeds meer plastic op aarde.

Producenten van sigarettenpeuken moeten nu ook betalen voor het opruimen

Want de jaarlijkse productie van plastic wereldwijd neemt nog altijd rap toe. ‘Plastics zijn een mondiaal succesverhaal’, juicht de Europese brancheorganisatie voor plasticproducenten PlasticsEurope. Dat kun je wel zeggen. Sinds het PR-offensief van de plasticsector in de jaren 60 is de totale productie wereldwijd meer dan twintig keer zo groot geworden, tonen cijfers van de Ellen McArthur Foundation aan. In 2015 bedroeg de wereldwijde productie 348 miljoen ton. In Europa zakte de productie licht in 2018, maar in 2019 verwacht de organisatie weer een lichte toename.

De nieuwe wet helpt dus niet om de bron van het plasticprobleem – de almaar toenemende productie – aan te pakken. Wat voor maatregelen zouden daar wel aan bijdragen? “Ten eerste: een belasting op plastic”, zegt Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks). Tijdens de onderhandelingen voor de nieuwe wet lag dat zelfs heel even op tafel, zegt hij. “Maar het ging er ook snel weer af, want dat zou producenten echt pijn doen.” De politieke bereidheid om echt te snijden in de kern van het plastic- probleem, en dus in het verdienmodel van de grote plasticproducenten, is er nog niet.

Europa zou een wereldleider kunnen worden – als we op tijd beginnen tenminste

Producenten kunnen goed aan plastic verdienen omdat de olieprijzen erg laag zijn. Meer dan 90 procent van al het plastic komt nu nog van fossiele grondstoffen. Het is veel goedkoper dan plastic uit alternatieve, duurzamere bronnen, zoals restafval van de suikerrietindustrie. Met een belasting zou fossiel plastic duurder worden, en stappen producenten eerder over op alternatieven. Volgens Eickhout is de ideale uitkomst een markt waarin dat soort materialen succesvol concurreren met fossiel. Europa zou hierin wereldleider kunnen worden – als we op tijd beginnen tenminste.

Ook wil hij Europese verplichtingen stellen aan het ontwerp van plastic producten. Denk hierbij aan de eisen die Europa nu al hanteert voor de energiezuinigheid van producten zoals stofzuigers of koelkasten. Zo worden bedrijven gedwongen om al tijdens de ontwerpfase van bijvoorbeeld een nieuwe verpakking in te zetten op minder plastic. En stoppen ze hun aandacht en geld in duurzame innovaties, niet in business as usual. Maar Eickhout geeft toe: op de korte termijn hoeven we dit soort verstrekkende maatregelen niet te verwachten. Producenten zitten er, wederom, echt nog niet op te wachten.

IJsbak

“We moeten dit probleem bij de bron aanpakken”, zegt Anne Wijers, campagneleider plastic, in een vergaderzaaltje van het Amsterdamse kantoor van Greenpeace. Uit onderzoek van de milieuorganisatie blijkt dat de meeste plasticvervuiling wereldwijd komt van producten van onder andere Coca-Cola, PepsiCo, Nestlé, Danone en Unilever. Volgens Wijers ligt de grootste verantwoordelijkheid daarom bij het bedrijfsleven: dat heeft de macht en de middelen om écht iets aan het wereldwijde overschot aan plastic te doen. Nu ziet Greenpeace wel een verschuiving in mentaliteit: bedrijven erkennen vaker dat ze verantwoordelijk zijn voor recycling en inzameling. “Maar de echt pijnlijke beslissingen blijven nog uit.”

Na rondvraag bij twee van die ‘grootste vervuilers’ blijkt dat ze zich heus wel verantwoordelijk voelen, en ook maatregelen nemen. Coco-Cola laat bijvoorbeeld weten dat voor elke verpakking die ze wereldwijd in 2030 verkopen, er één blik of fles wordt ingezameld of gerecycled. Ook Johannes Weber, European affairs manager bij Nestlé, stelt zichzelf doelen: in 2025 zal al het plastic dat Nestlé gebruikt recyclebaar zijn, het bedrijf wil overal waar het actief is infrastructuur voor recycling opzetten, en het gebruik van alle verpakkingen, niet alleen plastic, verminderen: met 140.000 ton tussen 2015 en 2020.

Politiek moet snijden in het verdienmodel van de plastic producenten

Nestlé zoekt manieren om het plasticgebruik terug te dringen. Zo lanceert het binnenkort een variant van chocoladepoeder Nesquik dat niet meer in de vertrouwde gele plastic container zit, maar in papieren zakjes. En in de VS begint een experiment waarbij consumenten hun lege ijsbak van Häagen-Dazs kunnen laten ophalen, schoonmaken en hervullen. “Een beetje zoals met de melkboer vroeger.” Behalve dan dat in dit geval ‘de melkboer’ de kuipjes van de ene kust van de VS naar de andere kust van de VS vervoert, meldt CNN.

Wat telkens terugkomt, is dat de bedrijven vinden dat ze de vrijheid moeten hebben om zelf met oplossingen te komen. “Het vinden van écht duurzame oplossingen is complex”, zegt Weber. Wanneer je plastic flessen vervangt door glas, is de CO2-uitstoot groter bij transport verder dan 200 kilometer. Soms moet plastic dus wel. Alleen is er nog niet voldoende gerecycled plastic om alle verpakkingen van te maken. Bedrijven experimenteren met bioplastics, maar ook die zitten nog in een ontwikkelingsfase. Volgens ngo’s en groene partijen zou een belasting op fossiel plastic dit probleem dus aanpakken. Maar Weber ziet dit niet als de beste maatregel: “Het is belangrijk dat de methode niet wordt opgelegd, maar van binnenuit komt.”

Reddingsboei voor oliebedrijven

Een heel opvallende ontwikkeling, wat die ‘eigen initiatieven’ betreft, komt uit de koker van onder andere de olie- industrie. Zo bouwt Shell voor meerdere miljarden een plasticfabriek in de Amerikaanse staat Pennsylvania, legt ExxonMobil een nieuwe productielijn voor polyethyleen aan in Texas – straks een van de grootste bronnen van plasticproductie wereldwijd – en slaan het Saoedische staatsoliebedrijf Saudi Aramco en chemiebedrijf SABIC de handen ineen bij het bouwen van een nieuwe petrochemische fabriek, waar ook plastic vandaan zal komen.

Plastic biedt zo een groeimarkt aan een fossiele industrie die in steeds grotere mate in zwaar weer verkeert. Op dit moment gaat 6 procent van de wereldwijde olieconsumptie naar plastic, laat een rapport van de Ellen McArthur Foundation zien. Net zoveel als naar de luchtvaartindustrie. En als deze plasticproductie in hetzelfde tempo toeneemt, gaat het in 2050 om 20 procent. Wijers van Greenpeace: “Voor oliebedrijven is plastic een soort reddingsboei.”

Hoe moeten we in dat licht de Alliance to End Plastic Waste bezien, van diezelfde bedrijven die volop inzetten op de toekomst van fossiel plastic? Multinationals als voedingsgigant Procter&Gamble, oliereuzen Shell en ExxonMobil en chemiebedrijven Dow Chemicals en DSM stoppen de komende vijf jaar een miljard dollar in onderzoek naar nieuwe recyclingmethodes, in opruimacties en in een infrastructuur voor plasticinzameling en -recycling, schrijft The Guardian eerder dit jaar. De alliantie richt zich vooral op ontwikkelingslanden. Sluiten meer leden zich aan, dan gooien ze er nog 1,5 miljard dollar bovenop.

De wet legt geen verplichte doelen op en had strenger gekund

Niets meer dan een lobbystrategie uit de plasticwereld, zegt Vicky Cann van de Brusselse onderzoeksgroep Corporate Europe Observatory. “Bedrijven verpakken plastic als afvalprobleem. En richten initiatieven en organisaties op die dat beeld ondersteunen.” Volgens haar legt dit frame de verantwoordelijkheid voor het opruimen van de troep bij burgers en gemeenschappen. Wijers van Greenpeace beaamt het: dit soort initiatieven richten zich op verbeterde recycling in landen zonder goede infrastructuur, bijvoorbeeld in Azië. “Dat klinkt nobel, maar leidt af van het feit dat de bedrijven zélf wegwerplastics in deze landen blijven pompen. Die plastic shampoosachetjes voor eenmalig gebruik bijvoorbeeld.”

Dezelfde bedrijven die claimen graag uit eigen beweging met oplossingen te komen, belobbyden de Europese wetsplannen dan ook flink. Zowel de industrie als ngo’s lobbyden actief op plasticwetgeving in Brussel, toont een analyse van Corporate Europe Observatory. Maar het bedrijfsleven had de overhand. Van de 92 bijeenkomsten die de Europese Commissie in 2017 had over het vormgeven van de nieuwe plasticstrategie, waren er zeventig met partijen met zakelijke belangen.

Vrijwillig verbeteren

Ook op de nieuwe wegwerpwet is afgedongen, zegt lobby-onderzoeker Cann. In een verklaring van afgelopen november waarschuwen 73 bedrijven en belangenorganisaties de Europese Commissie: de restricties op plastic verpakkingen in de nieuwe wet kunnen een bedreiging vormen voor een innovatief klimaat in Europa, en voor het functioneren van de interne markt. Het was effectief, zegt Cann: de nieuwe wet stelt dat veel verpakkingen substantieel verminderd moeten worden, maar legt geen verplichte doelen op. Cann: “Er zijn veel goede maatregelen afgesproken, maar volgens veel ngo’s had het strenger gekund.”

Volgens Cann proberen bedrijven dus harde verplichte eisen te vertragen door zelf in te zetten op vrijwillige stappen. In een uitgelekte brief aan Europese lidstaten uit oktober 2018 benadrukken Coca-Cola, Danone, Nestlé en PepsiCo dat ‘verplicht vastgemaakte doppen’ aan plastic flessen niet nodig zijn. Mocht hun alternatief – een inzamelingssysteem voor doppen – falen, dan kan die verplichting volgens hen altijd nog ingevoerd worden. Toch staat in de nieuwe wet dat doppen vijf jaar na het ingaan van de nieuwe wet vast moeten zitten aan flessen.

Moeten we vertrouwen hebben in de inzet en expertise van bedrijven?

“Laat de wetgever de doelen stellen, maar de bedrijven zelf de weg daarnaartoe bedenken”, reageert Weber van Nestlé. Het bedrijf staat achter het doel van de wetgever: minder flessen en doppen in de natuur. Maar de verplichte maatregel (77 procent van de flessen, met vaste doppen, ingezameld in 2025) is volgens hem lager dan Nestlé’s eigen doel (90 procent van alle flessen en bijbehorende losse doppen inzamelen in 2025). “Nu moeten we ons hele ontwerpen productieproces aanpassen”, zegt hij. “Terwijl wij zelf de expertise hebben om dit probleem op de meest efficiënte en innovatieve manier op te lossen, niet de wetgever.”

De grote rol die bedrijven in het plasticprobleem spelen, roept inderdaad de vraag op of wetgeving de beste oplossing biedt. Moeten we om verder te komen dan het uitbannen van plastic rietjes niet meer vertrouwen hebben in de expertise en inzet van het bedrijfsleven, zoals Nestlé voorstelt? Of toch zelf de handen uit de mouwen steken? Vaak in de discussie over plasticvervuiling gaat het namelijk om de sturende rol van de consument: bewust boodschappen doen, beter je afval scheiden, meedoen aan een opruimactie, altijd je eigen broodbakje mee – mogelijkheden te over. “Al die initiatieven zijn natuurlijk hartstikke goed”, zegt Wijers van Greenpeace. “Alleen is het gevaar dat mensen met een vingertje naar elkaar wijzen, en producenten doorgaan met business as usual.”

De wet trekt de grote massa mee en straft de slechtste jongetjes van de klas

Waar Greenpeace daarom de focus wil verschuiven naar de bedrijven door hen in hun campagnes aan te spreken, gelooft Eickhout – zelf deel van een wetgevend orgaan – in een wisselwerking tussen consument, wetgever en bedrijfsleven. Je hebt iedereen nodig: burgers die bewuste keuzes maken en een kritisch maatschappelijk debat voeden, koplopers in het bedrijfsleven die het goede voorbeeld geven. Maar ook de wet: die de grote massa meetrekt en de slechtste jongetjes van de klas straft.

Volgens Eickhout was er vorig jaar in Europa momentum voor de wegwerpwet. Tijdens de laatste ronde hielden de Brusselse onderhandelaars het wel 12,5 uur aaneengesloten uit. De wet moest en zou af zijn voor het nieuwe jaar. “Vergis je niet, de Europese Unie heeft echt een draai gemaakt de afgelopen jaren. De wet is baanbrekend.” Pas als de EU met wetten gaat komen die het producenten onmogelijk maakt om zoveel nieuw en goedkoop plastic de wereld in te pompen, verwacht hij échte lobby. “Die viel dit keer eigenlijk wel mee.”

Plastic Diamonds

Kunstenaar Simone Post dacht voor het recyclebedrijf ECO-oh! na over de toekomst van recycling. “Van dichtbij zijn miniscule deeltjes van huishoudelijk afval net kleine diamanten, en we zouden ze ook zo moeten behandelen.” Met haar project wil ze mensen de schoonheid van plastic laten zien, om ze te stimuleren het te verzamelen.
Simonepost.nl
Hoe Zit Het Met Plastic? is onafhankelijk tot stand gekomen en financieel mede mogelijk gemaakt door Nestlé en Dopper. De overeenkomst tussen OneWorld en deze bedrijven is openbaar en in te zien.

Lief plastic, we moeten praten

Hoe Zit Het Met Plastic?

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Verder lezen?

Rechtvaardige journalistiek verdient een rechtvaardige prijs.
Maak jij OneWorld mogelijk?

Word abonnee

  • Digitaal + magazine  —   8,00 / maand
  • Alleen digitaal  —   6,00 / maand
Heb je een waardebon? Klik hier om je code in te vullen

Factuurgegevens

Je bestelling

Product
Aantal
Totaal
Subtotaal in winkelwagen  0,00
Besteltotaal  0,00
  •  0,00 iDit is het bedrag dat automatisch van je rekening wordt afgeschreven.

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons