Achtergrond

Nepalese boer nauwelijks geholpen door kwetsbare landbouwtechnologie

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Een groot deel van de economie van Nepal draait op landbouw. Op het platteland is het merendeel van de mensen afhankelijk van het verbouwen en verkopen van gewassen. Er wordt veel geïnvesteerd door westerse donoren in het implementeren en verspreiden van druppelirrigatie als een manier om ontwikkeling te bevorderen. Dit blijkt echter vaak een verspilling van middelen te zijn; de technologie gaat snel stuk, wordt vaak niet goed gebruikt, en vermindert soms zelfs de efficiëntie in de landbouw.

Wat is druppelirrigatie?

 

Druppelirrigatie is een irrigatiemethode die planten aan de wortel van water voorziet, en sinds de jaren ‘60 wordt gepromoot. De technologie bestaat uit een grote watertank (50L), en aangesloten waterpijpen met gaatjes erin. Voldoende waterdruk zou ervoor moeten zorgen dat er op een uniforme manier en met regelmatige intervallen druppeltjes water bij de wortels van gewassen terecht komen. Dit voorkomt over- en onder-irrigatie met minimaal watergebruik. Omdat de gewassen aan de wortels worden bevochtigd, krijgt omringend onkruid geen kans. Het idee is dat er water wordt bespaard terwijl de gewasopbrengsten omhoog gaan.

Druppelirrigatie wordt al decennia toegepast als waterbesparende technologie in ontwikkelingslanden waarbij vooral rurale en kleinschalige boeren tot de doelgroep behoren. De geïmplementeerde technologie is een goedkopere versie van de technologie die wij in de Westerse wereld kennen: pijpen met handgeprikte gaatjes in plaats van dure high-tech apparaten. De ontwikkelingsorganisaties die de technologie (gratis of met korting) verspreiden aan arme boeren beloven dat de kwaliteit van de goedkope variant gehandhaafd kan worden, door de waterdruk en gelijkmatigheid van de irrigatie niet te verminderen. De investering van de ontwikkelingsorganisaties en donoren zou het geld zeker waard zijn. Deze technologie zou hoge opbrengsten voor de boeren garanderen, en zo het inkomen van de mensen op het platteland van Nepal verhogen. Dit klinkt allemaal heel erg positief, maar in de praktijk valt het gebruik tegen.

De ‘model farmer’ in Nepal?

Uit dit onderzoek blijkt dat de uitvoerende ontwikkelingsorganisatie zich uitsluitend op een bepaald type boer richt: zij die initiatief tonen, die financiele risico’s durven te gaan en die in staat zijn om zelf de technologie te onderhouden. Ook wordt ervan uitgegaan dat de boeren vooral geïnteresseerd zijn in de gewassen die het meeste geld opbrengen. In de praktijk komt deze ‘modelboer’ nauwelijks voor. 

Ook gaan ontwikkelingsorganisaties ervan uit dat er een beperkte toegang tot irrigatiewater bestaat, waardoor een waterbesparende technologie noodzakelijk zou zijn. In werkelijkheid hebben mensen op verscheidene manieren toegang tot water om mee te irrigeren, en is het besparen hiervan geen prioriteit. Als er meer geïnvesteerd zou worden in het bestuderen van de mogelijke impact en bereik van de technologie, zou de organisatie er dus achter komen dat hun interventie lang niet voor iedereen relevant is.

Ook kost het gebruik en onderhoud van de technologie veel moeite: het schoonmaken van pijpen en het bijvullen van de watertank worden vaak aangegeven als dingen die het gebruik in de weg staan. De gebruikers van deze technologie winnen ook nauwelijks tijd: irrigeren met een tuinslang is eenvoudiger dan irrigeren met behulp van druppelirrigatie. Uit dit onderzoek bleek ook dat de technologie vaak al binnen een paar jaar kapot gaat of niet meer naar behoren werkt.

Slechte kwaliteit

Een van de redenen dat de technologie zo snel stuk gaat, is dat de gebruikte materialen in de goedkope variant van slechte kwaliteit zijn, en deze erg verzwakken door weersomstandigheden als hagelstormen of direct zonlicht en hitte. Ook is de watertoevoer naar de plantenwortels niet regelmatig genoeg:

“Als je er niet goed voor zorgt, komt al het water tegelijkertijd naar buiten door de gaatjes, in plaats van dat er druppels water uit komen”  

“Soms raken de gaatjes in de waterpijpen verstopt, het kost heel veel moeite om dit te ontstoppen. Ook krijgt de laatste plant niet even veel water als de eerste plant”

Hiernaast ontvangen mensen onvoldoende training in het gebruik van de technologie, waardoor ze vaak niet weten hoeveel ruimte er idealiter tussen planten moet zijn en voor welke gewassen deze technologie wel en niet werkt.

Al met al valt er nog genoeg te verbeteren aan deze technologie. Aan de kant van ontwerp en implementatie moet er beter geluisterd worden naar de wensen en benodigdheden van de boeren. Trainingen voor goed gebruik en onderhoud van de technologie zouden het daadwerkelijke gebruik, en daarmee de opbrengsten, kunnen doen toenemen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons