In 1934 liet Calvé, dat toen vooral pindaolie verkocht, een zomerboekje met recepten maken. In de toelichting voorin het boekje lees ik dat ze naast de recepten een paar schetsjes over de kweek van olienootjes hebben opgenomen omdat veel mensen dachten dat olienootjes van olifanten werden gemaakt. Ik moet de toelichting twee keer lezen. Omdat veel mensen dachten dat olienootjes van olifanten werden gemaakt? Het staat er echt.
Schande
De meeste mensen aan wie ik deze plaatjes laat zien spreken er schande over. Ze keuren de clichématige afbeelding van de zwoegende en gebogen Afrikanen met hun rokjes af. Vooral de betiteling negers roept heftige reacties op.
Vogelvoer
Er worden nog steeds veel pinda’s verbouwd in Noord-Ghana. Maar de pinda’s eindigen niet meer in de producten van Calvé. Pinda’s uit Noord-Ghana voldoen niet aan de strenge Europese eisen en mogen alleen worden ingevoerd als vogelvoer.
Anno 2013 verbouwen Ghanezen een eiwitrijke grondstof, laten die in de zon drogen en brengen hem in zakken naar de kust. Terwijl hun kinderen bolle buikjes hebben van het eiwittekort, verkopen zij de pinda’s voor een habbekrats aan mensen in Europa.
En die voeren ze aan de vogels.
Veroordeeld
Wie legt dit later met droge ogen aan zijn kinderen uit? Wij spreken schande over de tekeningen van vorige generaties, maar wij zijn erger dan vroegere generaties. Wij veroordelen vorige generaties zonder te beseffen dat wij ooit veroordeeld zullen worden.
Dat hoop ik tenminste, dat wij ooit veroordeeld worden. Dat er toch vooruitgang is.
David van Bodegom
