Achtergrond

Ons geld houdt ze uit de boot

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Als Nederland een symbolisch bedrag overmaakt naar Afrika is het probleem met bootvluchtelingen opgelost. Ruerd Ruben zocht voor OneWorld uit hoeveel waarheid hierin zit.

De claim
Ik zal in mijn begroting 50 miljoen euro vrijmaken om meer perspectief te creëren in noord-­Afrika (…). We moeten nu alles uit de kast halen om te voorkomen dat jonge Afrikanen morgen in libië op een gammel bootje stappen.

Lilianne Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Volkskrant, 26 mei 2015

Zin

Minister Ploumen steekt Afrikaanse ondernemers uit landen rond de sahara een hart onder de riem: 50 miljoen euro zet ze in om boeren, zaadproducenten en andere mkb’ers in landen als Tunesië, Ghana of senegal te steunen. Dit symbolische bedrag, zoals de minister het zelf noemt, is afkomstig uit reeds bestaande ontwikkelingsfondsen. Met deze investering kun je zo’n tienduizend arbeidsplaatsen realiseren in die landen. Werkgelegenheid creëren is op zich een goed idee. Overigens kun je met hetzelfde bedrag nog een veel groter aantal mensen bereiken. Door je te richten op armoedebestrijding in lagere­inkomenslanden, zoals de Centraal­Afrikaanse Republiek, Congo, Burundi of Mali. 

Onzin

Buitenlandse hulpgelden belanden – zoals ook de bedoeling is met dit plan – vaak bij de ondernemende middenklasse. Dat betreft meestal niet de mensen die naar Europa emigreren. Migranten zijn veelal jonge mannen die lokaal geen werk vinden en hun geluk daarom elders beproeven. Geld voor de oversteek naar Europa harken ze bij elkaar via vrienden en familie. Omdat de kans groot is dat Ploumens geld niet terechtkomt bij deze groep, zullen deze ‘gelukzoekers’ dan ook niet afzien van hun migratieplannen. Wat ook meespeelt: een migratiestop is niet per se in het belang van de Afrikaanse landen zelf. Geld overmaken van migranten naar familieleden is een steeds belangrijkere bron van inkomsten voor deze landen. De omvang van deze remittances is al ruim drie keer groter dan die van ontwikkelingshulp.

Conclusie

Minister Ploumen beoogt met dit voorstel vooral werkgelegenheid te stimuleren bij ondernemingen in de herkomstlanden. Dat is zeker nodig. Maar zo’n investering komt alleen van de grond als het economische en sociale ondernemingsklimaat in het land ook op orde is. Dat impliceert een goede infrastructuur, degelijke wetgeving, gegarandeerde veiligheid en een solide onderwijssysteem. Daarvoor hebben overheden middelen nodig, maar die zijn sinds het huwelijk van handel en hulp juist ingeperkt. kortom: zolang basisfaciliteiten in Afrikaanse landen nog structureel ontbreken, is geld om migratie af te remmen niet effectief besteed.

Juli/augustus 2015

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons