Achtergrond

Het appèl ná #JeSuisParis

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

‘Het kost een paar seconden om een tweet te sturen met de mededeling dat je voor een dag een Parijzenaar of Frans bent. Het kost een heel leven om dat te bewijzen’. Zo eindigde mijn analyse waarin ik stel  ‘#JeSuisParis’ niet alleen voor solidariteit staat, maar ook duidelijke politieke implicaties met zich mee brengt. Deel 1 van deze analyse is hier terug te lezen.

In deel 2 behandel ik vier duidelijke politieke consequenties van het #JeSuisParis-evangelie, dat op veel plekken (via minute stiltes, de projectie van de Franse vlag op strategische gebouwen etc.) werd verkondigd als teken van solidariteit naar de Fransen, na de aanslagen van afgelopen vrijdag.

1) Een gevoel van superioriteit
‘Westerse bronnen geven ons het idee dat het leven van een Nigeriaan er niet toe doet’, schreef ik in januari naar aanleiding van de stilte rondom 2000 doden door Boko Haram ten noorden van Nigeria en de maximale aandacht, verontwaardiging en solidariteit aan Frankrijk na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo.

Met aanslagen elders kwamen we niet met extra uitzendingen vol grondige analyses

Wie ‘#JeSuisParis’ roept, maar stilte omarmt rondom andere incidenten in de wereld, accepteert de kritiek die op diverse podia wordt geponeerd: wij hechten meer waarde aan het Franse leven dan andere levens elders (Istanbul, Nairobi, Beiroet). Want met aanslagen elders kwamen we niet met extra uitzendingen vol grondige analyses, we gaven mensen niet de gelegenheid om hun Facebook-profielfoto te veranderen als teken van solidariteit en wij namen geen minuten stiltes. Waarom?  

“Het simpele antwoord zou zijn: Parijs is nu eenmaal Parijs en Parijs is van de hele wereld.” Schrijft Arjen van Veelen in Nrc.next van 16 november.

Mijn column in januari was ironisch doch pijnlijk getiteld: ‘Wij, minderwaardige Afrikanen’. Dit is de keiharde realiteit: Sommigen levens, sommige steden, sommige paspoorten worden nou eenmaal belangrijk beschouwd dan anderen. Dit is een pijnlijke realiteit die door #JesuisParis of #PrayForParis aan ons wederom kenbaar wordt gemaakt.

2) De aanslagen staan niet los van imperialisme
Twee analyses uit mijn Facebook-timeline geven zeer treffend aan hoe er een verband bestaat tussen de Franse imperialistische houding en de aanslagen in Parijs.

“Meer dan een miljoen mensen zijn overleden in de zevenjarige Franse oorlog met Algerije. Veel verarmde Afrikaanse landen zijn nog steeds belast met de daden van hun ‘voormalige’ kolonisator. Frankrijk was ook, en is nog steeds een belangrijke aanstichter van de huidige oorlog tegen de mensen uit Libië en Syrië.” Dat schreef een Facebook-vriend. Zijn post is inmiddels meer dan 1000 geliked en meer dan 800 keer gedeeld.

De Franse overheid heeft een belangrijke rol gespeeld in het zaaien van haat jegens Frankrijk en haar bewoners

Een bevriende schrijver uit Londen merkte op: “Mensen zullen dit niet willen horen, maar Hollande en Al-Baghdadi (IS-leider, red.) zijn in essentie hetzelfde. Frankrijk, voor zo ver, is een natie die armoede, oorlog en dood veroorzaakt in Afrika en het Midden-Oosten, het is hetzelfde als ISIS.”

Niemand kan de barbaarse aanslagen die in Parijs hebben plaats gevonden rechtvaardigen. Maar de politieke implicaties van onze ‘#JeSuisParis’ dwingen ons om de bovenstaande analyses serieus te nemen. De juiste vraag is dan ook niet ‘Wat doen wij?’ zoals de Telegraaf van maandag opende, maar ‘Hoe zijn wij hier beland en wat willen ‘ze’ van ‘ons’?’ Reflecteren is geen teken van zwakte maar een kracht die ons helpt om aan een duurzame toekomst te bouwen.

Anti-terreurexpert Peter Knoope, verbonden aan het Clingendael instituut, is in een interview met Knack.be en Vrij Nederland ook vrij helder: ‘Een grote deel van de wereld haat ons.’

Hoe cru het ook klinkt, de Franse overheid heeft een belangrijke rol gespeeld in het zaaien van haat jegens Frankijk en haar bewoners. Wij moeten daarom als individuen solidariteit tonen met de Fransen maar tegelijkertijd ons afvragen of wij daarmee de Fransen politiek steunen.

3) 'Wij' zijn in oorlog
Onze premier Mark Rutte verklaarde: ‘Wij zijn in oorlog’. Dezelfde woorden gebruikte de Franse President Hollande toen hij zaterdag sprak: “Wat gisteren is gebeurd in Paris en Saint-Denis is een oorlogsdaad, en tegenover een oorloog moet het land gepaste maatregelen treffen. Een daad die werd begaan door een terroristische leger, Daesh (IS, red.), tegen datgene wat wij zijn, een vrij land dat met de hele planeet praat.”

Je ziet in het discours van Rutte en Hollande een duidelijke tweedeling: het terroristische leger versus wij. Wij zijn Frankrijk, #JeSuisParis, het Westen of hoe je het ook wilt noemen. Zij zijn de barbaren, zij die tegen ons en tegen vrijheid zijn. Maar is deze tweedeling niet te makkelijk?

Je ziet in het discours een tweedeling: het terroristische leger versus wij

Wat kan een Amsterdamse of een Groningse bewoner die vrijwel niets te maken heeft met het vijandschap tussen ISIS en de Franse overheid met de oorlogstaal van de Franse president?

Moet iemand die ‘#JeSuisParis’ zegt ook de bombardementen steunen die Frankrijk dit weekeind heeft uitgevoerd op de stad Raqqa in Syrië? Is er een grens verbonden aan onze solidariteit wanneer wij ‘Je Suis Paris’ uitspreken? Zijn wij, zoals ik terecht stelde in mijn eerste analyse, bereid om in oorlog te gaan? Tegen wie en waarom precies? Het pijnlijke aan de oorlog tegen terreur is dat je het niet kunt winnen, maar ook niet kunt verliezen.

4) Natiestaten die zich roekeloos gaan gedragen
Ik kan mij als Amsterdamse schrijver niet identificeren met de oorlogstaal van François Hollande. Ik heb in wezen niets te maken met het vijandschap tussen Frankrijk en de Islamitische Staat. Tegelijkertijd ben ik verbonden met de Fransen. Ik geloof in dezelfde waarden als zij en ik spreek de Franse taal.

Dat ik in januari met gemak en oprechtheid ‘#JeSuisCharlie’ kon zeggen heeft te maken met het feit dat ik heilig in de vrijheid van meningsuiting geloof. Een universeel geloof dat in Frankrijk, Saudi-Arabië, Rusland, Nederland en Iran individuen verbindt en wordt verdedigd.

Arjen van Veelen eindigt zijn stuk in NRC Next met “De test lijkt me hoe universeel onze solidariteit zal blijken…Niet dood willen gaan is een geruststellend breed gedeelde levensstijl. We zijn inderdaad met meer – met veel meer dan we wellicht denken.”

Ik wil om te eindigen stellen dat universele waarden mensen verbinden, terwijl natiestaten juist mensen uit elkaar drijven. Terwijl natiestaten een grote prijs verbinden aan vrijheid en er alles aan doen om onderscheidend te zijn, bestaan er zoiets als universele menselijke deugden. Ik ben een Amsterdammer die verbonden is met mensen in Parijs en Nairobi ondanks het feit dat ik geen belasting betaal aan de Franse of Keniaanse overheid.

Onze solidariteit zou zich meer moeten richten op waarden die ons verbinden zonder geografische beperkingen

Onze solidariteit zou zich daarom meer moeten richten op waarden die ons verbinden zonder geografische beperkingen. Wij moeten er op toe zien dat onze natiestaten zich niet roekeloos gedragen door een oorlogstaal uit te spreken tegen een vijand die zij mede hebben gecreëerd.

In deze geglobaliseerde wereld hebben we een taak om enerzijds solidariteit te tonen met de rest en tegelijkertijd bewust te zijn van politieke consequenties van onze keuzes. Wij zijn zelf de regisseurs van de wereld waarin wij leven en het is onze verantwoordelijkheid om onze leiders aan te moedigen om wijsheid aan te nemen in plaats van wrok te verheerlijken. Door verbinding te zoeken in plaats van te verdelen. Door vrede te spreken in plaats van oorlogstaal uit te spreken. Dat is een heilige opdracht waar Frankrijk, Europa en de rest van de wereld zich aan moeten houden. Dan pas kunnen wij zonder ongemak zeggen: #JeSuisParis of #JeSuisLeMonde.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons